126TelefoonEen ander gekoppeld apparaat
verbinden
Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor nadere
informatie verwijzen we u naar de
gebruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.
Selecteer Beheer Bluetooth-
verbindingen en druk op OK. Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth- apparaten die op dat moment aan het Infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het op dat moment met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth- apparaat wordt aangeduid met ˛.
Selecteer het gewenste apparaat en druk op OK om een verbinding te
maken.
Een apparaat loskoppelen
Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.Selecteer Beheer Bluetooth-
verbindingen en druk op OK. Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth- apparaten die op dat moment aan het Infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het op dat moment met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth- apparaat wordt aangeduid met ˛.
Selecteer het apparaat dat op dat moment verbonden is met het Info‐
tainmentsysteem.
OK : indrukken om de geselecteerde
optie te bevestigen.
Selecteer Telefoon afsluiten .
Selecteer Ja en druk op OK om het
apparaat los te koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.
Selecteer Beheer Bluetooth-
verbindingen . Er verschijnt een lijst
met alle Bluetooth-apparaten die op
dat moment aan het Infotainmentsys‐ teem gekoppeld zijn.Let op
Het op dat moment met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
apparaat wordt aangeduid met ˛.
Selecteer het gewenste apparaat en druk ter bevestiging op OK.
Selecteer Verbinding verwijderen en
druk op OK om het gekoppelde appa‐
raat te verwijderen.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
Telefoon1279Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐ letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
wanneer bepaalde netwerkdien‐ sten en/of telefoonfuncties actief
zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. We adviseren u het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon ook via het Info‐
tainmentsysteem bedienen.
U kunt via het Infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐ foon en het Infotainmentsysteemworden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van het
model telefoon kan dit enkele minu‐
ten duren. Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem slechts
beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Telefoongesprek starten
Handmatig een nummer invoeren
Druk op MENU, selecteer Telefoon
gevolgd door Bellen.
Selecteer Nummer kiezen .
Voer het gewenste nummer in: Selec‐
teer de gewenste cijfers en bevestig
elk cijfers met OK.
128TelefoonSelecteer OK op het display om een
nummer te kiezen.
Telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Telefoonboek .
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermelding
om een nummer te kiezen.
Gesprekslijst gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste oproepen worden geregistreerd in degesprekslijst.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Logboek .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste vermelding om een
nummer te kiezen.Contacten versturen van een
mobiel apparaat naar het
Infotainmentsysteem
Bij bepaalde telefoons die via Blue‐
tooth zijn verbonden kunt u een
contact naar het telefoonboek van het Infotainmentsysteem sturen. Contac‐
ten die op deze manier zijn opgesla‐
gen in een permanent telefoonboek
zijn voor iedereen zichtbaar, of de
telefoon waarop het contact stond nu
aangesloten is of niet.
Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om het telefoonboek te
openen.
Selecteer Beheer index .
Het menu voor dit telefoonboek is niet toegankelijk, als het telefoonboek
leeg is.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan het Info‐
tainmentsysteem alle inkomende
gesprekken standaard in de wacht zetten.Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om deze functie te active‐
ren.
Selecteer Instelling telefoon gevolgd
door Instellingen telefoon .
Druk op Automatisch in de wacht
gezet om de functie OK te activeren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of CD-
modus, actief is, wordt het geluid van
de desbetreffende audiomodus
onderdrukt en blijft dit zo totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Selecteer Ja in het op het display
getoonde bericht om de oproep te
beantwoorden.
Om de oproep af te wijzen kunt u
Nee selecteren in het op het display
getoonde bericht of G op het stuur‐
wiel ingedrukt houden.
132TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen .....118, 124
Bluetooth-muziek ....................121
Infotainmentsysteem ...............102
Telefoon .................................. 124
USB-poort ............................... 118
Algemene informatie ..........121, 123
Automatische volumeaanpassing ..................110
Automatisch volume ...................110
B Balans......................................... 110
Basisbediening ........................... 109
Bass............................................ 110
Bediening ........................... 122, 127
Bluetooth-muziek ....................122
Infotainmentsysteem ...............106
Menu ....................................... 109
Radio ....................................... 114
Telefoon .................................. 127
USB-poort ............................... 118
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............103
Stuurwiel ................................. 103
Telefoon .................................. 124
Bedieningspaneel Infotainment ..103Beeldscherm
automatisch scrollen activeren 112
eenheden voor temperatuur
en brandstofverbruik instellen. 112
helderheid aanpassen .............112
taal wijzigen............................. 112
Bel Functies tijdens het gesprek ...127
Inkomend gesprek ..................127
Telefoongesprek starten .........127
Beltoon Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................121
Bluetooth-verbinding ...............125
Telefoon .................................. 127
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........121
Bediening ................................ 122
Inschakelen ............................. 122
Voorwaarden ........................... 122
Bluetooth-muziek activeren ........122
Bluetooth-verbinding ..................125
D DAB ............................................ 116
Datum instellen ................................... 112
Digital Audio Broadcasting .........116
133Displaytaal wijzigen....................112
Dynamisch audioaanpassing .....116
E Equalizer..................................... 110
F
Fabrieksinstellingen ....................112
G Gebruik ....................... 106, 114, 123
Bluetooth-muziek ....................122
Infotainmentsysteem ...............106
Menu ....................................... 109
Radio ....................................... 114
Telefoon .................................. 127
USB-poort ............................... 118
Geluid ......................................... 110
Geluids- en volume-instellingen. 110
Gesprekslijsten ........................... 127
Golfbereik selecteren.................. 114
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................. 106
I Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 106M
Menubediening ........................... 109
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................129
Mute............................................ 106
N Noodoproep ................................ 126
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen. 103
P Persoonlijke instellingen .............112
R Radio Afstemmen op zender .............114
Bereik selecteren ....................116
DAB configureren ....................116
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 116
Dynamisch audioaanpassing ..116
Gebruik.................................... 114
Golfbereik selecteren ..............114
Inschakelen ............................. 114
Radio Data System (RDS) ......115
Verkeersberichten ...................115Verkeersinformatie ..................115
Zender zoeken ........................ 114
Radio activeren........................... 114
Radio Data System (RDS) ......... 115
Radio inschakelen ......................114
RDS ............................................ 115
S
Software bijwerken .....................112
Spraakherkenning ......................123
Stemherkenning ......................... 123
Systeeminstellingen.................... 112
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........124
Bedieningselementen .............124
Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth ................................. 124
Bluetooth-verbinding ...............125
Een telefoonnummer kiezen ...127
Functies tijdens het gesprek ...127
Gesprekslijsten........................ 127
Inkomend gesprek ..................127
Inschakelen ............................. 127
Noodoproepen ........................ 126
Opmerkingen........................... 124
Telefoonboek .......................... 127
Telefoonboek .............................. 127
Treble ......................................... 110