162
SPORT
Beweeg de impulsselectiehendel één of twee
keer naar voren (N of R) of naar achteren ( N of
D ), indien nodig tot voorbij het weerstandspunt.
Zodra u de impulsselectiehendel loslaat, keert
hij terug naar zijn oorspronkelijke positie.
U kunt bijvoorbeeld op twee manieren vanuit
de stand P de stand R te selecteren: door de
impulsselectiehendel twee keer naar voren te
bewegen tot aan het weerstandspunt of één keer naar
voren te bewegen tot voorbij het weerstandspunt.
-
I
n het eerste geval wordt de transmissie vanuit
de stand P in de stand N en ver volgens vanuit de
stand N in de stand R gezet.
-
I
n het tweede geval wordt de transmissie vanuit
de stand P direct in de stand R gezet.
Schakelflippers aan het stuurwiel
In de stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers handmatig schakelen.
B.
To e t s Unlock .
Om de transmissie te deblokkeren
en vanuit de stand P , met ingetrapt
rempedaal, een andere stand in te
schakelen, of de stand R in te schakelen.
Druk eerst op deze toets voordat u de
selectiehendel bedient.
C. To e t s M .
Om vanuit de stand D over te schakelen
op de handbediende stand.
D. Verklikkerlampjes voor transmissiestand
(P, R, N, D) . Met de flippers is het niet mogelijk de
neutraalstand en de achteruitversnelling in
te schakelen of uit de achteruitversnelling
te schakelen.
To e t s " S p o r t "
Als bij draaiende motor met deze toets het
Sport-programma wordt geactiveerd, schakelt
de transmissie bij een hoger toerental op zodat
een sportievere rijstijl mogelijk is.
Het programma wordt automatisch
uitgeschakeld bij het afzetten van het contact.
Activeren van het programma Sport
of het Driver
Spor t Pack wordt niet aanbevolen in de volgende
situaties:
-
g
ebruik van een andere stand van de
Advanced Grip Control dan de standaardstand,
-
h
et minimumniveau van de brandstofvoorraad
is bereikt,
-
h
et minimumniveau van de AdBlue-voorraad is
bereikt.
Bij aangekoppelde aanhangwagen heeft
het indrukken van deze toets geen effect.
Programma Sport
Door in de stand D deze toets in te drukken
wordt het programma Sport geactiveerd.
De letter " S" wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
F Beweeg de rechter flipper " +" kort naar u toe
om een hogere versnelling in te schakelen.
F
B
eweeg de linker flipper " -" kort naar u toe
om een lagere versnelling in te schakelen.
Rijden
231
Vul het reser voir bij wanneer dit
nodig is.
Inhoud van het reservoir:
-
5
,3 liter bij uitvoeringen voor landen met
zeer lage temperaturen.
-
2
,2 liter bij andere uitvoeringen.
Type vloeistof
Maak voor de ruitensproeiers
uitsluitend gebruik van kant-en-klare
ruitensproeiervloeistof.
's Winters (bij temperaturen beneden het
vriespunt) moet voor de omstandigheden
geschikte ruitensproeiervloeistof met antivries
worden gebruikt om de onderdelen van het
systeem (pomp, reser voir, leidingen enz.) te
beschermen.
Vul het reser voir nooit bij met kraanwater (kans
op bevriezing, kalkafzetting enz.).
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Het minimumniveau van het
additief wordt aangegeven door het
permanent branden van dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding met betrekking tot een te
laag additiefniveau van het roetfilter.
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau AdBlue
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Om te voorkomen dat de auto niet meer kan
starten – conform de voorschriften – dient u het
reser voir bij te vullen met AdBlue.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR -
systeem en in het bijzonder het bijvullen ervan.
Niveau ruitensproeier-
vloeistof
Controles
Controleer, tenzij anders aangegeven,
deze componenten overeenkomstig de
onderhoudsschema van de fabrikant en
overeenkomstig uw motor.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
de PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupoolklemmen goed vastzitten
(bij uitvoeringen zonder snelsluiting voor de
accupoolklemmen) en of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te
nemen voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving (veel stof...) en
het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten
het twee keer zo vaak worden
vervangen .
Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.
7
Praktische informatie
234
AdBlue® (BlueHDi-
motoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft PEUGEOT er voor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85% stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof
en water (deze zijn niet schadelijk voor de
gezondheid en het milieu).
De AdBlue
® bevindt zich in
een specifiek reservoir van
ongeveer 17 liter.
Wanneer u met de resterende hoeveelheid nog
maximaal ongeveer 2400 km kunt rijden tot het
reservoir helemaal leeg is, wordt automatisch
een waarschuwingssysteem geactiveerd. Als het AdBlue
®-reser voir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem er voor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100 km
wordt een systeem geactiveerd dat het
opnieuw starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart
kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de lampjes en de
bijbehorende waarschuwingsmeldingen.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reser voir waardoor u ook in zeer
koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk
AdBlue® bij te vullen zodra de eerste
waarschuwing wordt gegeven dat het
minimumniveau is bereikt.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
correct werkt:
-
G
ebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de
norm ISO 22241 voldoet.
-
A
ls de AdBlue
® niet in de originele
jerrycan wordt bewaard, verliest het
zijn zuiverheid.
-
V
erdun de AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan
dat over AdBlue
®-pompen beschikt die
speciaal ontworpen zijn voor bepaalde
auto's.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Praktische informatie
235
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto.
Gebruiksvoorschriften
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge temperatuur) kan het risico van
het vrijkomen van ammoniakdampen niet
worden uitgesloten: adem deze niet in. Deze
ammoniakdampen werken irriterend op de
slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de omgevings-
temperatuur van de auto hoger is dan -11°C.
Als het kouder is, bevriest de AdBlue
®
waardoor u de vloeistof niet in het reser voir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul ver volgens het
reservoir bij.
Bij een storing in het AdBlue
® -systeem,
die bevestigd wordt door de melding " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk", moet
u
minimaal 5 liter bijvullen.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank. Als er AdBlue
® op de zijkant van de auto
of op een andere plaats is gemorst, spoel
het additief dan onmiddellijk weg met koud
water of veeg het weg met een vochtige
doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt ,
dient u ongeveer 5 minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet, zonder
het bestuurderspor tier te openen, de
auto te vergrendelen, de sleutel in het
contactslot te steken of de sleutel van
het Keyless entr y en star t-systeem in
het interieur te brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10 seconden wachten de motor.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met Keyless entry and
start op de knop " START/STOP" om de
motor af te zetten.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond
dan met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water.
7
Praktische informatie
236
F Zorg dat u beschikt over een flacon of jerrycan met AdBlue®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon of
fles in het AdBlue-reser voir van uw auto
giet.
Of
F Steek het vulpistool van de AdBlue®-pomp in
de vulopening van het reser voir en vul bij tot
het vulpistool automatisch uitgeschakeld wordt.
Belangrijk:
- O m er voor te zorgen dat het AdBlue®-
reser voir niet overstroomt, wordt
aanbevolen:
•
O
m 10 tot 13 liter bij te vullen met
behulp van AdBlue
®-flacons.
Of
•
N
iet meer bij te vullen nadat
het vulpistool bij het tankstation
automatisch uitgeschakeld wordt.
-
A
ls het AdBlue
®-reser voir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u kunt in dat geval de motor niet meer
opnieuw starten), moet u het reser voir
vullen met minimaal 5 liter vloeistof.
Na het vullen
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening en draai de dop een zesde omwenteling
rechtsom, tot de aanslag.
F
S
luit de brandstofvulklep. Voer de lege AdBlue
®-jerrycans niet als
huisvuil af.
Deponeer ze in de daartoe bestemde
containers of breng de flacons naar uw
verkooppunt.
F
Z
org dat de auto is ontgrendeld en open de
brandstofvulklep. Draai de blauwe vuldop
van het AdBlue
®-reser voir een zesde
omwenteling linksom.
F
V
er wijder de blauwe dop.
Praktische informatie
257
12V- ac c u
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels en voor het laden van een lege
accu.
Versie 1 (Full)
Zekeringnr.Stroomsterkte (A) Functies
F14 15 ARuitensproeierpomp.
F15 5 AStuurbekrachtiging.
F20 25 ARuitensproeierpomp.
F22 15 AClaxon.
F23 15 AGrootlicht rechts.
F24 15 AGrootlicht links.
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F8 30 AEmissieregelsysteem dieselmotor (AdBlue).
F12 15 AAutomatische transmissie.
F14 5 AAutomatische transmissie.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F16 25 AMistlampen vóór.
F18 10 AGrootlicht rechts.
F19 10 AGrootlicht links.
Kast 1
Kast 2
Algemeen
12V-loodaccu
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform
de regelgeving en mogen in geen geval
met het huishoudelijke afval worden
weggegooid.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
8
In geval van pech
271
180° zicht naar achteren .......................20 6-207
A
Aanhanger.............................. 126, 151-152, 219
Aanhangergewichten ....................263-265, 267
Aanjager, regeling
..................................... 8
7- 8 9
Aansluiten MirrorLink
............................17, 11 -1 2
Aansluiting 12 V
.............................. 9
7, 104, 10 6
Aansluiting 230 V
.......................................... 104
Aansteker
........................................................ 97
ABS
........
....................................................... 124
Accessoires ........................................... 121, 15 6
Accu
........................ 13, 223, 231, 257-258, 260
Accu laden
............................................ 259-260
Achterbank
...............................
.................78- 80
Achterklep
....................................................... 61
Achterklep sluiten
............................... 49, 52, 61
Achterlichten
...............................
..................250
Achterportieren
...............................
.......14 9 -15 0
Achterruitverwarming
..................................... 91
Achteruitrijcamera
......................................... 206
Achteruitrijlicht
...................................... 250-251
Actief dodehoekbewakingssysteem
....... 2
4, 202
Actieradius AdBlue
® .................................. 3 2-34
Active Lane Departure Warning System
........................... 17, 195, 202
Active Safety Brake..................... 16 -17, 18 9 -191
Adaptieve cruise control met stopfunctie
............ 174 -175, 18 0 -18 4, 187, 189
AdBlue
® ............................................ 2 0, 32, 234
Advanced Grip Control .......................... 127-128
Afmetingen
.................................................... 268
Afstandsbediening
................... 4
8 - 49, 51-52, 54
Afstandsbediening, batterij vervangen
...........56
Afzetten van de motor
................................... 152
Airbags ............................... .............18, 13 3, 13 8
Airbags vóór ................................... 13 3 -13 4, 13 6
Airconditioning
.......................................... 84-86
Airconditioning (automatisch)
.........................83
Airconditioning (handbediend)
...........83-84, 90
Airconditioning met centrale regeling
............................... 84-86, 90
Airconditioning met gescheiden regeling
...............................86, 90
Alarmknipperlichten
.............................. 12
2, 237
Alarmsysteem
................................................. 58
A
lgemeen menu
................................................ 4
Allesdragers
...............................
...........225-226
Allesdragers monteren
.........................225-226
Antiblokkeersysteem (ABS)
....................15, 124
Antispinregeling (ASR)
..........................124 -128
Apple CarPlay-verbinding
.........................16, 12
Apple
®-speler ...................................... 24, 10, 10
Armleuning achter ......................................... 105
Armleuning vóór
............................................ 10 0
Audiokabel
.................................................. 23, 9
Audioversterker
...............................
................98
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
........................ 8
6, 90
Automatische ruitenwissers
............117, 11 9 -12 0
Automatische transmissie
..... 16
1-169, 232, 259
Automatische verlichting ................1 0 9 , 112 -113
Automatisch noodremsysteem
...16 -17, 18 9 -191
Autoradio, bediening aan stuurkolom
.......3, 2-3
AUX-aansluiting
...................................... 23, 9, 8
B
Bagageafdekking .......................................... 10 6
Bagagenet voor hoge belading .....................107
Bagageruimte
.............................. 61- 62, 64, 108
Bagageruimteverlichting ...............................108
Banden ................ .......................................... 233
Banden, noodreparatie
.........................240, 242
Banden oppompen
...................................... 233
Bandenreparatieset
......238-239, 238-240, 242
Bandenspanning
................................... 233, 243
Bandenspanningscontrole (met set)
..... 24
0, 242
Bandenspanningscontrolesysteem ...1 8, 170, 243Bandenspanning te laag (detectie) ...............170
Batterij afstandsbediening ........................54, 56
Bekerhouder
..............................
.....................96
Beladen
......................................... 107, 225-226
Benzinemotor
............................... 218, 228, 264
Bijvullen AdBlue
® .......................................... 23 5
Binnenspiegel
............................................ 7 7-78
BlueHDi
............................. 32, 35, 234, 237-238
Bluetooth (handsfree set)
...25 -2 6 , 13 -14, 10 -11
Bluetooth (telefoon)
......................... 2 5 - 2 7, 1 3 -1 5
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
.....14
Bluetooth-verbinding
........... 19, 25 -27, 13 -15, 11
Bochtverlichting, statisch
....................... 11 6 -117
Boordcomputer
.......................................... 37- 3 8
Boordgereedschap
....................... 108, 238-240
Brandstof
....................................................... 218
Brandstofadditief
........................................... 2
32
Brandstofniveaumeter
................................... 216
Brandstoftank
......................................... 216 -217
Brandstof tanken
.................................... 216 -218
Brandstoftank leeg (diesel)
.................... 237-238
Brandstofvulklep
.................................... 216 -217
Buitenlandse reizen
...................................... 111
Buitenspiegels ...................... 76 -77, 91, 200 -201
C
CD ..................................................... 23 -24, 9, 9
.
Trefwoordenregister
272
CD MP3 .............................................2 3 -24, 9, 9
CD-/MP3-speler ............................... ...........23, 9
Centrale vergrendeling
.............................51, 5 7
CHECK
................
............................................ 35
Claxon
........................................................... 12 2
Configuratie van de auto
....................3
8 - 43, 46
Connectiviteit
.................................................. 98
Contact
............................................ 15 4, 15 6, 28
Contact aangezet
.......................................... 15 6
Controlelampjes
.............................................. 11
Controles
....................................... 2
28, 231-233
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) – Digitale radio ..................................... 22, 8, 6 -7
Dagrijverlichting
...............................
.....111, 2 4 8
Dagteller
.......................................................... 36
Dashboardkastje
............................................. 97
Dashboardverlichting (dimmer)
...................... 36
D
atum instellen
............................. 38 - 40, 31, 18
Derde remlicht
............................................... 252
Detectie obstakels
........................................ 202
Dieselmotor
................... 2
18, 228, 237, 265, 267
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
.............................22, 8, 6
Dimlicht
...................................... 25 -26, 248-249
Display instrumentenpaneel
.........................167
Distance Alert
............................................... 189
Dodehoekbewaking
........................24, 200-202
Draadloze lader
...............................
..........98-99
Driver Sport Pack
................................... 166 -167
Dynamische noodrem
............................ 1
57-16 0
H
Halogeenlampen ...................................11 2 , 2 4 8
Handgrepen .................................................... 96
H
andrem
............................................... 232-233
Handsfree achterklep
...............................62, 64
Handsfree set
......................25 -2 6 , 13 -14, 10 -11
Handsfree toegang
......................................... 64
Helderheid
....................................................... 16
Hifisysteem
..............................
.......................98
Hill Assist Descent Control (H A DC)
.......................................... 24, 128 -129
Hill Start Assist
...................................... 165 -166
Hoedenplank
................................................. 10 6
Hoofdsteunen achter
................................78- 80
Hoofdsteunen verstellen
.................................73
Hoofdsteunen vóór
......................................... 73
H
oogteverstelling veiligheidsgordels
.....12 9 -13 0
Hulpoproep
............................................ 12 2-123
I
Identificatie .................................................... 26 9
Indeling achter .............................. ................104
Inductielader
............................................. 98-99
Inhoud brandstoftank
.................................... 216
Instapverlichting
............................................ 113
Instellen van de uitrustingen
...............38 - 43, 46
Instellingen bestuurder (opslaan)
..............74 -75
Instellingen van het systeem
....................3
0, 16
Instrumentenpaneel
.......................8, 8 -9, 35 -37
Intelligente tractiecontrole
............................125
Interieurfilter (vervangen)
......................231-232
Interieurverlichting
...............................
..102-103
ISOFIX
.......................................................... 14 4
ISOFIX-bevestigingen
..................................143
ISOFIX-kinderzitjes ................................ 143 -14 6
E
Eco-mode ...................................................... 223
Elektrisch bedienbare achterklep ............. 6
2- 64
Elektrische parkeerrem
.............14, 27, 157-160
Elektrisch verstelbare stoelen
................... 74
-75
Elektronische remdrukregelaar (EBD)
.........124
Elektronische sleutel
.................................. 51- 5 2
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
...............124 -128
Extra verwarming
............................................ 92
F
Flacon AdBlue® ............................................. 23 5
Follow me home-verlichting ............. 5
0 , 113 -114
Frequentie (radio)
...............................
........21-22
Functie i- Cockpit Amplify
................ 76, 80 - 81, 10 0 -101, 166 -167
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
...........111
G
Geheugen instellingen bestuurder ............74 -75
Gereedschap ................................ 238-240, 243
Gereedschapskist
......................................... 108
Gevarendriehoek
.......................................... 237
Gewichten
..................................... 26
3-265, 267
GPS
................................................................. 12
Grootlicht
......................................... 2
6, 248-249
Grootlichtassistent
........................... 2
6 , 114 -11 6
Trefwoordenregister