22
Voet op het
koppelingspedaalBrandt permanent.
Stop & Start: de START-stand kan
niet worden geactiveerd, omdat het
koppelingspedaal niet volledig wordt
ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Automatische
transmissie
E AT 8 Brandt permanent.
De automatische transmissie EAT8 is
vergrendeld. Druk op de toets Unlock
om de transmissie te
ontgrendelen.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Zwarte/witte lampjes
Voet op het
rempedaalBrandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische
transmissie, bij draaiende motor en vóór het vrijzetten
van de parkeerrem de selectiehendel uit stand P te
halen.
Bij uitvoeringen met de automatische transmissie
EAT8
moet mogelijk het rempedaal worden ingetrapt
om de transmissie vanuit stand N in een andere stand
te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem wilt vrijzetten zonder het
rempedaal in te trappen, brandt dit lampje permanent.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
123
A.To e t s P .
Om de parkeerstand in te schakelen.
B. To e t s Unlock .
Om de transmissie te deblokkeren en
vanuit stand P , met ingetrapt rempedaal,
een andere stand in te schakelen, of stand
R in te schakelen.
Houd eerst deze toets ingedrukt voordat u
de selectiehendel bedient.
C. To e t s M.
Om vanuit de automatische stand D over te
schakelen op de handbediende stand.
D. Verklikkerlampjes voor transmissiestand
(P, R, N, D) .
Beweeg de impulsselectiehendel één of twee
keer naar voren ( N of R) of naar achteren ( N of
D ), indien nodig tot voorbij het weerstandspunt. Zodra u de impulsselectiehendel loslaat, keert
hij terug naar zijn oorspronkelijke positie.
U kunt bijvoorbeeld op twee manieren
vanuit stand P stand R selecteren: door de
impulsselectiehendel twee keer naar voren te
bewegen tot aan het weerstandspunt of één
keer naar voren te bewegen tot voorbij het
weerstandspunt.
-
I
n het eerste geval wordt de transmissie
vanuit stand P in stand N en vervolgens
vanuit stand N in stand R gezet.
-
I
n het tweede geval wordt de transmissie
vanuit stand P direct in stand R gezet.
Schakelflippers aan de stuurkolom
In stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers handmatig schakelen.
F
B
eweeg de rechter flipper " +" kort naar u toe
om een hogere versnelling in te schakelen.
F
B
eweeg de linker flipper " -" kort naar u toe
om een lagere versnelling in te schakelen. Met de flippers is het niet mogelijk de
neutraalstand en de achteruitversnelling in
te schakelen of uit de achteruitversnelling
te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel
Als het contact aan staat, wordt de stand
van de transmissie weergegeven op het
instrumentenpaneel:
P
: parkeren.
R : achteruitversnelling.
N : neutraalstand.
D1...D8 : automatische stand.
S : programma Sport of Driver Sport Pack.
M1...M8 : handbediende stand.
- : schakelcommando van de bestuurder in de
handbediende stand niet opgevolgd.
Als het contact aan staat, wordt bij het openen
van het bestuurdersportier een melding
weergegeven waarin u wordt gevraagd de
transmissie in stand P te zetten.
Bij het afzetten van het contact wordt de stand
van de transmissie nog enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Werking
Als bij draaiende motor het rempedaal moet worden
ingetrapt en/of de toets Unlock moet worden
ingedrukt om van stand te veranderen, wordt dit
aangegeven met een waarschuwingsmelding op
het instrumentenpaneel.
Alleen de verzoeken voor het veranderen van
de stand die correct uitvoerbaar zijn, worden
uitgevoerd.
6
Rijden
124
Als bij draaiende motor en vrijgezette
parkeerrem stand R, D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in beweging
zonder dat u het gaspedaal hoeft in te
trappen.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kinderen alleen in de auto achter.
Trap nooit tegelijkertijd op het gas- en het
rempedaal – Kans op beschadiging van
de transmissie!
Plaats bij een lege accu altijd de met
het boordgereedschap meegeleverde
wielblokken tegen een van de wielen om
de auto op zijn plaats te houden.
Algemeen
Deblokkeren van de transmissie:
- V anuit stand P :
F
t
rap het rempedaal volledig in,
F
d
ruk op de toets Unlock ,
F
se
lecteer een andere stand terwijl u het
rempedaal ingetrapt en de toets Unlock
ingedrukt houdt.
-
A
ls de neutraalstand N is geselecteerd en
bij een snelheid lager dan 5
km/h:
F
t
rap het rempedaal volledig in,
F
se
lecteer een andere stand terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt. Om de achteruitversnelling te selecteren:
F
b
reng de auto volledig tot stilstand,
F
h
oud het rempedaal ingetrapt en druk op de
toets Unlock ,
F
se
lecteer stand R ter wijl u het rempedaal
ingetrapt en de toets Unlock ingedrukt
houdt.
Om de handmatige stand te selecteren:
F
se
lecteer eerst stand D
,
F
d
ruk op de toets M
; het lampje van de toets
gaat branden.
Om de handmatige stand af te sluiten:
F
b
eweeg de selectiehendel één keer naar
voren om stand D weer te selecteren.
of
F
d
ruk op de toets M
; het lampje van de toets
gaat uit.
Zet het contact alleen af als de auto
stilstaat.
Vrijloop activeren
Auto in de vrijloop zetten, met afgezette motor:
F
s
electeer ter wijl de auto met draaiende
motor stilstaat stand N ,
F
z
et de motor af,
F
z
et het contact binnen vijf seconden weer
aan,
F
h
oud het rempedaal ingetrapt en beweeg de
selectiehendel één keer naar voren of naar
achteren om stand N te bevestigen en zet
de elektrische parkeerrem handmatig vrij,
F
zet
het contact af.Als u het bestuurdersportier opent ter wijl
stand N is geselecteerd, klinkt een
geluidssignaal. Het geluidssignaal stopt
zodra u het bestuurdersportier weer sluit.
Bijzonderheden van de
automatische stand
Als u langer dan vijf seconden wacht, wordt
de transmissie in stand P gezet. U moet in dat
geval de procedure nogmaals uitvoeren.
De transmissie schakelt zelf de meest
geschikte versnelling in, waarbij rekening
wordt gehouden met de buitentemperatuur, het
wegprofiel, de belading van de auto en de rijstijl
van de bestuurder.
Voor een maximale acceleratie zonder de
selectiehendel te bedienen moet het gaspedaal
volledig worden ingetrapt (kickdown). De
transmissie schakelt automatisch terug of
houdt de ingeschakelde versnelling vast tot de
motor het maximumtoerental bereikt.
Met de schakelflippers aan de stuurkolom
kan de bestuurder tijdelijk zelf schakelen als
de wagensnelheid en het motortoerental dit
toelaten.
Bijzonderheden van de handbediende stand
De transmissie schakelt alleen een andere
versnelling in als de wagensnelheid en het
motortoerental dit toelaten.
Rijden
125
Starten van de auto
Vanuit stand P:
F H oud het rempedaal volledig ingetrapt.
F
S
tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt en druk op de
toets Unlock .
F
B
eweeg de selectiehendel twee keer naar
achteren om de automatische stand D te
selecteren of twee keer naar voren om de
achteruitversnelling R in te schakelen.
Vanuit de neutraalstand N :
F
H
oud het rempedaal volledig ingetrapt.
F
S
tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt, druk de
selectiehendel naar achteren om de
automatische stand D te selecteren of naar
voren ter wijl u de toets Unlock indrukt om
de achteruit R in te schakelen.
Ver volgens, vanuit stand D of R :
F
L
aat het rempedaal los.
F
G
eef geleidelijk gas om de elektrische
parkeerrem automatisch vrij te zetten.
F
A
ls de parkeerrem is vrijgezet, zet de auto
zich in beweging.
Laat onder winterse omstandigheden
(temperatuur lager dan -23°C) de motor
enkele minuten stationair draaien alvorens
weg te rijden. Dit is belangrijk voor de
goede werking en de levensduur van de
motor en de transmissie. Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een automatische
transmissie niet toegestaan.
Parkeren van de auto
Ongeacht de stand van de transmissie wordt bij
het afzetten van het contact automatisch stand
P ingeschakeld, behalve als de transmissie in
stand N staat. In dat geval wordt stand P na
5
seconden ingeschakeld (om de vrijloop te
kunnen activeren).
Controleer of stand P inderdaad is
ingeschakeld en of de elektrische parkeerrem
automatisch is aangetrokken; zo niet, trek de
parkeerrem dan handmatig aan.
De desbetreffende lampjes van de
selectiehendel en de hendel van de
elektrische parkeerrem, en de lampjes
op het instrumentenpaneel moeten
branden.
To e t s S P O R T/ E C O
Driver Sport Pack
Als bij draaiende motor het Driver Spor t Pack
wordt geactiveerd, schakelt de transmissie bij
een hoger toerental op zodat een sportievere
rijstijl mogelijk is.
Het programma wordt automatisch
uitgeschakeld bij het afzetten van het contact.
Eco-stand
Door deze stand te activeren wordt het
brandstofverbruik verlaagd door de werking
van de ver warming en airconditioning, en
(afhankelijk van de uitvoering) de pedalen,
de automatische transmissie en de
schakelindicator te optimaliseren.
Activeren van het programma Driver Spor t Pack wordt
niet aanbevolen in de volgende situaties:
-
h
et ASR-systeem is uitgeschakeld,
-
h
et minimumniveau van de brandstofvoorraad is
bereikt,
-
h
et minimumniveau van de AdBlue-voorraad is bereikt.
Druk op het voorste deel van de toets om
het Driver Spor t Pack te activeren. Het
bijbehorende verklikkerlampje gaat branden.
Als u nogmaals op deze toets drukt, wordt de
functie uitgeschakeld. Het verklikkerlampje
gaat uit.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Driver Spor t Pack .
Bij aangekoppelde aanhanger heeft het
indrukken van deze toets geen effect.
6
Rijden