124VerlichtingBevestiging door een akoestisch
signaal en het bijbehorende controle‐
lampje van de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit
te versnellen de verlichting inschake‐
len.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
● instrumentenverlichting
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwieltje A en houd
dit vast totdat de gewenste licht‐
sterkte is bereikt.
Binnenverlichting
De interieurverlichting voor- en
achterin wordt bij het in- en uitstappen
automatisch ingeschakeld en dooft
met enige vertraging.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.
Interieurverlichting voorin
Bedien de wipschakelaar:
w:automatisch in- en
uitschakelendruk op u:aandruk op v:uit
269Beladingsinformatie .....................79
Beslagen lampglazen ................124
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 164
Beveiliging van de auto ................35
Binnenspiegels ............................. 40
Binnenverlichting ...............124, 224
Blindehoeksysteem ....................190
BlueInjection ............................... 149
Bochtverlichting .......................... 119
Bolle vorm .................................... 38
Boordgereedschap .....................225
Boordinformatie .........................106
Brandstof .................................... 202
Brandstofmeter ............................ 94
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 205
Brandstof voor benzinemotoren 202
Brandstof voor dieselmotoren ...203
Buitenspiegels .............................. 38
Buitentemperatuur .......................85
Buitenverlichting .........................116
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 83
Conformiteitsverklaring ...............258
Contactslotstanden ....................140
Controlelampen ............................ 95
Controlelampjes............................ 93
Controle over de auto ................140Controles.................................... 213
Cruise control ....................102, 164
D Dagrijlicht ................................... 119
Dagteller ...................................... 93
Dak ............................................... 44
Dakbelasting ................................. 79
Dakdrager .................................... 79
DEF ............................................ 149
Detectiesystemen .......................182
Diefstalalarmsysteem ..................36
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 218
Dieseluitlaatvloeistof ...................149
Dimlicht of groot licht ..................116
Driepuntsgordel ........................... 56
Driver Information Center ...........103
Drukverliesdetectiesysteem 100, 228
E
Eerste hulp ................................... 78
Elektrisch bediende ruiten ...........41
Elektrische aansluitingen .............87
Elektrische handrem .............98, 157
Elektrische handrem defect ..........98
Elektrische stoelverstelling ..........51
Elektrische verstelling ..................38
Elektronische hulpsystemen bij het rijden ................................. 160
Elektronische rijprogramma's ....155Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ..
.......................................... 99, 160
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............131
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Erkenning van software ..............261
Event Data Recorders (EDR) .....266
F
Frontaal airbagsysteem ...............61
Frontaanrijdingswaarschuwing ...177
G Geavanceerde parkeerhulp ........185
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..265
Geluidssignalen .........................107
Gereedschap ............................. 225
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................78
Gloeilamp vervangen ................219
Gordelverklikker ........................... 96
Gordijnairbagsysteem .................. 62
Grootlicht ........................... 101, 117
Grootlichtassistentie ...........101, 117