Radio115Zenderlijst bijwerken
Houd LIST ingedrukt, totdat het
bericht verschijnt dat de lijst is bijge‐
werkt.
De zenderlijst wordt bijgewerkt.
Voorkeuzetoetsen Onder de voorkeuzetoetsen kunt uvoor elk golfbereik zes favoriete radi‐
ozenders opslaan. Bij het indrukken
van een van de voorkeuzetoetsen
verschijnt de favorietenpagina.
Let op
Een 6 geeft de zender aan die u
beluistert.
Voorkeurzenders opslaan
Activeer het frequentiebereik en de
zender van uw keuze om een voor‐
keurzender op te slaan. Houd,
wanneer de zender wordt weergege‐
ven, de voorkeuzetoets ( 1... 6) inge‐
drukt waaronder u de gewenste
zender wilt opslaan.
De zendernaam of frequentie
verschijnt naast de desbetreffende
favoriet op het scherm.Voorkeurzenders oproepen
Druk op de desbetreffende voorkeu‐ zetoets ( 1... 6) om een favoriete
zender op te roepen.
Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die
ervoor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.
Alternatieve frequentiesAls het signaal van een FM-zender zo zwak is dat de receiver deze niet kan
registreren, kan het Infotainmentsys‐
teem automatisch afstemmen op een
andere FM-frequentie om de weer‐
gave van het programma voort te zetten.
Activeer het FM-golfbereik en druk
vervolgens op OK om het golfbereik‐
menu weer te geven. Activeer RDS.Als automatische RDS-tracking is
geactiveerd, staat RDS boven aan
het scherm. Als een zender geen
RDS-zender is, staat RDS doorge‐
kruist.
Let op
Deze functie is tevens te aan te
passen via de multimediamenu's. Druk op MENU en selecteer dan
Multimedia .
Radiotekst
Radioteksten bevatten aanvullende
informatie die de radiozenders door‐
geven, zoals zendernaam, titel of
uitvoerend artiest van de gespeelde
track, nieuwsinformatie et cetera.
Activeer het FM-golfbereik en druk
vervolgens op OK om het golfbereik‐
menu weer te geven. Activeer
Radiotekst .
Als de radiotekstfunctie is geacti‐
veerd, staat TXT boven aan het
scherm. Als een zender de radio‐
tekstfunctie niet ondersteunt, staat
TXT doorgekruist.
116RadioLet op
Deze functie is tevens te aan te
passen via de multimediamenu's.
Druk op MENU en selecteer dan
Multimedia .
Verkeersberichten (TA)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- zenders die verkeersinformatie
uitzenden. Als deze functie is geacti‐
veerd, worden alleen zenders
gezocht en afgespeeld die verkeers‐
berichten doorgeven.
De weergave van radio en media
wordt onderbroken voor de duur van
de verkeersberichten.
Druk op TA om de stand-byfunctie
voor verkeersberichten van het Info‐
tainmentsysteem te activeren of
deactiveren. Er verschijnt een bericht
dat uw actie bevestigt.
Als verkeersberichten zijn geacti‐
veerd, staat TA boven aan het
scherm. Als een zender geen
verkeersberichten doorgeeft, staat
TA doorgekruist.Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid
aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief rit - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager
gezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt
voortdurend naar de best te
ontvangen FM-zenders. Als TA
3 115 is geactiveerd, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de best doorkomende FM-
zender. Deactiveer TA, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.
Radio117Alternatieve frequentiesAls het signaal van een DAB-servicezo zwak is dat de receiver deze niet
kan registreren, kan het Infotainment‐
systeem automatisch afstemmen op
een andere FM-frequentie om de
weergave van het programma voort
te zetten.
Activeer het FM-golfbereik en druk
vervolgens op OK om het golfbereik‐
menu weer te geven. Activeer
Volgsys DAB FM .
Let op
Deze functie is tevens te aan te
passen via de multimediamenu's. Druk op MENU en selecteer dan
Multimedia .
Als automatische DAB-FM-tracking is
geactiveerd, staat DAB FM boven
aan het scherm. Als een zender deze functie niet ondersteunt, staat
DAB FM doorgekruist.
DAB-zendergegevens
Activeer het FM-golfbereik en druk
vervolgens op OK om het golfbereik‐
menu weer te geven.Selecteer Informatie DAB om gede‐
tailleerde gegevens te zien over de
DAB-zender die u op dat moment
beluistert.
Telefoon125mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐
baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Een Bluetooth-apparaat koppelen
Activeer de Bluetooth-functie van het
Bluetooth-apparaat. Voor nadere
informatie verwijzen we u naar de
gebruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.
Selecteer Extern apparaat zoeken via
Bluetooth en druk op OK. Zodra het
apparaat wordt gedetecteerd,
verschijnt de lijst Gedecteerde
externe apparatuur .
● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund: Bevestig de
berichten op het Infotainment‐
systeem en het Bluetooth-appa‐
raat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund: Op hetInfotainmentsysteem: er
verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd om een pincode
op uw Bluetooth-apparaat in te
voeren. Op het Bluetooth-appa‐
raat: voer de pincode in en
bevestig de ingevoerde gege‐
vens.Het apparaat wordt automatisch
verbonden. Boven aan het scherm
verandert het Bluetooth-symbool: De
X van het symbool wordt onderdrukt
en N verschijnt.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele telefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐ tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het systeem.
Als de Bluetooth-verbinding mislukt:
start de bovenstaande procedure
nogmaals of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
128TelefoonSelecteer OK op het display om een
nummer te kiezen.
Telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Telefoonboek .
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermelding
om een nummer te kiezen.
Gesprekslijst gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste oproepen worden geregistreerd in degesprekslijst.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Logboek .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste vermelding om een
nummer te kiezen.Contacten versturen van een
mobiel apparaat naar het
Infotainmentsysteem
Bij bepaalde telefoons die via Blue‐
tooth zijn verbonden kunt u een
contact naar het telefoonboek van het Infotainmentsysteem sturen. Contac‐
ten die op deze manier zijn opgesla‐
gen in een permanent telefoonboek
zijn voor iedereen zichtbaar, of de
telefoon waarop het contact stond nu
aangesloten is of niet.
Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om het telefoonboek te
openen.
Selecteer Beheer index .
Het menu voor dit telefoonboek is niet toegankelijk, als het telefoonboek
leeg is.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan het Info‐
tainmentsysteem alle inkomende
gesprekken standaard in de wacht zetten.Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om deze functie te active‐
ren.
Selecteer Instelling telefoon gevolgd
door Instellingen telefoon .
Druk op Automatisch in de wacht
gezet om de functie OK te activeren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of CD-
modus, actief is, wordt het geluid van
de desbetreffende audiomodus
onderdrukt en blijft dit zo totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Selecteer Ja in het op het display
getoonde bericht om de oproep te
beantwoorden.
Om de oproep af te wijzen kunt u
Nee selecteren in het op het display
getoonde bericht of G op het stuur‐
wiel ingedrukt houden.
132TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen .....118, 124
Bluetooth-muziek ....................121
Infotainmentsysteem ...............102
Telefoon .................................. 124
USB-poort ............................... 118
Algemene informatie ..........121, 123
Automatische volumeaanpassing ..................110
Automatisch volume ...................110
B Balans......................................... 110
Basisbediening ........................... 109
Bass............................................ 110
Bediening ........................... 122, 127
Bluetooth-muziek ....................122
Infotainmentsysteem ...............106
Menu ....................................... 109
Radio ....................................... 114
Telefoon .................................. 127
USB-poort ............................... 118
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............103
Stuurwiel ................................. 103
Telefoon .................................. 124
Bedieningspaneel Infotainment ..103Beeldscherm
automatisch scrollen activeren 112
eenheden voor temperatuur
en brandstofverbruik instellen. 112
helderheid aanpassen .............112
taal wijzigen............................. 112
Bel Functies tijdens het gesprek ...127
Inkomend gesprek ..................127
Telefoongesprek starten .........127
Beltoon Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................121
Bluetooth-verbinding ...............125
Telefoon .................................. 127
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........121
Bediening ................................ 122
Inschakelen ............................. 122
Voorwaarden ........................... 122
Bluetooth-muziek activeren ........122
Bluetooth-verbinding ..................125
D DAB ............................................ 116
Datum instellen ................................... 112
Digital Audio Broadcasting .........116
133Displaytaal wijzigen....................112
Dynamisch audioaanpassing .....116
E Equalizer..................................... 110
F
Fabrieksinstellingen ....................112
G Gebruik ....................... 106, 114, 123
Bluetooth-muziek ....................122
Infotainmentsysteem ...............106
Menu ....................................... 109
Radio ....................................... 114
Telefoon .................................. 127
USB-poort ............................... 118
Geluid ......................................... 110
Geluids- en volume-instellingen. 110
Gesprekslijsten ........................... 127
Golfbereik selecteren.................. 114
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................. 106
I Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 106M
Menubediening ........................... 109
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................129
Mute............................................ 106
N Noodoproep ................................ 126
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen. 103
P Persoonlijke instellingen .............112
R Radio Afstemmen op zender .............114
Bereik selecteren ....................116
DAB configureren ....................116
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 116
Dynamisch audioaanpassing ..116
Gebruik.................................... 114
Golfbereik selecteren ..............114
Inschakelen ............................. 114
Radio Data System (RDS) ......115
Verkeersberichten ...................115Verkeersinformatie ..................115
Zender zoeken ........................ 114
Radio activeren........................... 114
Radio Data System (RDS) ......... 115
Radio inschakelen ......................114
RDS ............................................ 115
S
Software bijwerken .....................112
Spraakherkenning ......................123
Stemherkenning ......................... 123
Systeeminstellingen.................... 112
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........124
Bedieningselementen .............124
Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth ................................. 124
Bluetooth-verbinding ...............125
Een telefoonnummer kiezen ...127
Functies tijdens het gesprek ...127
Gesprekslijsten........................ 127
Inkomend gesprek ..................127
Inschakelen ............................. 127
Noodoproepen ........................ 126
Opmerkingen........................... 124
Telefoonboek .......................... 127
Telefoonboek .............................. 127
Treble ......................................... 110