Telefoon49dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
De verschillende functies van de
telefoonportal worden niet door elke mobiele telefoon ondersteund.
Daarom kan het bereik aan hieron‐ der beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu telefoon
Druk op v om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
50Telefoon
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 47.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu telefoon (en bijbehorende
submenu's) en via de telefoonspeci‐
fieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek starten
Telefoonnummer invoeren
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het hoofdmenu tele‐
foon.
Bij invoer van cijfers verschijnen
corresponderende vermeldingen in
de contactenlijst in alfabetische volg‐ orde.
Tik op de gewenste lijstvermelding
om een telefoongesprek te starten.
Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐
boekvermeldingen uit het verbonden
Bluetooth-apparaat en alle contacten
uit het navigatiesysteem.
Selecteer Contacten gevolgd door
het gewenste lijsttype.Een contact zoeken
Tik op ï om te wisselen tussen
Tik op een letter op de schuifbalk,
H of I , om de lijst door te blade‐
ren.
Tik op Zoeken om een contact te
zoeken via het toetsenbord.
Telefoon51Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer ð naast het contact gevolgd
door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 27, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprekAls er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid vande audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller.
Tik op v om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op / om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op l om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren.
Tik op ý Privé om het gesprek voort
te zetten via de mobiele telefoon
(ruggespraakstand). Tik op ÿ Privé
om het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
54TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 36
Afbeeldingen weergeven ..............29
Afbeeldingsbestanden ..................27
Afbeelding via USB activeren .......29
Algemene aanwijzingen ...26, 31, 46
Bluetooth ................................... 27
DAB ........................................... 24
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 31
Smartphone-applicaties ............27
Telefoon .................................... 46
USB ........................................... 27
Algemene informatie ..............27, 43
Audio afspelen .............................. 28
Audiobestanden ........................... 27
Audio via USB activeren ...............28
Automatisch volume .....................18
B Balans........................................... 17
Basisbediening ............................. 14
Bediening...................................... 49 CD ............................................. 26
Externe apparaten ....................27
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................32
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 49Bedieningselementen
Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............18
taal wijzigen............................... 18
Begeleiding .................................. 40
Bel Beltoon ...................................... 49
Functies tijdens het gesprek .....49
Inkomend gesprek ....................49
Telefoongesprek starten ...........49
Beltoon ......................................... 49
Beltoonvolume .......................... 18
Bestandsformaten ........................27
Afbeeldingsbestanden ..............27
Audiobestanden ........................27
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............27
Apparaat aansluiten ..................27
Bluetooth-verbinding .................47
Koppelen ................................... 47
Menu Bluetooth-muziek ............28
Telefoon .................................... 49
Bluetooth-muziek activeren ..........28
Bluetooth-verbinding ....................47
55CCd-speler ...................................... 26
Cd-speler activeren ......................26
Contacten ............................... 36, 49
D DAB .............................................. 24
Datum instellen ..................................... 18
Digital Audio Broadcasting ...........24
Display-instellingen....................... 29
Displaytaal wijzigen ......................18
E Equalizer....................................... 17
F
Fabrieksinstellingen ......................18
Fader ............................................ 17
G Gebruik ................. 10, 22, 26, 32, 44
Bluetooth ................................... 27
CD ............................................. 26
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................32
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 49
USB ........................................... 27
Geluidsinstellingen .......................17
Gesproken begeleiding ................32I
Infotainmentsysteem inschakelen 10
Intellitext ....................................... 24
Invoer van de bestemming ..........36
K Kaarten ......................................... 32
Koppelen ...................................... 47
L
Lijst met afslagen.......................... 40
M Menubediening ............................. 14
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................52
Mute.............................................. 10
N Navigatie Actuele locatie ........................... 32
Bestemmingsinvoer................... 36
Contacten .................................. 36
Kaart manipuleren .....................32
Kaartupdate .............................. 31
Kaartvenster .............................. 32
Lijst met afslagen ......................40
Recente bestemmingen ............36
Reis met viapunten ...................36
Routebegeleiding ......................40TMC-zenders...................... 31, 40
Verkeersincidenten ...................40
Navigatiesysteem activeren.......... 32
Noodoproep .................................. 48
Nuttige plaatsen............................ 36
O Oproepenhistorie ..........................49
Overzicht bedieningselementen .....8
P
Persoonlijke instellingen ...............18
Profielinstellingen .........................18
R Radio Afstemmen op zender ...............22
DAB configureren ......................24
DAB-berichten ........................... 24
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 24
Gebruik...................................... 22
Golfbereik selecteren ................22
Inschakelen ............................... 22
Intellitext .................................... 24
Radio Data System (RDS) ........24
RDS configureren...................... 24
Regio-instelling.......................... 24
Regionaal .................................. 24
Voorkeuren................................ 22
Zender zoeken .......................... 22
56Zenders oproepen.....................22
Zenders opslaan .......................22
Radio activeren............................. 22
Radio Data System (RDS) ........... 24
RDS .............................................. 24
Regio-instelling ............................. 24
Regionaal ..................................... 24
Rit met viapunten.......................... 36
Routebegeleiding .........................40
S Selectie van golfbereik .................22
Smartphone .................................. 27
Telefoonweergave ....................30
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 30
Software bijwerken .......................18
Spraakherkenning ........................43
Stemherkenning ........................... 43
Systeeminstellingen...................... 18
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ............46
Bluetooth ................................... 46
Bluetooth-verbinding .................47
Contacten .................................. 49
Een nummer invoeren ...............49
Functies tijdens het gesprek .....49
Hoofdmenu telefoon ..................49
Inkomend gesprek ....................49Noodoproepen .......................... 48
Oproepenhistorie ......................49
Telefoonboek ............................ 49
Telefoon activeren ........................49
Telefoonboek ................................ 49
Telefoonweergave ........................30
TMC-zenders ................................ 31
Tijd instellen ..................................... 18
Tijd en datum aanpassen .............18
U USB Algemene aanwijzingen ............27
Apparaat aansluiten ..................27
Audiomenu USB........................ 28
Menu USB-afbeeldingen ...........29
V Verkeersincidenten .......................40
Volume Automatisch volume ..................18
Beltoonvolume .......................... 18
Gesproken instructies ...............18
Snelheidsafhankelijk volume .....18
Stiltefunctie................................ 10
Volume aanraakpiep .................18
Volume instellen ........................10
Volume aanraakpiep ....................18
Volume gesproken instructies ......18
Volume-instellingen ......................18Voorkeuren
Zenders oproepen .....................22
Zenders opslaan .......................22
Z
Zenders oproepen ........................22
Zenders opslaan ........................... 22
58InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............58
Antidiefstalfunctie ......................... 59
Overzicht bedieningselementen ..60
Gebruik ........................................ 63Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenpagina's
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten: via
kabel of via Bluetooth ®
.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐
steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en de heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
64Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 73
● Externe apparaten ( USB,
Bluetooth ) 3 82
Let op
Druk in de bovenste regel van een willekeurig scherm op A om snel
naar het audioscherm te gaan dat
momenteel actief is.
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 83
● Filmfuncties 3 85
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 88.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.