93
Het activeren van een airbag gaat gepaard
met wat rook en geluid, als gevolg van de
activering van de pyrotechnische lading
die in het systeem is geïntegreerd.
Deze rook is niet schadelijk, maar kan
irriterend zijn voor personen die hier
gevoelig voor zijn.
De knal die bij het afgaan van een airbag
wordt geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Airbags vóór
De airbags vóór beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is ingebouwd in het
stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve
de airbag aan passagierszijde wanneer
deze is uitgeschakeld, bij een ernstige
frontale aanrijding binnen (een gedeelte
van) de impactzone vóór (A), waarbij de
krachten horizontaal op de auto inwerken,
in de lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd.
Storing
Als dit lampje gaat branden, raadpleeg
dan altijd het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren. De kans
bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Zijairbags
Indien uw auto is uitgerust met zijairbags,
beschermen deze de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel aan het
bovenlichaam, tussen de buik en het hoofd, te
verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij, waarbij de krachten op de
auto inwerken loodrecht op de lengteas van
de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de buik
en het hoofd van de inzittende voorin en het
desbetreffende portierpaneel.
Window-airbags
Het systeem helpt de bestuurder en passagiers
(uitgezonderd de middelste passagier achter)
te beschermen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
van het hoofd te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
5
Veiligheid
94
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden voor en achter en de ruiten.
Storing
Als dit lampje gaat branden, raadpleeg
dan altijd het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden de zij- en
gordijnairbags niet geactiveerd.
Praktische informatie
Houd u aan de onderstaande
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Doe uw veiligheidsgordel om en zorg dat
deze correct is geplaatst.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten, enz.) en bevestig
niets in de buurt van de airbags of in het
gebied waar de airbags afgaan. Dit kan
de inzittende bij het afgaan van de airbag
verwonden.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke
ontwerp van uw auto, vooral niet in de
directe omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door een PEUGEOT-
dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt
namelijk zeer snel opgeblazen (binnen
enkele milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme gassen
via de daar voor bestemde openingen naar
buiten stromen. Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet
op het dashboard rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er
niet op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags
letsel veroorzaken.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak (indien aanwezig); deze maken deel
uit van de bevestiging van de window-
airbags.
Activering
Veiligheid
239
TTankbeveiliging ............................................. 171
Technische gegevens ...........................222-230
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau
................................... 170 -171
Telefoon
.......................... 9 -10, 12, 13 -16, 25 -29
Temperatuurregeling .................................66-69
Tijdelijke bandenreparatie (met set) ~ Banden, noodreparatie
.....19 4, 19 6 -20 0
Tijd instellen
............................. 30 -32, 38, 17, 31
TMC (verkeersinformatie)
............................... 13
T
ouchscreen
................................... 32, 168, 1, 1
Touchscreen ~ Touchscreen
.................... 3
4, 36
Trailer Stability Management (TSM)
...............89
Trekhaak
.................................. 89, 109 -110, 174
Trekhaak met afneembare kogel
...........175 -18 0
UUitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen ..............93, 99
Uitschakelen ASR /CDS (ESP)
.......................88
USB
.............................................. 60, 7, 9, 23 -24
USB-aansluiting
.......................... 5
8, 60, 7, 9, 23
USB-poort
............................................... 7, 9, 23
VVeiligheidsgordels ........................11, 9 0 - 91, 10 0
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
....... 9
3, 95 -96, 99, 101, 104-105, 107
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
............
93, 95 - 9 6, 99, 101-102, 104 -105, 107
Ventilatie
......................................... 6, 64- 67, 69
Ventilatieroosters
...............................
.............64
Vergrendelen ................................................... 44Verkeersinformatie (TA)
....................................
5
Verkeersinformatie (TMC)
..............................
13
Verklikkerlampje airbags ~ Airbaglampjes
.....
18
Verklikkerlampje laag
brandstofniveau ~ Brandstofreservelampje ....11
Verklikkerlampje parkeerrem ~ Parkeerremlampje
........................................... 10
Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje ...10Verklikkerlampjes ............................................ 10
Verklikkerlampjes (status) ~ Controlelampjes (status)
.............................. 10
V
erklikkerlampje Service
................................12
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
...............9
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
............................9 -10
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............17
Verlichting
....................................................... 73
Verlichting bagageruimte
................................62
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
...................... 7
4, 76, 206, 208
Vermoeidheidsherkenning
............................ 14
9
Versnellingshendel
........................................... 6
Verversen
............................................... 18 4 -185
Ver voer van lange voor werpen ~ Lange voorwerpen vervoeren
...................... 61
V
ervuiling van het roetfilter (diesel)
..............187
Verwarming
............................... 6, 64, 66 - 67, 69
Visiopark 1
.................................................... 15 8
Voorgloeien (dieselmotor)
...............................17
Voor stoelen
................................................ 51- 5 3
Voorzieningen bagageruimte ~ Bagageruimte, voorzieningen
......................62
Voorzieningen interieur ~ Interieurvoorzieningen
.................................58
WWaarschuwing kans op aanrijding ...16, 14 6 -147
Waarschuwing oplettendheid bestuurder .....149
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
....112
Webbrowser
.................................................... 16
W
iel demonteren
...........................202, 204-205
Wiel monteren
............................... 202, 204-205
Wiel verwisselen
....................193 -19 4, 201-202
Wifi-netwerkverbinding
...................................20
Window-airbags
...............................
.........93-94
Z
Zekeringen ............................................. 211-214
Zekeringen vervangen ............211-213, 211-214
Zekeringkast motorruimte
.............................214
Zij-airbags
...............................
..................93-94
Zijknipperlicht
................................................ 208
Zijverlichting
.................................................... 79
Zonder gereedschap afneembare kogel ...175 -18 0Zonnescherm (panoramadak) ........................71
Zonnesensor ................................................... 65
Zuinig rijden
...................................................... 6
.
Trefwoordenregister