52
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de achterruitverwarming in werking
is, de STOP-stand niet beschikbaar is.
Voorzieningen van de cabine
Zonneklep
F Klap de zonneklep omlaag om verblinding door de zon te voorkomen.
De zonnekleppen zijn voorzien van etuis voor het
opbergen van tolkaarten, tickets, …
Centraal opbergvak Opbergbak voorstoelen
Stoelen met variabele demping zijn echter niet
voorzien van een opbergruimte.
De opbergruimte onder de passagiersstoel is
bestemd voor de gereedschapskist, met het
gereedschap voor het ver wisselen van een wiel of
een lamp, of voor het trekken van de auto enz.
U beschikt over een open opbergvak onder het
paneel van de middenconsole.
Dit opbergvak biedt toegang tot de AUX-
aansluitingen (Jack en USB) voor de overdracht van
gegevens naar het audiosysteem.
Afhankelijk van de uitvoering bevat dit opbergvak
ook een dubbele bekerhouder en/of een
smartphonehouder.
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich een vaste
opbergbak.
Ergonomie en comfort
5
Instellingen
- D irecte instellingen .
Met het virtuele toetsenbord op het scherm kan
het cijfer van de desbetreffende zender worden
ingevoerd.
-
M
et de grafische symbolen "meer" of "minder"
kan de frequentie nauwkeurig worden
afgestemd.
Info
-
I
nformatie .
De informatie over de beluisterde zender
weergeven.
Audio
-
E
qualizer .
Lage, middelhoge en hoge tonen instellen.
-
B
alans/fader .
De balans van de luidsprekers voor en achter,
links en rechts instellen.
Druk op de toets in het midden van de pijlen
voor een evenwichtige instelling.
-
V
olume/Snelheid .
Selecteer de gewenste parameter, de optie
wordt uitgelicht weergegeven.
-
L
oudness .
De geluidskwaliteit bij een laag volume
optimaliseren.
-
A
utomatische radio .
De autoradio bij het starten instellen of de
instellingen gebruiken die actief waren toen het
contact de laatste keer werd afgezet.
-
V
er traagd uitschakelen van de autoradio .
De parameter instellen.
-
I
nstellen vol. AUX .
D
e parameters instellen.Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid
om de door de beluisterde radiozender
meegestuurde informatie grafisch weer te
geven.
Via "multiplex /bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Druk meerdere keren op " RADIO"
totdat "DAB-radio" wordt weergegeven.
Selecteer het tabblad " Scrollen".
Selecteer een lijst uit een van de
mogelijke filteropties, " Alle", "Genres "
en " Bundels ", en selecteer vervolgens
een radiozender.
Druk op de toets " Updaten" om de lijst
van ontvangen zenders "DAB-radio" bij
te werken.
Volgsysteem digitale zender DAB/FM
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u
met de optie " AF" (alternatieve frequentie)
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het systeem overschakelt op de analoge
radiozender, kan er sprake zijn van een
verschil van enkele seconden en kan het
geluidsvolume wijzigen.
Als het digitale signaal weer goed is, schakelt
het systeem automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt
geluisterd niet beschikbaar is, wordt het
geluid onderbroken als het digitale signaal te
zwak wordt en de alternatieve frequentie "AF"
doorgestreept wordt weergegeven.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
6
Media
Druk op "MEDIA" om de mediamenu's
weer te geven:
Druk op de toets 9
of
: om het vorige/volgende
nummer af te spelen.
Houd de vinger op de toetsen om snel vooruit of
achteruit te spoelen binnen het geselecteerde
nummer.
Scrollen
-
Na
vigeer op: Beluisteren, Artiesten,
Albums, Genres, Nummers, Afspeellijsten,
Audioboeken, Podcasts .
Door de bestanden van het actieve apparaat
scrollen en nummers selecteren.
De selectie-opties hangen af van het
aangesloten apparaat of het type CD.
Bron
-
C
D, AUX, USB .
De gewenste beschikbare geluidsbron
selecteren of een geschikt medium invoeren: het
afspelen start automatisch.
-
Bl
uetooth
®.
Een Bluetooth®-audiosysteem registreren.
Info
-
I
nformatie .
De informatie over het afgespeelde nummer
weergeven. Random
Druk op de toets om nummers in willekeurige
volgorde af te spelen op de CD, het USB-apparaat,
iPod of Bluetooth
®.
Herhalen
Op de toets drukken om deze functie te activeren.
Audio
-
E
qualizer .
Lage, middelhoge en hoge tonen instellen.
-
B
alans/fader .
De balans van de luidsprekers voor en achter,
links en rechts instellen.
Druk op de toets in het midden van de pijlen
voor een evenwichtige instelling.
-
V
olume/Snelheid .
Selecteer de gewenste parameter, de optie
wordt uitgelicht weergegeven.
-
L
oudness .
De geluidskwaliteit bij een laag volume
optimaliseren.
-
A
utomatische radio .
De autoradio bij het starten instellen of de
instellingen gebruiken die actief waren toen het
contact de laatste keer werd afgezet.
-
V
er traagd uitschakelen van de autoradio .
De parameter instellen.
-
I
nstellen vol. AUX .
D
e parameters instellen.
USB-aansluiting
Steek de USB-stick of de stekker van de kabel
(niet meegeleverd) van het externe apparaat in de
USB-aansluiting die bestemd is voor de overdracht
van gegevens naar het systeem. Deze aansluiting
bevindt zich in het middelste opbergvak .
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in
het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Deze wachttijd kan worden bekort door andere
bestanden dan muziekbestanden te verwijderen en
het aantal mappen te beperken.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als de
lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
7
USB-aansluiting
AUX-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole is
uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen
van een aangesloten extern apparaat.
Sluit een extern apparaat (MP3 -speler enz.) met
een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af
(hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume
van de autoradio af.
De bediening gebeurt via het externe apparaat.
De functies van het op de AUX-aansluiting aangesloten
apparaat moeten via het apparaat worden bediend:
het is dus niet mogelijk om met de toetsen op
het bedieningspaneel van de auto of met de
stuurkolomschakelaars een ander nummer, een andere
map of een andere playlist te selecteren, of het afspelen
te starten, te stoppen of te onderbreken.
Laat na het loskoppelen de kabel van het externe
apparaat niet aangesloten op de AUX-aansluiting om te
voorkomen dat er ruis via de luidsprekers hoorbaar is.
Selecteren van de
geluidsbron
Druk op " MEDIA".
Selecteer het tabblad " Bron" om de
carrousel van geluidsbronnen weer te
geven.
Selecteer de geluidsbron.
Gebruik de afspeelinstellingen op het scherm.
Druk op de toets " Willekeurig" en/of op de toets
" Herhalen " om deze opties te activeren. Druk er
nogmaals op om de opties te deactiveren.
Informatie en tips
De autoradio speelt bestanden met de extensie
".wav", ".wma" en ".mp3" met een bitrate van
32
kbps tot 320 kbps af.
Ook audiobestanden met de extensie ".aac", ".m4a",
".m4b" en ".mp4" kunnen worden afgespeeld met
bemonsteringsfrequenties (sampling rates) tussen
8
en 96 KHz.
Playlists van het type ".m3u" en ".pls" kunnen ook
worden afgespeeld.
Het systeem is niet geschikt voor apparatuur met
een capaciteit van meer dan 64
GB.
Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen
maximaal 20
karakters te gebruiken zonder speciale
tekens (bijv.: ", ?,;, ù), om problemen met het
afspelen of de weergave te voorkomen.
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers en voor apparatuur
van BlackBerry
® en Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten. De
kabel is niet meegeleverd.
De apparatuur kan worden bediend via het
audiosysteem van de auto.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met
een kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug
op de AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
15
- Meeteenheid.
De weergegeven eenheden voor het verbruik,
de afstand en de temperatuur instellen.
-
P
ieptoon touchscreen .
Het geluidssignaal bij het aanraken van een
schermtoets activeren of deactiveren.
-
W
eergave traject B .
Het traject B weergeven op het scherm van de
bestuurder.
Gesproken commando's
-
R
eactietijd systeem gesproken
commando's .
De reactietijd van het systeem van gesproken
commando's instellen.
-
W
eerg. lijst comm. De mogelijke commando's
en opties weergeven tijdens een sessie van
gesproken commando's.
Tijd en datum
-
I
nstellen tijd en indeling .
De tijd instellen.
-
T
ijd weergeven .
De weergave van het digitale klokje op de
statusbalk activeren of deactiveren.
-
T
ijd synchroniseren .
De automatische weergave van de tijd activeren
of deactiveren.
-
D
atum instellen .
De datum instellen. Veiligheid/hulp
-
A chteruitrijcamera.
D
e beelden van de achteruitrijcamera
weergeven.
-
V
ertraging camera.
De beelden van de achteruitrijcamera
gedurende maximaal 10
seconden of tot
maximaal 18
km/h (8 mph) blijven weergeven.
Verlichting
-
D
agrijverlichting.
Het automatisch inschakelen van de koplampen
na het starten activeren of deactiveren.
Portieren en vergrendeling
-
A
utoclose.
Het automatisch vergrendelen van de portieren
tijdens het rijden activeren of deactiveren. -
A utomatische radio.
De radio na het starten instellen of de
instellingen gebruiken die actief waren toen het
contact de laatste keer werd afgezet.
-
V
er traagd uitschakelen van de autoradio.
De parameter instellen.
-
I
nstellen vol. AUX.
D
e parameters instellen.
Telefoon/Bluetooth
®
- Aangesloten tel . D
e Bluetooth®-verbinding van het geselecteerde
apparaat tot stand brengen.
Het geselecteerde apparaat verwijderen.
Het geselecteerde apparaat opslaan onder
favorieten.
De parameters instellen.
-
A
pparaat toevoegen .
Een nieuw apparaat toevoegen.
-
A
udio aansluiten .
Het apparaat uitsluitend als audio-apparaat
aansluiten.
Audio
-
E
qualizer .
De lage, middelhoge en hoge tonen instellen.
-
B
alans/fader .
De balans van de luidsprekers voor en achter,
links en rechts instellen.
Op de toets in het midden van de pijlen drukken
voor een evenwichtige instelling.
-
V
olume/Snelheid .
Selecteer de gewenste parameter, de optie
wordt uitgelicht weergegeven.
-
L
oudness .
De geluidskwaliteit bij een laag geluidsvolume
optimaliseren. Voorkeursinstellingen radio
-
D
AB-meldingen .
De meldingen activeren of deactiveren.
De volgende opties activeren of deactiveren:
waarschuwing, melding gebeurtenis,
beursberichten, nieuwsberichten, programma-
informatie, bijzondere gebeurtenis,
sportnieuws, informatie openbaar vervoer,
waarschuwingsmelding, weerbericht.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
1
Audiosysteem
Multimedia audiosysteem –
Bluetooth®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen 1
St uurkolomschakelaars 2
R
adio
2
M
edia
4
T
elefoon
5
I
nstellingen
6
G
esproken commando's
6
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het systeem
zichzelf, na het inschakelen van de eco-mode,
uit om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
De eerste stappen
Aan/uit en volumeregeling.
Selecteren van het golfbereik FM en
AM.
Selecteren van de bron USB of AUX.
Toegang tot de lijst van aangesloten
telefoons.
Draaien: scrollen door de lijst of
afstemmen op een radiozender.
Drukken: bevestigen van de op het
scherm weergegeven optie.
Informatie over de op dat moment
beluisterde radiozender of het op dat
moment gebruikte medium.
Selecteren van opgeslagen zenders.
FM-A, FM-B, FM-C, AM-A, AM-B,
AM-C.
Weergeven van het menu en instellen
van de opties.
.
Audiosysteem
4
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick of de stekker van de kabel
(niet meegeleverd) van het externe apparaat in de
USB-aansluiting die bestemd is voor de overdracht
van gegevens naar het systeem. Deze aansluiting
bevindt zich in het middelste opbergvak.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
USB-aansluiting
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een extern apparaat (MP3 -speler enz.) met
een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af
(hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume
van de autoradio af.
De bediening gebeurt via het externe apparaat. De functies van het op de AUX-aansluiting
aangesloten apparaat moeten via het apparaat
worden bediend: het is dus niet mogelijk om met
de toetsen op het bedieningspaneel van de auto
of met de stuurkolomschakelaars een ander
nummer, een andere map of een andere playlist te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen of
te onderbreken.
Laat na het loskoppelen de kabel van het externe
apparaat niet aangesloten op de AUX-aansluiting
om te voorkomen dat er ruis via de luidsprekers
hoorbaar is.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe USB-
geluidsdragers, Blackberry's® of apparatuur van
Apple® die op de USB-aansluitingen kunnen worden
aangesloten (kabel niet meegeleverd).
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet door
het systeem wordt herkend, moet met een kabel
(niet meegeleverd) met Jack-plug op de AUX-
aansluiting worden aangesloten.
Het is raadzaam de bestandsnamen niet langer te
maken dan 20
karakters en geen speciale karakters
te gebruiken (bijv.: " " ?.; ù) om problemen bij het
afspelen of weergeven te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in
het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Deze wachttijd kan worden bekort door andere
bestanden dan muziekbestanden te verwijderen en
het aantal mappen te beperken.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als de
lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter. Deze aansluiting op de middenconsole
is
uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen
van een aangesloten extern apparaat.
Audiosysteem
185
Aanhanger .......................................................... 88-89
Aanhangergewichten ............................................. 15
7
Aansteker
................................................................. 58
ABS
..................................................................... 6
8-69
Accessoires
.............................................................. 67
Accu
.......................................................... 91, 129, 153
Actieradius AdBlue
® ................................................. 21
Ad
Blue® ........................................................... 13 2-13 3
Afmetingen ............................................................. 162
Afstandsbediening
............................................. 30, 89
Airbags ...................................................................... 78
Airbags vóór
................................................. 75 -76, 79
Airconditioning (handbediend)
..........................43, 50
Airconditioning, extra
......................................... 4
6 - 47
Airconditioning (automatisch)
............................44, 50
Alarmknipperlichten
................................................. 68
A
larmsysteem
.......................................................... 35
A
ntiblokkeersysteem (ABS)
........................12, 68 - 69
Antispinregeling (ASR)
...................................... 6
8 -70
Armleuning vóór
....................................................... 38
ASR
..................................................................... 6
8-69
Audiokabel
.............................................................. 7, 4
Audiosysteem
............................................................. 1
Audio-telematicasysteem met touchscreen
............. 1
Aut
ogegevens
.......................................................... 14
Automatische ruitenwissers
.................................... 65
Autoradio, bediening aan stuurkolom
...................3, 2
AUX-aansluiting
..................................................... 7, 4
AUX-aansluitingen
............................................. 52-55 Gereedschap
................................................... 137-142
Gesproken commando's
..........................16 -24, 6 -14
Gewichten ............................................................... 157
Gordelspanners (pyrotechnisch)
............................74
Grootlicht
............................................................ 16
, 61
Elektrische ruitbediening
.........................................
36
Elektronische remdrukregelaar (EBD)
.............
68-69
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
.......
68-69
ESP
.....................................................................
6
8-69
Extra verwarming
...............................................
46 - 47
DAB (Digital Audio Broadcasting) – Digitale radio
....5
Dagrijverlichting
.................................................61, 62
Dashboard
..................................................................4
Dashboardkastje
................................................52-55
Dashboardverlichting (dimmer)
................................. 8
D
atum instellen
........................................................28
Detectie te lage bandenspanning
..................11 0 -111
Dieselfilter
.......................................................126, 131
Dieselmotor
............................................ 1
18, 126, 158
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
....5
Dimlicht
.....................................................................61
Display instrumentenpaneel
................................7, 92
DSC/ASR
..................................................................69
CD
........................................................................\
.......7
CD MP3
......................................................................7
Claxon
.......................................................................68
Cockpit
........................................................................\
4
C
onfiguratie van de auto
...................................2
2, 27
Controles
......................................................... 1
2 9 -131
Controlelampjes
.....................................................8-9
Bandenspanning te laag (detectie)
................ 11
0 -111
BAS
..................................................................... 68-69
Bijvullen AdBlue
® ................................................... 13 2
BlueHDi
............................................................ 21, 132
Bluetooth (handsfree set)
............................... 12-13, 5
A
G
E
D
C
B
Bluetooth (telefoon) ......................................... 12-13, 5
Boordcomputer ........................................................ 28
B
oordgereedschap
......................................... 137-142
Brandstof
................................................................ 11 8
Brandstofniveaumeter
.....................................20, 116
Brandstoftank
......................................................... 11 6
Brandstof tanken
............................................ 11 6 , 11 8
Brandstofvulklep
.................................................... 11 6
Buitenlandse reizen
................................................. 61
Buitenspiegels
.......................................................... 42
Handsfree set
..................................................12-13, 5
Helderheid
..................................................................8
Hill Descent Control
............................................71-72
Hill Start Assist
.........................................................95
Hoek van de stoel verstellen
...................................37
Hoofdsteunen vóór
..................................................37
Hoogteverstelling veiligheidsgordels
.................72-73
H
.
Trefwoordenregister