Page 89 of 135
Inleiding....................................... 90
Basisbediening ............................ 99
Radio ......................................... 106
Externe apparaten .....................113
Spraakherkenning ......................120
Telefoon ..................................... 121
Trefwoordenlijst ......................... 132R 4.0 IntelliLink
Page 90 of 135

90InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............90
Antidiefstalfunctie ......................... 91
Overzicht bedieningselementen ..92
Gebruik ........................................ 96Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenpagina's
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Ook is het infotainmentsysteem uitge‐
voerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐
bel in de auto kunt gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het infotainmentsys‐ teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐
steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en de heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 91 of 135
Inleiding91Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 93 of 135

Inleiding931Display/aanraakscherm ........99
2 Beginmenu ............................ 99
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
Instellingen : systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen ............................ 96
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ....................103
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........125of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) ........................ 119
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 120
5 v
Kort indrukken: ga naar de volgende zender als de
radio actief is ....................... 106
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............115
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is 106
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ............115
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............96
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............96Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...96
Draaien: volume
aanpassen ............................ 96
7 t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender als de radio
actief is ................................ 106
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............115
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is 106
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ....................................... 115
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen .................................. 96
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ............119
Page 94 of 135

94InleidingStuurbedieningsknoppen (type 1)
1qw
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden ...............96
of neem gesprek aan mits
telefoon verbonden .............121
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ...................... 125
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ................................... 125
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 120
2 SRC (bron) ............................ 96
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 96
Omhoog/omlaag draaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren als de radio
actief is ................................ 106
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ............115of volgende/vorige
nummer in oproeplijst
selecteren als de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is .........125
Omhoog/omlaag draaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren .............................. 125
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........125
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 96
Page 95 of 135
Inleiding95Stuurbedieningsknoppen (type 2)
1s
Kort drukken:
telefoongesprek aannemen 125
of actieve
spraakherkenning ...............120
of onderbreek een
instructie en spreek direct ...120
Lang indrukken: spraak‐
doorschakeling activeren
(indien ondersteund door
de telefoon) ......................... 120
2n
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........125
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 96
3k / l
Radio: druk om volgende / vorige favoriet te kiezen ......108
Media: druk om volgende /
vorige nummer te kiezen ....115
4 À / Á ............................... 96
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
Page 97 of 135

Inleiding97
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 106
● Externe apparaten 3 115
Let op
Druk in de bovenste regel van een willekeurig scherm op A om snel
naar het audioscherm te gaan dat
momenteel actief is.
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-stick
of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven.
Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 116
● Filmfuncties 3 118
Telefoon
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 121.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu van de telefoonportal weer te
geven.
Page 102 of 135

102BasisbedieningEqualizermodus
Gebruik deze instelling voor een opti‐ maal geluid voor het genre, bijv.
Rock of Klassiek .
Selecteer de gewenste geluidsstijl in
de interactieve selectiebalk onderaan het scherm. Als u Aangepast kiest,
kunt u de volgende instellingen hand‐
matig aanpassen.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐ ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge ton.
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het
menu om balance en fader in te stel‐ len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is. Ook kunt u de rode
marker naar het gewenste punt
verschuiven.
Let op
De instellingen voor balance en
fader gelden voor alle audiobron‐
nen. Deze kunnen niet apart voor
elke audiobron worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Max.
inschakelvolume .Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Automatisch
volume .
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Geluidsfeedbackfunctie voor
bediening activeren of
deactiveren
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als
een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .