
55
Als uw auto is voorzien van
airconditioning, bevat het dashboardkastje
een ventilatieopening B die dezelfde
gekoelde lucht aanvoert als de
uitstroomopeningen in het interieur.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit – bij een noodstop
of een aanrijding kan dit leiden tot ernstig
letsel!
12 V-aansluiting
F Open, wanneer u een 12V-apparaat (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje en sluit een geschikte
adapter aan.
Houd rekening met het maximale
vermogen van de aansluiting (anders is er
kans op beschadiging van uw accessoire). Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
USB-/Jack-aansluiting*
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een USB-
en een Jack-aansluiting*, bevindt zich op de
middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur, zoals een
digitale audiospeler (bijvoorbeeld een iPod
®) of
een USB-stick, aansluiten.
Via deze aansluiting kunt u de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van het audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
het audiosysteem en deze weergeven op het
display. De USB-aansluiting kan ook worden gebruikt
om een smartphone via MirrorLink
TM, Android
Auto® of CarPlay® te verbinden, zodat u
bepaalde apps van uw smartphone via het
touchscreen kunt gebruiken.
Armsteun vóór
(afhankelijk van de uitvoering)
Om te profiteren van extra comfort kan de
armsteun naar voren worden gekanteld, maar
hij kan ook volledig naar achteren worden
geklapt.
*
a
fhankelijk van de uitvoering Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting
wordt de draagbare apparatuur automatisch
opgeladen.
Tijdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van de
draagbare apparatuur hoger is dan de door de
auto geleverde stroomsterkte.
3
Ergonomie en comfort

68
Algemene aanbevelingen
met betrekking tot de
veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw auto
zijn labels aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie
over de identificatie van uw auto.
Ver wijder ze niet: ze horen namelijk bij de
auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw
auto contact op met een gekwalificeerde
werkplaats die beschikt over de juiste
technische informatie, vakkennis en
apparatuur. Het PEUGEOT-netwerk is in
staat u dit te bieden.
Afhankelijk van de landelijke wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto, enz.Belangrijke informatie:
-
H
et monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan tot een hoger verbruik
leiden en storingen in het elektronische
systeem van uw auto veroorzaken.
Neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk voor meer informatie over
het aanbod aan accessoires met een
artikelnummer.
-
U
it veiligheidsoverwegingen is toegang
tot de diagnose-aansluiting, die is
gekoppeld aan de elektronische
systemen in de auto, uitsluitend
voorbehouden aan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is
over geschikt gereedschap (kans op
storingen in de elektronische systemen
die kunnen leiden tot pech of ernstige
ongevallen). De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld als deze
aanwijzing niet wordt opgevolgd.
-
W
ijzigingen of aanpassingen die
niet door PEUGEOT zijn voorzien
of toegestaan, of die niet volgens
de technische voorschriften van de
fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot
het ver vallen van de wettelijke en
contractuele garanties. Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u een radiocommunicatiezender
monteert, moet u bij het PEUGEOT-
netwerk de technische gegevens
van compatibele zenders opvragen
(frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften),
conform de Richtlijn Elektromagnetische
Compatibiliteit (2004/104/EG).
Alarmknipperlichten
F Wanneer u deze rode knop indrukt,
knipperen alle vier de richtingaanwijzers
tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Veiligheid

130
Aanbevelingen
Verdeel de lading gelijkmatig om te
voorkomen dat een van de zijden wordt
overbelast.
Plaats de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij het dak.
Sjor de lading goed vast.
Rijd behoedzaam: wees bedacht op een
grotere zijwindgevoeligheid. Bovendien
kan de stabiliteit van de auto door de
belading worden beïnvloed.
Tijdens een lange rit: controleer bij iedere
stop of de lading goed vastzit.
Ver wijder de allesdragers zodra deze niet
meer nodig zijn.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals de radio,
ruitenwissers, dimlichten en plafonniers nog
in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Inschakelen van de eco-
mode
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Uitschakelen van de eco-
mode
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze gedurende
ten minste 5 minuten draaien.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu .
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan
het gesprek nog ongeveer 10 minuten worden
voortgezet met de handsfree-set van het
audiosysteem.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Onderhoudstips
In het garantie- en onderhoudsboekje van
uw auto vindt u de algemene adviezen met
betrekking tot het onderhoud van uw auto.
Motorkap
De koelventilator kan ook gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd
daarom voor werpen en kleding uit de
buurt van de ventilator.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische componenten in de
motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen, ...)
te beperken.
Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit te
voeren om letsel als gevolg van het automatisch
inschakelen van de START-stand te voorkomen.
Praktische informatie

158
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Probeer een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of
automatische transmissie nooit aan te
duwen of slepen om de motor te starten.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste
keer starten van de motor, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal
8 uur), niet is gebruikt.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Toegang: F
o
pen de motorkap via de hendel in
het interieur en gebruik ver volgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
b
eweeg de kunststof afdekkap van de (+)
pool omhoog.
De minpool (-) van de accu is niet
bereikbaar.
Op de rechterkant van de motorsteun is
een afzonderlijk massapunt aangebracht.
Starten van de motor
met een hulpaccu en
startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster. Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een
nominale spanning van 12 V en een
capaciteit minimaal gelijk aan die van de
ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide
auto's uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet
in de buurt van bewegende delen van de
motor (ventilator, riem enz.) bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
F
B
eweeg, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje van de
In geval van pech

160
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden – Kans op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur).
Loskoppelen van de accu
F sluit alle te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep, ruiten, enz.),
F
s
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting, enz.) uit;
F
z
et het contact uit en wacht 4 minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt.
Anders kan de elektrische uitrusting
van het Stop & Start-systeem ernstig
beschadigd raken.
Als u de auto gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, koppel dan de accu los.
Op deze manier blijft het laadniveau van de
accu voldoende om de motor weer te kunnen
starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
Weer aansluiten van de plusklem (+)
Forceer de hendel niet door erop te
duwen, aangezien de accupoolklem niet
kan worden vergrendeld als deze niet
correct is geplaatst; herhaal de procedure.
F
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem B te ontgrendelen.
F
B
eweeg de accupoolklem B omhoog om
hem te verwijderen. F
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
F
P
laats de geopende accupoolklem B op de
pluspool (+) .
F
D
ruk de accupoolklem B volledig omlaag.
F
B
eweeg de hendel A omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
In geval van pech

1
PEUGEOT Connect Radio
Multimedia audiosysteem
– Applicaties – Bluetooth®-
telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
3
M
enu's
4
A
pplicaties
5
R
adio
6
D
AB-radio (Digital Audio Broadcasting)
8
M
edia
9
T
elefoon
1
1
Configuratie
1
6
Veelgestelde vragen
1
8De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
mode
.
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
PEUGEOT Connect Radio

2
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de
toets drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering)
en rechtstreekse toegang tot het
desbetreffende menu.
-
I
nformatie over de menu's Radio Media en
Telefoon.
-
I
nformatie over de privégegevens.
-
T
oegang tot de Instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitrusting):
-
F M/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van
de uitrusting).
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth
en multimedia-uitzending Bluetooth
(streaming).
-
U
SB toets.
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitrusting).
-
C
D-speler (afhankelijk van de uitrusting).
Via het menu "Instellingen" kunt
u een profiel voor één persoon
of voor een groep personen met
gemeenschappelijke instellingen
aanmaken, waarbij vele instellingen
mogelijk zijn (voorkeuzezenders radio,
audio-instellingen, geluidssfeer enz.).
De instellingen worden automatisch
aangepast.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de toetsen aan weerszijden van
of onder het touchscreen om de menu's te
openen en druk ver volgens op de virtuele
toetsen op het touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" aan de linkerkant van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
U kunt op elk gewenst moment de menu's
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn
wit.
Voor pagina's met meerdere tabbladen onder
aan het scherm, kunt u tussen de pagina's
wisselen door op de gewenste pagina te tikken
of door een vinger te gebruiken en de pagina's
naar links of rechts te verschuiven.
Druk op het gearceerde gedeelte om een
niveau lager te gaan of om uw keuze te
bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm
is het raadzaam gebruik te maken
van een niet schurende zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje), zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte
handen.
PEUGEOT Connect Radio

3
Onder zeer warme omstandigheden
kan het volume worden beperkt om het
systeem te beschermen. Het systeem kan
gedurende ten minste 5 minuten stand-by
(scherm en geluid uitgeschakeld) worden
gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, zal de oorspronkelijke instelling
weer worden gebruikt.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel – Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu
of lijst selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu
of lijst selecteren.Radio:
Kort indrukken: zenderlijst
weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst
bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht
weergeven.
Lang indrukken:
sorteermogelijkheden weergeven.
Geluidsbron wijzigen (radio,
USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten,
CD-speler, audiostreaming).
Een selectie bevestigen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/weer
inschakelen door het gelijktijdig
indrukken van de volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel – Type 2
Gesproken commando's
:
Deze knop bevindt zich op het
stuur wiel of op het uiteinde van de
lichtschakelaar (afhankelijk van de
uitvoering).
Kort indrukken: gesproken
commando's smartphone via het
systeem.
Geluidsvolume verhogen.
Geluid onderbreken/herstellen.
Of
Geluidsweergave onderbreken
door gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen: druk op
één van de twee volumetoetsen.
Verlagen van het geluidsvolume.
Media (kort indrukken): veranderen
van multimediabron.
.
PEUGEOT Connect Radio