
52
Sleutels, afstandsbediening, elektronische
sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met
de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van
de sleutel en de transponder opzoeken en een
nieuwe bestellen.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry
en start-systeem werkt in sommige gevallen
niet correct in de nabijheid van elektronische
apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische
velden, enz.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een
systeem met een groot bereik. Het is raadzaam
om niet met de knop van de afstandsbediening
te spelen om te voorkomen dat de portieren per
ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het zicht
van uw auto. De afstandsbediening kan dan
onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw
worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de
sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact
uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot de auto voor de
hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in
de auto) de sleutel met afstandsbediening of de
elektronische sleutel mee als u
de auto verlaat, zelfs
al is dit voor korte duur. Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische
startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om
de sleutel te ver wijderen en aan het stuur wiel te
draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk in
het elektronische geheugen van de auto opslaan,
zodat u
er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit
zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Noodprocedures
De auto volledig ontgrendelen/
vergrendelen met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- l ege batterij van de afstandsbediening;
-
s
toring van de afstandsbediening;
-
a
uto is in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u
de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
Zie de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u
het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek.
Toegang tot de auto

100
Dashboardkastje
F Trek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt in
werking zodra het wordt geopend.
Hierin bevindt zich de schakelaar A voor het
uitschakelen van de passagiersairbag.
Het dashboardkastje biedt tevens toegang tot de
behuizing voor de patronen van de par fumeur B .
Rijd nooit met een geopend dashboardkastje
als er iemand op de voorpassagiersstoel zit –
bij een noodstop of een aanrijding kan dit
leiden tot ernstig letsel!
Aansteker/12V-aansluiting(en)
F Om de aansteker te gebruiken deze indrukken en enkele seconden wachten tot de aansteker uit
zichzelf naar buiten springt.
F
V
er wijder, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120
W) wilt aansluiten, de
aansteker en sluit een geschikte adapter aan.
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik de aansteker direct terug.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door PEUGEOT is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
USB-aansluiting
Op de USB-aansluiting kunt u draagbare apparatuur,
zoals een digitale audiospeler (iPod®) of een USB-
stick aansluiten.
Via de USB-lezer kunt u
de audiobestanden op uw
draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers
van het audiosysteem.
Deze bestanden worden beheerd via de
bedieningsfuncties op het stuur of vanaf het
audiosysteem.
Het draagbare apparaat kan tijdens het gebruik
via de USB-aansluiting automatisch worden
opgeladen.
Tijdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van de
draagbare apparatuur hoger is dan de door de
auto geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg de betreffende audiorubriek voor meer
informatie over Audio en telematica en met name de
USB-aansluiting.
Ergonomie en comfort

107
Sluit maximaal één apparaat op het
stopcontact aan (verlengsnoeren of
dubbelstekkers niet toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen aan
isolatieklasse II (op het apparaat aangegeven).
Gebruik geen apparaten met een
metalen behuizing (zoals een elektrisch
scheerapparaat).
12V-accessoireaansluiting
Het aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door PEUGEOT is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
De stroomtoevoer naar dit stopcontact wordt
bij overbelasting automatisch onderbroken; dit
gebeurt ook als er andere omstandigheden
zijn die daar aanleiding toe geven (bijzondere
weersomstandigheden, zware belasting van
de elektrische installatie van de auto enz.). Het
groene lampje gaat dan uit.
F
O
pen, wanneer u
een 12V-accessoire (maximaal
vermogen: 120
W) wilt aansluiten, het kapje en
sluit een geschikte adapter aan.
Uitklaptafeltjes
Vergeet niet het tafeltje aan passagierszijde in
te klappen alvorens de stoel in de "tafelstand"
te zetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de voorstoelen en in het
bijzonder over het in de "tafelstand" zetten van
de rugleuning.
Plaats geen zware of harde voor werpen op
de tafel.
Ze kunnen bij een noodstop of een aanrijding
veranderen in gevaarlijke projectielen.
Zonneschermen voor de
zijruiten
F Gebruiken: beweeg het tafeltje zo ver mogelijk naar beneden, tot het in de laagste stand
vergrendeld is.
F
O
pbergen: klap het tafeltje omhoog, voorbij het
zware punt, tot in de hoogste stand. De zonneschermen voor de zijruiten van de 2e zitrij
beschermen het interieur tegen de zon.
F
T
rek aan het middelste lipje om het zonnescherm
uit te rollen.
F
B
evestig de klem van het zonnescherm aan de
haak.
3
Ergonomie en comfort

110
12V-aansluiting
Het aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door PEUGEOT is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
Bagageruimteverlichting
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.De brandduur van de bagageruimteverlichting
hangt af van de situatie:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
Achter de achterstoelen
F Verwijder het bagageafdekscherm.
F
S teek de uiteinden van de stang één voor één in
de bevestigingspunten van het dak.
F
B
evestig de riemen van het net aan de onderste
ringen op elk zijpaneel van de bagageruimte.
F
S
pan het net met behulp van de riemen. F
A
ansluiten van een 12V-apparaat (max.
vermogen: 120 W): open het kapje en sluit een
geschikte adapter aan.
F
Z
et het contact aan.
Ergonomie en comfort

122
Algemene aanbevelingen
met betrekking tot de
veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw auto
zijn labels aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie over
de identificatie van uw auto. Ver wijder ze niet:
ze horen namelijk bij de auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw auto
contact op met een gekwalificeerde werkplaats
die beschikt over de juiste technische
informatie, vakkennis en apparatuur. Het
PEUGEOT-netwerk is in staat u dit te bieden.Belangrijke informatie:
-
h
et monteren van elektrische uitrustingen
of accessoires die niet onder een
artikelnummer in het assortiment van
PEUGEOT voorkomen, kan tot een
hoger verbruik leiden en storingen in
het elektronische systeem van uw auto
veroorzaken. Ga naar het PEUGEOT-
netwerk voor meer informatie over
het aanbod aan accessoires met een
artikelnummer.
-
u
it veiligheidsoverwegingen is toegang tot
de diagnose-aansluiting, die is gekoppeld
aan de elektronische systemen in de
auto, uitsluitend voorbehouden aan het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is over
geschikt gereedschap (kans op storingen
in de elektronische systemen die kunnen
leiden tot pech of ernstige ongevallen). De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld als deze aanwijzing niet wordt
opgevolgd.
-
w
ijzigingen of aanpassingen die niet door
PEUGEOT zijn voorzien of toegestaan,
of die niet volgens de technische
voorschriften van de fabrikant zijn
uitgevoerd, leiden tot het ver vallen van de
wettelijke en contractuele garanties. Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u
een radiocommunicatiezender
met buitenantenne monteert, moet u bij
het PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke
installatievoorschriften) van de voor montage
geschikte zenders opvragen, conform de
Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
Afhankelijk van de landelijke wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto, enz.
Veiligheid

160
Contact aanzetten (zonder te
star ten)
U kunt dan ook verschillende elektrische functies
activeren (radio, verlichting enz.).F
D
ruk op de toets "START/STOP":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om het contact af
te zetten en de auto te kunnen vergrendelen. Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op de
eco-mode om de laadtoestand van de accu op
peil te houden.
Sleutel niet herkend
Noodprocedure voor het starten
Op de stuurkolom bevindt zich een noodsleutellezer
waarmee de motor kan worden gestart als
het systeem de sleutel niet waarneemt in de
detectiezone of als de batterij van de elektronische
sleutel leeg is.
F
Z
et bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in. F
S
electeer bij een auto met een automatische
transmissie de stand P en trap ver volgens het
rempedaal stevig in.
F
D
ruk op de toets "
START/STOP".
De motor wordt gestart.
Noodprocedure voor het afzetten van
de motor
Wanneer de elektronische sleutel van het Keyless
entry en start-systeem in de auto ligt, kan door op
op de knop " START/STOP " te drukken, zonder
de pedalen in te trappen, het contact worden
aangezet.
F
H
oud de afstandsbediening tegen de lezer.Als de elektronische sleutel niet wordt herkend
of zich niet meer in het detectiegebied bevindt,
verschijnt een melding op het instrumentenpaneel
als een portier wordt gesloten of bij een poging om
de motor af te zetten.
F
H
oud om het afzetten van de motor te bevestigen
de knop " START/STOP " ongeveer 5
seconden
ingedrukt.
Als de elektronische sleutel niet werkt, neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Rijden

259
Zekeringnr.Stroomsterkte (A) Functies
F1 3
AKeyless entry and start
F2 5
AMultifunctioneel display.
F5 5
AAchteruitrijcamera, parkeerhulp.
F7 10
AHifi-versterker.
F8 20
ARuitenwisser achter.
F10 30
ASloten.
F11 30
ASloten.
F17 10
A12V-aansluiting bagageruimte.
F18 5
ANoodoproep en pechhulpoproep.
F22 3
AVerlichting dashboardkastje.
F26 3
APictogrammendisplay niet-vastgemaakte veiligheidsgordels.
F27 3
ARegen- en lichtsensor.
F31 5
AAirbags.
F33 15
A12V-aansluiting vóór
F35 5
AInstrumentenpaneel.
F36 20
AAutoradio, touchscreen, CD-speler, audio- en
navigatiesysteem.
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F17 10
AZitposities in het geheugen opslaan
Versie 1 (Full)
Kast 1
Kast 2
8
In geval van pech

260
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr.Stroomsterkte (A) Functies
F4 15
AClaxon.
F5 20
ARuitensproeierpomp voor.
F6 20
ARuitensproeierpomp achter.
F7 10
A12V-aansluitingen.
F8 20
ARuitenwisser achter.
F10 30
ASloten.
F11 30
ASloten.
F14 5
ASirene alarm.
F17 5
AInstrumentenpaneel.
F22 3
ARegen- en lichtsensor.
F24 5
AAchteruitrijcamera, parkeerhulp.
F25 5
AAirbags.
F27 5
AAlarm.
F28 5
ANoodoproep en pechhulpoproep.
F29 20
AAutoradio, touchscreen, CD-speler, audio- en
navigatiesysteem.
F32 15
AA a n s t e ke r.
F36 5
AVerlichting dashboardkastje.
In geval van pech