66InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............66
Antidiefstalfunctie ......................... 67
Overzicht bedieningselementen ..68
Gebruik ........................................ 73
Basisbediening ............................ 74
Geluidsinstellingen ......................76
Volume-instellingen .....................77Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de radiotunerfuncties kunt u
maximaal 36 zenders op zes favo‐
riete pagina's registreren.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod ®
, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een
kabel of via Bluetooth ®
.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonportal
waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel en veilig in de auto kunt
gebruiken.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Inleiding67Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding691m VOL
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 73
Draaien: volume
aanpassen ............................ 73
2 Beeldscherm
3 MENU-TUNE
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 74
4 AUX-ingang ........................... 90
5 P BACK
Menu: een niveau terug ........74
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........74
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............73
7 u
Radio: vooruit zoeken ...........79
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 888 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................81
9 MEDIA
Media activeren of naar
andere audiobron gaan .........73
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................83
11 RADIO
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....79
12 TONE
Geluidsinstellingen ................76
13 s
Radio: achteruit zoeken ........79
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............88
14 INFO
Radio: Informatie over de
huidige zender
Cd/mp3/wma: informatie
over de huidige track15 y / @
Openen hoofdmenu
telefoon ................................. 96
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 73
16 Disksleuf
17 d
Disc uitwerpen ......................88
18 Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 81
Kort drukken: station
selecteren ............................. 81
Inleiding711m VOL
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 73
Draaien: volume
aanpassen ............................ 73
2 Beeldscherm
3 MENU-TUNE
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 74
4 AUX-ingang ........................... 90
5 P BACK
Menu: een niveau terug ........74
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........74
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............73
7 u
Vooruit zoeken ......................79
8 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................819AUX
Randapparaat activeren .......73
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................83
11 RADIO
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....79
12 TONE
Geluidsinstellingen ................76
13 s
Achteruit zoeken ...................79
14 INFO
Informatie over de huidige
radiozender
15 @
Mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 7316Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 81
Kort drukken: station
selecteren ............................. 81
Inleiding73GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU-TUNE en
menu's op het display.
Keuzen worden ingevoerd via het
bedieningspaneel op het Infotain‐
mentsysteem 3 68.
Of deze kunnen via de audiobedie‐
ningselementen op het stuur worden
gemaakt 3 68.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het
systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk invoeren:
● het maximale inschakelvolume 3 77
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 77
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid
gecompenseerd volume 3 77 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.Mutefunctie
Druk op y / @ of @ (als telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) om de audiobronnen te
dempen.
Mutefunctie annuleren: draai m VOL
of druk opnieuw op y / @ of @ (indien
telefoonportaal beschikbaar: enkele
seconden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op MENU-TUNE om naar de
frequentiebereikmenu's met opties
voor zenderselectie te gaan.
Zie voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van de radiofuncties 3 79.
74InleidingAudiospelers
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om
tussen deze menu's te wisselen.
Druk op MENU-TUNE om naar de
betreffende menu's met opties voor
trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 87, AUX-
functies 3 90, USB-poortfuncties
3 91 en functies voor streaming
audio via Bluetooth 3 94.
Telefoon
Druk kort op y / @ om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op MENU-TUNE om naar het
telefoonmenu met opties voor het invoeren en selecteren van nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 96.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 74.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐
ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de lijst met Bluetooth-appara‐
ten, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Auto-instellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Basisbediening MENU-TUNE-knop De knop MENU-TUNE is het centrale
bedieningselement voor de menu's.
82Radio
Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar
zenders.
Selecteer de gewenste zender. Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Zenderlijsten bijwerken Druk in een radiohoofdmenu op
MENU-TUNE om het betreffende
frequentiebereikmenu te openen.
Als de zenders in de frequentiebe‐
reikspecifieke zenderlijst niet meer
kunnen worden ontvangen:
Selecteer de betreffende menuoptie
om de zenderlijst bij te werken in het
betreffende frequentiebereikmenu,
bijv. Lijst met FM-zenders bijwerken .
Het zoeken naar zenders wordt
gestart. Als het zoeken is voltooid,
klinkt de laatst ontvangen zender.
Druk op MENU-TUNE om het zoeken
naar een zender te annuleren.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Druk in een radiohoofdmenu op
MENU-TUNE om het betreffende
frequentiebereikmenu te openen.
Selecteer Favorietenlijst . Alle
zenders die in de favorietenlijst zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Categorielijst Tal van radiozenders zenden een
PTY-code uit die het uitgezonden programmatype aangeeft (bijv.
nieuws).
Sommige zenders passen de PTY-
code ook aan de actuele inhoud van
het uitgezonden programma aan.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de betreffende categorielijst
op.
Een door een zender gedefinieerd
programmatype zoeken: selecteer de optie frequentiebereikspecifieke
categorielijst.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Radio83Selecteer het gewenste programma‐
type.
Er verschijnt een lijst met zenders die
een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
De categorielijst wordt tijdens de update van de zenderlijst die bij het
desbetreffende frequentiebereik
hoort, eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
DAB-berichten
Naast muziekprogramma's zenden
tal van DAB-zenders 3 85 diverse
berichtcategorieën uit.
De momenteel ontvangen DAB-
service (programma) wordt onderbro‐
ken wanneer er een bericht van voor‐
heen geactiveerde categorieën in de
wacht staat.
Activeren van berichtcategorieën
Selecteer in DAB-menu de optie
DAB-berichten om het betreffende
menu weer te geven.
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse berichtcategorieën tegelijk worden geselecteerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen
ontvangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste
zender en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk vereenvoudigt.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van de gese‐
lecteerde zender i.p.v. de
frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stem altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst weer die bijv.
informatie over het actuele
programma kan bevatten.
Configureren van RDS
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.