40InleidingFavorieten (NAVI 80 IntelliLink)
Raak op de startpagina f aan om
favorieten van de onderstaande func‐ ties te bekijken, toe te voegen of te
verwijderen:
● ⇑ Navigatie 3 81.
● ª Multimedia - zie "Radio"
3 50.
● g Telefoon 3 118.
● ¯ Services 3 84.Favorieten voor navigatie
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en selecteer
vervolgens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een opgeslagen bestemming toe te
voegen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de
bestemming" in het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 98.Favorieten voor multimedia
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en vervolgens
Favoriet toevoegen .Maak een keuze uit de lijst om een
FM-voorkeurszender toe te voegen
aan de favorieten.Favorieten voor telefoon
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en vervolgens
Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
contactpersoon voor de telefoon toe
te voegen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Contacten" in
het hoofdstuk "Telefoon" 3 127.Favorieten voor services
Selecteer een vrije plaats op het
display of raak < aan (om een pop-
upmenu te openen) en vervolgens
Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
serviceoptie toe te voegen aan de
favorieten.Favorieten verwijderen
Raak < aan en selecteer Alle
favorieten verwijderen of Een favoriet
verwijderen .Selecteer daarna een favoriet uit de
lijst. Er verschijnt een bevestiging.
Raak Verwijderen aan en bevestig de
vraag die verschijnt.
Extra functies (NAVI 50 IntelliLink)
Versiespecifiek zijn er instellingen
voor de achteruitrijcamera beschik‐
baar.Instellingen achteruitrijcamera
Wanneer het beeld van de achteruit‐
rijcamera op het display verschijnt, raakt u ÿInstelling(en) om het instel‐
lingenmenu te openen.
U kunt de volgende instellingen
bijwerken:
● Het beeld van de achteruitrijca‐ mera Uit/In schakelen.
● Kleuren
Raak ]/< aan om het niveau af
te stellen.
● Helderheid
Raak ]/< aan om het niveau af
te stellen.
● Contrast
Raak ]/< aan om het niveau af
te stellen.
Inleiding45De volgende instellingensubmenu's
verschijnen onderaan het scherm:
● Audio :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Geluidsinstellingen" 3 41 en
"Volume-instellingen" 3 43.
● Display : Zie hieronder.
● Bluetooth : Zie hieronder.
● Systeem : Zie hieronder.Beeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
● Helderheid (Laag/Normaal/
Hoog)
● Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
● Auto : De dag- en nachtmo‐
dus schakelen automatisch
om.
● Dag : Het kaartscherm wordt
altijd met heldere kleuren
weergegeven.
● Nacht : Het kaartscherm
wordt altijd met donkere kleu‐
ren weergegeven.
● Achtergrond (Donker/Licht)
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Schakelen tussen een
donkere en lichte weergavemo‐
dus (beschikbaar afhankelijk van
de auto).Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren●Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐ mentsysteem te koppelen)
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie.
Voor hulp met activeren en
bedienen van stembediening
kunt u "Stemherkenning" raad‐ plegen 3 114.
Raadpleeg voor meer informatie over
Bluetooth-instellingen
(NAVI 50 IntelliLink) "Streaming
audio via Bluetooth" 3 71 en "Blue‐
tooth-verbinding" in het hoofdstuk
"Telefoon" 3 123.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
● Taal
Wijzig de displaytaal en de taal
van de gesproken aanwijzingen
voor het navigatiesysteem. Druk
op OK om de keuze te bevesti‐
gen.
Inleiding47Als er weinig licht is, is het
displayscherm eenvoudiger af te
lezen als het display niet te
helder is.
● Helderheid bij nacht /
nachthelderheid : Helderheid van
het scherm aanpassen aan het
lichtniveau buiten (lichtniveau 's
avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het
displayscherm eenvoudiger af te
lezen als het display niet te
helder is.
● Automatische dag-/
nachtmodus /'s nachts
overschakelen op nachtmodus :
Automatische omschakeling tussen helderheid bij daglicht/in
het donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of
als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus forceren /
nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.Geluid
De volgende submenu's voor de
instellingen verschijnen:
● Geluidsniveaus : Volume en
geluiden voor het hoofdvolume,
handsfree telefoonsysteem,
beltoon van telefoon, navigatie-
instructies, systeem-/computer‐
stem, verkeersberichten en
parkeerhulp (afhankelijk van
versie) wijzigen.
● Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is
uitgeschakeld.
● Voor snelheid gevoelig volume :
Snelheidsafhankelijke volume‐
aanpassing instellen.
● Instellingen gesproken
instructies : Soorten informatie
door de stem van het Infotain‐
mentsysteem aanpassen (bijv.
"Instructies voor rijstrook op snel‐ weg oplezen").
● Stem : Wijzig de stem die door het
Infotainmentsysteem (indien
beschikbaar) wordt gebruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.
Aanbevolen wordt om de automati‐
sche tijdaanpassingsinstelling inge‐
schakeld te houden.Veiligheidsaanwijzingen
Diverse waarschuwingen door het
Infotainmentsysteem in-/uitschake‐
len (bijv. "Waarschuwen bij over‐ schrijden maximumsnelheid"). Selec‐ teer de desbetreffende vakjes om ze
in te schakelen.Startscherm
Configuratie van de startpagina wijzi‐
gen.
Maak een selectie uit de lijst met
opties om een voorbeeld met de lay-
out van de afzonderlijke startpagina's
te bekijken.Toetsenborden
Wijzig eerst het alfabettype (bijv.
Latijn, Grieks) en vervolgens het
toetsenbordtype (bijv. Qwerty,
ABCD).
52Radio●> : frequentie in stappen van
verlagen of verhogen.
● ↑/↓: door de zenderlijst blade‐ ren.
Radio activeren
Om vanuit de startpagina naar de
radio te gaan, raakt u MENU aan,
gevolgd door Multimedia en Radio .
De volgende modi zijn beschikbaar: ● Voorkeur :
De opgeslagen favoriete radio‐ zenders verschijnen.
● Lijst :
Er verschijnt een alfabetische lijst met beschikbare radiozenders
(maximaal 50 zenders).
Let op
Radiozenders zonder RDS: alleen
de frequentie wordt weergegeven.
Deze zenders verschijnen onderaan in de lijst.
● Frequentie :
Zoek handmatig of automatisch
door het geselecteerde frequen‐ tiebereik te scannen.Frequentiebereik selecteren
Raak het tabblad FM/AM /DR in de
linkerbovenhoek van het display aan
om tussen de frequentiebereiken om
te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Automatisch zender zoeken
Druk kort op 2 of 3 om naar de
volgende te ontvangen zender in het
huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot 2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.
NAVI 50 IntelliLink - Automatisch
zender zoeken
Raak l of m aan om naar de
volgende te ontvangen zender in het
huidige frequentiebereik te zoeken.Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
l of m weer wordt aangeraakt.
NAVI 80 IntelliLink - Automatisch
zender zoeken
Raak Y of Z aan om naar de
volgende te ontvangen zender in het
huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
Y of Z weer wordt aangeraakt.
Handmatig zender zoeken
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig zender zoeken
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens 2 of 3
ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.
Laat de toets los wanneer u vlakbij de gewenste frequentie bent. Er wordt
dan automatisch gezocht naar de
volgende te ontvangen zender endeze wordt automatisch afgespeeld.
Draai aan OK om de frequentie in
stappen te wijzigen.
60CD-spelerCD-spelerAlgemene informatie....................60
Gebruik ........................................ 61Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en ook wma-cd's (afhankelijk van de
versie) afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐
speeld.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelf-opgenomen cd-r's en cd- rw's en wma-bestanden met Digi‐tal Rights Management (DRM)
van online muziekwinkels spelen
wellicht niet goed of helemaal
niet.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audi‐
otracks herkend en afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's; zie hieronder.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.
68USB-poortandere gecomprimeerde bestan‐den kunnen niet worden afge‐speeld.
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus.
Maximaal aantal bestanden dat
opgeslagen kan worden:
1000 bestanden.
NAVI 50 IntelliLink : Minimaal
aanbevolen opslagcapaciteit van
USB-opslagapparaat is 4 GB.
Aanbevolen maximale opslagca‐
paciteit is 32 GB.
Wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van
online muziekwinkels spelen
wellicht niet goed of helemaal
niet.
Toepasbare afspeellijst-exten‐
sies: .m3u, .pls.
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Zodra het audioapparaat is aangeslo‐
ten, kunt u alleen de bedieningsele‐
menten en menu's van het Infotain‐ mentsysteem gebruiken om het
audioapparaat te bedienen.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Muziek afspelen via USB-
aansluiting
Mp3-speler / iPod / USB-stations
Het systeem detecteert het audioap‐
paraat wanneer een USB-apparaat is
aangesloten. Het huidige nummer
wordt automatisch weergegeven.
Wanneer een nieuw audioapparaat
wordt aangesloten, wordt automa‐
tisch het eerste nummer in de eerste
map afgespeeld. Bij het weer aanslui‐
ten van het apparaat klinkt het eerste afgespeelde nummer weer.
Afhankelijk van het audioapparaat dat
is aangesloten, selecteert u een map
(mp3-speler, USB-apparaat) of een
afspeellijst (draagbare, digitale
muziekspeler).De bediening van audiobronnen die
aangesloten zijn via USB, is in het
algemeen gelijk aan die voor een
audio mp3/wma-cd 3 61.
Nummer selecteren
Om direct nummers te selecteren (en van map te wisselen) gaat u tijdens
het afspelen eerst naar de menu‐
structuur van het audioapparaat door op OK te drukken. Selecteer
nummers en wissel van map door de
draaiknop te draaien en in te drukken.
NAVI 50 IntelliLink - Muziek
afspelen via USB-aansluiting
Mp3-speler / USB-opslagapparaten /iPod
Het systeem detecteert het audioap‐
paraat wanneer een USB-apparaat is
aangesloten. Het huidige nummer
wordt automatisch weergegeven. Het apparaattype (mp3-speler/USB-
opslagapparaat of iPod) wordt ook
herkend en de relevante audiobron‐
modus (USB of iPod) wordt automa‐
tisch geselecteerd.
96Navigatieverhogen of te verlagen. Ze wordengrijs weergegeven wanneer de maxi‐
mumstand wordt bereikt.
Weergave snelweg : Selecteer
Weergave snelweg om de weergave
van verkeersknooppunten in of uit te
schakelen voor routebegeleiding.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Displayweergave", "Kaartscherm"
hierboven voor meer informatie.
NP-markeringen : Selecteer l naast
NP-markeringen om een lijst van de
typen nuttige plaatsen (NP) weer te
geven.
Gebruik dit scherm om markeringen
voor bepaalde NP-typen op de kaart
in of uit te schakelen (tonen of verber‐
gen op de kaart), zoals verblijf, lucht‐
haven, café of bar.
Selecteer een NP-type om een lijst
met subcategorieën ervan te openen
en afzonderlijke subcategorieën in of
uit te schakelen.
Let op
Afhankelijk van het zoomniveau
zullen de nuttige plaatsen op de
kaart zichtbaar zijn.Steminstellingen
Selecteer Steminstellingen om de
taal van de stembegeleiding te wijzi‐
gen.
Blader door de lijst met talen door R/
S aan te raken, selecteer vervolgens
een taal en raak OK aan om de selec‐
tie te bevestigen.Notatie coördinaten
Selecteer Notatie coördinaten om de
notatie van coördinateninvoer te wijzi‐ gen in een van de volgende opties:
● DD.DDDDD
● DD MM.MMM
● DD MM SS.SGps
Selecteer GPS om de GPS-informa‐
tie te bekijken, bijv. beschikbare
satellieten, hun locatie en signaal‐
sterkte.Kaartupdate
Selecteer Kaartupdate om de
volgende digitale kaartinhoud en de
nieuwste update-informatie weer te
geven:
● Aandachtspunten
● Weergave kruispunten●Kaarten
● Plaatsen
● Verkeersinformatie
● Adrespunten
Het is mogelijk om specifieke content of alle content voor kaarten bij te
werken. Selecteer eerst een van de opties of raak Opties aan, gevolgd
door Update . Wacht tot de update is
voltooid.
Raadpleeg "USB-geheugenstick"
(NAVI 50 IntelliLink), "USB-geheu‐ genstick en navigatiesysteem upda‐
ten" in het hoofdstuk "Algemene infor‐
matie" 3 81.Verkeer
Selecteer Verkeer om de volgende
instellingen voor verkeersinformatie
te wijzigen:
● Verkeersinfo (Aan/Uit)
● Omleiding
● Gebeurtenistypen
Verkeersinfo : Er worden waarschu‐
wingen gegeven voor incidenten die
zich langs de route voordoen.
Navigatie97Omleiding: Bespaar tijd door een
alternatieve route te gebruiken wanneer zich langs de huidige route een verkeersopstopping of een onge‐
val voordoet. Selecteer "Aan/Uit"
naast "Bevestig aangeboden route?"
zo nodig.
Zo nodig kunt u de tijdwaarde voor de optie "Bied omleiding als de bere‐
kende route meer bespaart dan:"
(bijv. vijf minuten) bijwerken door k/
l aan te raken.
Gebeurtenistypen : Selecteer het type
gebeurtenissen dat tijdens routebe‐
geleiding wordt weergegeven, bijv.
alle gebeurtenissen, verkeersstroom‐ gebeurtenissen, afgesloten en opge‐
stopte wegen, ongelukken.
NAVI 80 IntelliLink -
Navigatiesysteem instellen
Om vanuit de startpagina naar het
navigatie-instellingenmenu te gaan,
raakt u MENU aan, gevolgd door
Navigatie en Instellingen . De
volgende submenu's voor de instel‐
lingen verschijnen:● Stembegeleiding uitschakelen :
Schakel de stembegeleiding in of
uit tijdens de navigatie.
● Routeplanning :
Instellingen voor routetype,
tolwegen, veerboten, route-over‐
zicht, carpoolstroken en onver‐
harde wegen.
Selecteer het gewenste plan‐
ningstype. Het wordt aanbevolen om "Snelste route" te gebruiken.
De eco-route is bedoeld om zo zuinig mogelijk te rijden.
Schakel daarna "iQ routes™" in/
uit, indien nodig. iQ routes™
zorgt ervoor dat routes worden
berekend op basis van het
gemiddelde verkeersaanbod op een bepaalde dag en tijd, en dat
de beste route wordt gekozen op basis van de huidige snelheid
van het verkeer.
● Nuttige plaats op de kaart
weergeven :
Categorieën van NP-markerin‐ gen op de kaart tonen of verber‐ gen.● Nuttige plaatsen beheren :
NP's of NP-categorieën toevoe‐
gen, aanpassen of verwijderen.
● Stem (afhankelijk van versie):
Selecteer een gesynthetiseerde
mannelijke of vrouwelijke stem
(voor de gesproken instructies)
uit de beschikbare lijst.
Deze menselijke stemmen geven
vereenvoudigde gesproken
instructies voor de begeleiding
en zijn niet beschikbaar wanneer de stemherkenningsfunctie
wordt gebruikt 3 114.
● Thuislocatie instellen :
Thuisadres of meest gebruikte
bestemmingsadres wijzigen.
● Opgeslagen locaties beheren :
Bestemmingsadres verwijderen
of hernoemen.
Selecteer een adres uit de
getoonde lijst, selecteer op
Hernoemen en voer een nieuwe
naam in. Raak Gereed aan om te
bevestigen. Om een geselec‐
teerd adres te verwijderen, raakt
u Verwijderen aan en bevestigt u