132TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te
geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
136TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............119
Afbeeldingsbestanden ................116
Afbeelding via USB activeren .....119
Algemene aanwijzingen .............125
Bluetooth ................................. 116
DAB ......................................... 113
Infotainmentsysteem .................94
Smartphone-applicaties ..........116
Telefoon .................................. 125
USB ......................................... 116
Algemene informatie ..........116, 124
Antidiefstalfunctie ........................95
Audio afspelen ............................ 118
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 96
Audiobestanden ......................... 116
Audio via USB activeren .............118
Automatisch volume ...................105
B Basisbediening ........................... 102
Bediening.................................... 129 Externe apparaten ..................116
Menu ....................................... 102
Radio ....................................... 109
Telefoon .................................. 129
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................96
Stuurwiel ................................... 96Bedieningspaneel Infotainment ....96
Beginmenu ................................. 102
Bel Beltoon .................................... 129
Functies tijdens het gesprek ...129
Inkomend gesprek ..................129
Telefoongesprek initiëren ........129
Beltoon Beltoon wijzigen ......................129
Beltoonvolume ........................ 105
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............116
Audiobestanden ......................116
Filmbestanden......................... 116
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........116
Apparaat aansluiten ................116
Bluetooth-verbinding ...............126
Koppelen ................................. 126
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 118
Telefoon .................................. 129
Bluetooth-verbinding ..................126
BringGo ...................................... 122
D
DAB ............................................ 113
Digital Audio Broadcasting .........113
Display-instellingen ............119, 121
137F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................111
Zenders opslaan .....................111
Favorietenlijst ............................. 111
Filmbestanden ............................ 116
Films afspelen ............................ 121
Film via USB activeren ...............121
G Gebruik ......................... 99, 109, 124
Bluetooth ................................. 116
Menu ....................................... 102
Radio ....................................... 109
Telefoon .................................. 129
USB ......................................... 116
Geluidsinstellingen .....................104
I
Infotainmentsysteem inschakelen 99
Intellitext ..................................... 113
K Koppelen .................................... 126
M Maximaal inschakelvolume......... 105
Menubediening ........................... 102
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................133
Mute.............................................. 99N
Noodoproep ................................ 128
O
Oproepenhistorie ........................129
Overzicht bedieningselementen ...96
R Radio Afstemmen op zender .............109
DAB configureren ....................113
DAB-berichten ......................... 113
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 113
Favoriete lijsten .......................111
Gebruik.................................... 109
Golfband selecteren ................109
Inschakelen ............................. 109
Intellitext .................................. 113
Radio Data System (RDS) ......112
RDS configureren.................... 112
Regio-instelling........................ 112
Regionaal ................................ 112
Zender zoeken ........................ 109
Zenders ophalen .....................111
Zenders opslaan .....................111
Radio activeren........................... 109
Radio Data System (RDS) ......... 112
RDS ............................................ 112
Regio-instelling ........................... 112
Regionaal ................................... 112S
Selectie van golfband .................109
Smartphone ................................ 116
Telefoonweergave ..................122
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 122
Snelkiesnummers .......................129
Spraakherkenning ......................124
Stemherkenning ......................... 124
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 118
Systeeminstellingen.................... 106
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........125
Beltoon selecteren ..................129
Bluetooth ................................. 125
Bluetooth-verbinding ...............126
Een nummer invoeren .............129
Functies tijdens het gesprek ...129
Hoofdmenu Telefoon ..............129
Inkomend gesprek ..................129
Noodoproepen ........................ 128
Oproepenhistorie ....................129
Snelkiesnummer .....................129
Telefoonboek .......................... 129
Telefoon activeren ......................129
Telefoonboek .............................. 129
Telefoonweergave ......................122
138UUSB Afbeeldingenmenu USB ..........119
Algemene aanwijzingen ..........116
Apparaat aansluiten ................116
Audiomenu USB .....................118
Filmmenu USB ........................ 121
V Volume Automatisch volume ................105
Beltoonvolume ........................ 105
Maximaal inschakelvolume .....105
Snelheidsgecompenseerd
volume..................................... 105
Stiltefunctie................................ 99 Volume aanraakpiep ...............105
Volume instellen ........................99
Volume TP .............................. 105
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 99
Volume aanraakpiep ..................105
Volume-instellingen ....................105
Volume TP .................................. 105
Z
Zenders ophalen ........................111
Zenders opslaan .........................111
Zender zoeken............................ 109
Inleiding145GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 142
● audioknoppen op het stuurwiel 3 142
● de spraakherkenning 3 159
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellenDraai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 148.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 148
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of tussen de
verschillende golfbanden te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 151.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van externe apparaten 3 156.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een
verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
156Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie..................156
Audio afspelen ........................... 157Algemene informatie
Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten in de
middenconsole achter de handrem of
onder de armsteun.
Aan de achterkant van de midden‐
console bevinden zich twee USB-
aansluitingen die speciaal zijn
bestemd voor oplaadapparaten.
Let op
U moet de USB-poort altijd schoon
en droog houden.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-opslagstation of smart‐
phone aansluiten.
Eenmaal aangesloten op de USB-
poort, werken de bovengenoemde
apparaten via de toetsen en menu's
van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op USB-opslagap‐ paratuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Externe apparaten157MTP-apparaatinstellingen
In het instellingenmenu kunt u
aanvullende instellingen aanpassen
voor apparaten die via het MTP zijn aangesloten.
Druk in een actieve audiobron op
MENU , blader door de lijst en selec‐
teer Indstillinger (Settings) . Selecteer
Telefoonverbinding (alleen MTP) .
Als u wilt dat het apparaat alleen via
de USB-poort wordt opgeladen, moet
u Alleen opladen activeren. Als u naar
de USB-audiobron omschakelt terwijl
deze instelling is geactiveerd, wordt u
gewaarschuwd met een oplaadbe‐
richt.
Als u muziekbestanden wilt afspelen
die op het apparaat zijn opgeslagen,
moet u Alleen mappen met muziek
scannen of Alle mappen scannen
activeren.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DPen AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het infotainmentsys‐
teem.
Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op Bluetooth-
apparatuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 161.
Bluetooth-apparatenlijst
Activeer de Bluetooth-audiobron,
druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Bluetooth-apparaten beheren
om naar de Bluetooth-apparatenlijst
te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-apparatenlijst
3 161.
Bestandsindelingen
Er wordt alleen apparatuur onder‐
steund die volgens FAT32, NTFS of
HFS+ zijn geformatteerd.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3, WMA, AAC en AIF.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Audio afspelen
Weergave starten
Aansluiten van het apparaat 3 156.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
gewenste mediabron te selecteren.
Voorbeeld: USB-bron.
Spraakherkenning159SpraakherkenningAlgemene informatie..................159
Gebruik ...................................... 159Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 156 of via Bluetooth 3 161.
Gebruik Spraakherkenning activeren
Houd PHONE op het bedieningspa‐
neel of 7w op het stuurwiel ingedrukt
om een spraakherkenningssessie te
starten. Er verschijnt een spraakbe‐
sturingsbericht op het scherm.
Na de pieptoon kunt u direct een
commando geven. Raadpleeg voor
informatie over ondersteunde
commando's de gebruiksaanwijzing
van uw smartphone.Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt, de
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.