216
F Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten
draaien.
F
S
tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een nieuwe
poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait.
F
N
eem ver volgens de kabels in
omgekeerde volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten draaien,
rijdend of stilstaand, om het laadniveau van
de accu op een correct peil te krijgen.
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.De accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu
is het noodzakelijk om het laadniveau van de
accu op voldoende capaciteit te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
-
A
ls u voornamelijk korte ritten maakt.
-
V
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u zelf de accu van uw auto gaat
opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's met een
nominale spanning van 12 V.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde
polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.
F
Z
et het contact af.
F
S
chakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
e n z .) .
F
B
eweeg, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje van de
pluspool (+) omhoog.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en ver volgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B of de
startbooster.
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op
de minpool (-) van de hulpaccu B of de
startbooster (of op een massapunt van de
auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto met de lege accu.
In geval van pech
217
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden – Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur).
F
S
chakel om gevaarlijke vonken te
voorkomen de lader B uit alvorens de
kabels op de accu aan te sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in
goede staat zijn.
F
B
eweeg het kunststof kapje van de
pluspool (+) omhoog (indien aanwezig).
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt
aan:
-
D
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+)
van de accu A .
-
D
e zwarte minkabel (-) op het
massapunt C van de auto.
F
Z
et na afloop van het laden eerst
acculader B uit voordat u de kabels
losneemt van accu A . Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt.
Anders kan de elektrische uitrusting
van het Stop & Start-systeem ernstig
beschadigd raken.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal 8
uur), niet is gebruikt.
Accu loskoppelen
Als u de auto gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, koppel dan de accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),
F
s
chakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
e n z .) u i t .
F
z
et het contact af en wacht vier minuten.
Koppel bij de accu alleen de pluspool (+) los.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
F
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem B te ontgrendelen.
F
B
eweeg de accupoolklem B omhoog om
hem te verwijderen.
8
In geval van pech
1
Bluetooth®-audiosysteem
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
2
Menu's
4
Radio
4
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
6
M
edia 7
Telefoon
9
V
eelgestelde vragen
1
3 De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto
en
aangezet contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Werkzaamheden aan dit systeem
mogen uitsluitend door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd om elke kans op elektrocutie,
brand of mechanische storing te
vermijden.
Om leegraken van de accu te voorkomen kan het
audiosysteem na het afzetten van de motor na
enkele minuten automatisch uitgeschakeld worden.
.
Bluetooth®-autoradio
2
De eerste stappen
Drukken: Aan/Uit.
Draaien: volume regelen.
Kort indrukken: veranderen van
geluidsbron (radio; USB; AUX (als
een apparaat is aangesloten);
streaming).
Lang indrukken:menu Telefoon
weergeven (als een telefoon is
aangesloten).
Wijzigen van de audio-instellingen:
Fader voor/achter, balans links/
rechts, lage/hoge tonen, loudness,
geluidssfeer.
Inschakelen/uitschakelen
automatische volumeregeling
(afhankelijk van de rijsnelheid).
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst
weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst
bijwerken.
Media:
Kort indrukken: mappenlijst
weergeven.
Lang indrukken:
sorteermogelijkheden weergeven.Selecteren van de weergave op het
scherm:
datum, audiofuncties,
boordcomputer, telefoon.
Bevestigen of weergeven van het
contextmenu.
Toetsen 1 – 6.
Kort indrukken: voorkeuzezender
selecteren.
Lang indrukken: radiozender
opslaan.
Radio:
Automatisch stapsgewijs zoeken
naar een radiozender met een
lagere/hogere frequentie.
Media:
Selecteren van het vorige/volgende
nummer via USB, streaming audio.
Scrollen door een lijst.
Radio:
Handmatig stapsgewijs zoeken naar
een radiozender met een lagere/
hogere frequentie.
Selecteren van de vorige/volgende
MP3-afspeellijst.
Media:
Selecteren van de vorige/volgende
bestandenlijst/genre/artiest/
afspeellijst van het USB-apparaat.
Scrollen door een lijst.Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een
structuur (menu of map).
Toegang tot het hoofdmenu.
TA-functie (verkeersinformatie) in- of
uitschakelen.
Lang indrukken: berichtensoort
selecteren.
Selecteren van de golfbanden FM/
DAB/AM.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningsfuncties aan de
stuurkolom – Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu
of lijst selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu
of lijst selecteren.
Bluetooth®-autoradio
4
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu
of lijst selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu
of lijst selecteren.
Indrukken van de draaiknop:
bevestigen.
Menu's
Afhankelijk van de uitvoering."Multimedia ": Parameters media,
Radio-instellingen.
" Telefoon ": Bellen, Beheer
index, Instelling telefoon, Gespr.
beëindigen.
" Boordcomputer ".
" Onderhoud ": Diagnose, Logboek
waarschuw., .... "
Verbindingen ": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
" Persoonlijke instelling –
configuratie ": Parameters van
de auto definiëren, Taalkeuze,
Configuratie beeldscherm, Keuze
van eenheden, Datum en tijd
instellen.
Druk op de toets " MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets
SOURCE om de radiofunctie te
selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik
te selecteren (FM/AM/DAB).
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender. Druk op een van de toetsen om
handmatig naar hogere/lagere
frequenties te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst
van de beschikbare zenders in het
gebied waar u zich bevindt.
Druk langer dan 2
seconden
op de toets om deze lijst bij te
werken. Tijdens het bijwerken is de
geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en duidt niet op een storing in
het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is,
worden de letters RDS doorgestreept
weergegeven op het display.
Bluetooth®-autoradio
5
Als de RDS-functie is ingeschakeld,
zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-
zenders echter niet in het hele land te
ontvangen doordat de zenders niet het
hele land dekken. Dit verklaart dat de
zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus "Radio" op OK om de RDS-
functie direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU .
Selecteer " Audiofuncties ".
Druk op OK.
Selecteer de functie " Voor keuze
FM-band ".
Druk op OK. Selecteer "
Frequentie volgen
(RDS) ".
Druk op OK , RDS verschijnt op het
scherm.
TA-berichten beluisteren
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor de werking van
deze functie is een goede ontvangst vereist
van een radiozender die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die op
dat moment wordt weergegeven (radio,
USB, enz.) automatisch onderbroken en
wordt de verkeersinformatie doorgegeven.
Zodra het bericht is afgelopen, wordt
de weergave van de oorspronkelijke
geluidsbron hervat.
Wees voorzichtig met het verhogen van
het geluidsvolume tijdens het beluisteren
van verkeersinformatie. Als het systeem
terugkeert naar de oorspronkelijk geluidsbron
kan het geluidsvolume te hoog zijn.
Druk op TA om de weergave van
verkeersinformatie in- of uit te
schakelen.
Verkeersberichten ontvangen via de functie INFO
De functie INFO geeft voorrang aan het
luisteren naar verkeersberichten. Om te
worden geactiveerd moet deze functie een
radiozender die deze berichten uitzendt,
goed kunnen ontvangen. Zodra een
verkeersbericht wordt uitgezonden, wordt
de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven (radio, CD....) automatisch
onderbroken en wordt het INFO-bericht
weergegeven. Zodra het verkeersbericht
is afgelopen, wordt de oorspronkelijke
weergave hervat.
Houd deze toets lang ingedrukt voor
een overzicht van categorieën.
Selecteer één of meerdere
categorieën of maak een selectie
ongedaan.
Schakel de ontvangst van de
desbetreffende berichten in of uit.
Tekstberichten weergeven
Tekstberichten worden door een
radiozender tijdens het luisteren naar het
programma meegestuurd.
.
Bluetooth®-autoradio
6
Druk op "OK" zodra de
zendergegevens op het scherm
worden weergegeven om naar het
contextmenu te gaan.
Selecteer " Zenderinfo (TXT) " en
bevestig uw keuze met OK.
Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Afhankelijk van de uitvoering
Als de "DAB"-zender waarop is
afgestemd, niet beschikbaar is in "FM", is
de optie "DAB FM" doorgestreept. Als u in een andere regio komt, is het
raadzaam de lijst van voorkeuzezenders
bij te werken.
Weergave van de lijst van alle
radiozenders en alle "multiplexen"
(bundels).
Digitale radio
Dankzij de digitale radio kunt u genieten
van een optimale geluidskwaliteit en van
extra categorieën informatie (TA INFO).
Via "multiplex /bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde
zijn gerangschikt.Wijzigen van het golfbereik (FM1,
FM2, DAB, ...)
Wijzigen van een zender binnen
dezelfde "multiplex/bundel".
1 Optieweergave: doorgestreept indien
actief maar niet beschikbaar.
2 Weergave van de naam van de
radiozender waarop is afgestemd. Zoeken naar de vorige/volgende
"multiplex/bundel".
Lang indrukken: selecteren van
de gewenste categorie berichten
uit Transport, Actualiteiten,
Entertainment en Speciale Flash-
berichten (afhankelijk van de
zender).
Druk op " OK" zodra de radiogegevens op
het scherm worden weergegeven om naar
het contextmenu te gaan.
(Zendervolgsysteem (RDS), Volgsysteem
digitale zender/
FM, Zenderinfo (TXT),
Zenderinformatie, ...)
3
Opgeslagen radiozender, toetsen 1 t/m 6.
Kort indrukken: voorkeuzezender
selecteren.
Lang indrukken: opslaan van een
radiozender.
4 Geeft de naam weer van de gebruikte
"multiplex"-ser vice, ook wel "bundel"
genoemd.
5 Weergave van RadioText (TXT) van de
radiozender waarop is afgestemd.
6 Geeft de kwaliteit van het signaal op de
beluisterde band weer.
Bluetooth®-autoradio
7
Volgsysteem DAB/FM
"DAB" dekt niet het hele land.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met " Volgsysteem digitale zender/ FM"
dezelfde zender blijven beluisteren
doordat het systeem automatisch
overschakelt op de desbetreffende
analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het " Volgsysteem digitale zender/
FM"
is ingeschakeld, wordt automatisch de
DAB-zender geselecteerd.
Druk op de toets MENU .
Selecteer " Multimedia " en bevestig
uw keuze.
Selecteer " Volgsysteem digitale
zender/
FM" en bevestig uw keuze.
Als " Volgsysteem digitale zender/
FM"
is geactiveerd, kan er sprake zijn van
een vertraging van enkele seconden
als het systeem overschakelt op de
analoge "FM"-radiozender en kan het
geluidsvolume soms veranderen. Als de "DAB"-zender waarnaar u luistert
niet beschikbaar is als "FM"-zender
(optie "
DAB/FM " doorgestreept) of als
" Volgsysteem digitale zender/ FM" niet is
geactiveerd, wordt het geluid onderbroken
als het digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-aansluiting
Gebruik geen USB-verdeelstekker
om beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting
of sluit het USB-apparaat via een kabel (niet
meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
Het systeem schakelt automatisch over op de
"USB"-bron. Elk apparaat dat op het audiosysteem
wordt aangesloten, moet compatibel zijn
met het audiosysteem of voldoen aan
norm IEC 60.950 -1.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten
(in het tijdelijke geheugen). Het aanmaken van
deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Het beperken van het aantal niet-
muziekbestanden en het aantal mappen zal het
aanmaken van deze afspeellijsten versnellen.
Elke keer dat een nieuwe USB-stick wordt
aangesloten, worden de afspeellijsten bijgewerkt.
Draagbare apparatuur die op de
USB-aansluiting is aangesloten, wordt
automatisch opgeladen.
Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:
-
N ormaal : de nummers worden in de
normale volgorde volgens de afspeellijst
afgespeeld.
-
S
huffle : de nummers van een album of een
map worden in een willekeurige volgorde
afgespeeld.
-
W
illekeurig voor alle media : alle nummers
van alle mediaspelers worden in een
willekeurige volgorde afgespeeld.
-
H
erhaling : alleen de nummers van dit
album of deze map worden afgespeeld.
.
Bluetooth®-autoradio