Page 112 of 327

110Instrumenten en bedieningsorganenToerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of de hoeveelheid gas (CNG) in de tank,
afhankelijk van de momenteel gese‐
lecteerde brandstof.
De pijl wijst naar de kant van de auto
waar de tankklep zit.
Bij bi-fuel motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het momenteel niet geselec‐
teerde brandstoftype aan. De brand‐
stofmeter toont het brandstofpeil van
het brandstoftype dat momenteel
wordt gebruikt.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp Y. Meteen tanken
wanneer deze knippert.
Brandstoftank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
aangegeven tankinhoud.
Brandstofkeuzeschakelaar
Rijden op aardgas (CNG)
Door X in te drukken kunt u wisselen
tussen het gebruik van benzine en
aardgas.
Page 124 of 327

122Instrumenten en bedieningsorganen● Druk op q om een volgende map
van de geselecteerde subpagina
te openen.
● Druk op Q of P om functies te
selecteren of zo nodig een nume‐
rieke waarde in te stellen.
● Druk op 9 om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Indien nodig verschijnt er boord- en
onderhoudsinformatie op het Driver Information Center.
Bevestig berichten door op 9 te druk‐
ken.
Boordinformatie 3 128.
Menu Rit-/
brandstofinformatie, ; of Info
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Info. Sommige zijn voor uw specifieke auto
wellicht niet beschikbaar. Afhankelijk
van het display worden sommige
functies als symbool weergegeven.
Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren:
● Dagteller 1/2 of A/B
● Gemiddeld brandstofverbruik● Gemiddelde snelheid
● Digitale snelheid
● Actieradius brandstof
● Actueel brandstofverbruik
● Resterende levensduur olie
● Bandenspanning
● Verkeersbordherkenning
● Afstand tot voorligger
● Timer
● Buitentemperatuur
Op het Midlevel-display worden de
pagina's Resterende levensduur van
de olie, Bandenspanning, Verkeers‐
bordherkenning en Afstand tot voor‐
ligger weergegeven in het menu
Voertuiginformatie; selecteer ?.
Dagteller 1/2 of A/B De dagteller geeft de huidige afstand
vanaf een bepaalde reset weer.
Dagteller telt op tot een afstand van
9999 km en begint dan weer bij 0.
Druk enkele seconden op SET/CLR
om deze op het Midlevel-display te
resetten.Druk op > en bevestig met 9 om op
het Uplevel-display te resetten.
De informatie van dagtellerpagina 1/A en 2/B kan apart worden geresetterwijl het betreffende display actief
is.
Gemiddeld brandst.verbr.
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Zet deze op het Midlevel-display
terug door gedurende enkele secon‐
den op SET/CLR te drukken, en op
het Uplevel-display door op > te druk‐
ken en met 9 te bevestigen.
Bij auto's met bi-fuelmotoren: Het
gemiddelde verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: CNG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐ heid. De meting kan op elk momentopnieuw worden gestart.
Page 125 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen123Zet deze op het Midlevel-display
terug door gedurende enkele secon‐
den op SET/CLR te drukken, en op
het Uplevel-display door op > te druk‐
ken en met 9 te bevestigen.
Digitale snelheid
Digitale weergave van de huidige
snelheid.
Actieradius brandstof
De actieradius wordt berekend op
basis van het huidige brandstofpeil en het momentane verbruik. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het peil in de brandstoftank
laag is, verschijnt er een bericht op het display en gaat het controle‐
lampje Y op de brandstofmeter bran‐
den.
Wanneer er onmiddellijk brandstof moet worden bijgetankt, verschijnt er
een waarschuwingsbericht dat op hetdisplay blijft staan. Daarbij gaat
controlelampje Y op de brandstofme‐
ter knipperen 3 118.
Actieradius brandstof, bi-fuelmotor
Weergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering en voor elke brandstoftank (CNG en benzine). Een
te laag brandstofpeil in een van de
tanks wordt aangegeven door
GERING in het betreffende gedeelte.
Brandstofpeil, bi-fuelmotor
Bij bi-fuel motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het momenteel niet geselec‐
teerde brandstoftype aan.
Actueel brandst.verbr.
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met bi-fuelmotoren: Het momentele verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: CNG of benzine.
Page 230 of 327

228Rijden en bedieningVoorzichtig
Gebruik van brandstof die niet
voldoet aan EN 228 of gelijkwaar‐ dig kan leiden tot afzettingen of
motorschade.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof met een
lager octaangetal dan het laagst
mogelijke octaangetal kan onge‐
controleerde verbranding en
motorschade veroorzaken.
Voor de motorspecifieke vereisten
met betrekking tot het octaangetal
verwijzen we u naar het overzicht
motorgegevens 3 297. Eventuele
andere informatie op een label op de
tankklep heeft altijd prioriteit.
Brandstofadditieven buiten
Europa
Brandstof moet reinigende additieven
bevatten die voorkomen dat de motor en het brandstofsysteem aankoeken.
Met schone verstuivers en inlaatklep‐
pen werkt de emissieregeling goed.
Sommige brandstoffen bevatten niet
voldoende additieven om de verstui‐
vers en de inlaatkleppen schoon te
houden.
Vul ter compensatie van dit zelfreini‐
gende vermogen bij elke keer olie
verversen of om de 15.000 km, wat
het eerst van toepassing is Fuel
System Treatment PLUS in de brand‐ stoftank bij. Dit is verkrijgbaar bij uw
werkplaats.
In sommige steden zijn brandstoffen met oxygenaten zoals ethers en etha‐ nol en brandstof van vernieuwde
samenstelling verkrijgbaar. Als deze
brandstoffen voldoen aan de boven‐
genoemde specificatie, kunnen ze
worden gebruikt. Echter, E85 (85%
ethanol) en andere brandstoffen met
meer dan 15% ethanol mogen alleen
worden gebruikt in FlexFuel-voertui‐
gen.Voorzichtig
Gebruik geen brandstof die
methanol bevat. Deze kan corro‐
sie op metalen onderdelen in het
brandstofsysteem en ook schade
aan kunststof en rubberen onder‐ delen veroorzaken. Deze schade
wordt niet gedekt door de garantie op de auto.
Sommige brandstoffen, met name
brandstoffen met een hoog octaan‐
getal, kunnen een octaanverhogend
additief met de naam methylcyclo‐ pentadienylmangaantricarbonyl
(MMT) bevatten. Gebruik geen
brandstof of brandstofadditieven met
MMT omdat daardoor mogelijk de
bougies minder lang meegaan en de
emissieregeling minder goed werkt.
De storingsindicatielamp Z licht
mogelijk op 3 115. Roep als dit
gebeurt de hulp van een werkplaats
in.
Brandstof voor dieselmotoren
Gebruik alleen dieselbrandstof die
voldoet aan EN 590 en die een
zwavelgehalte van max. 10 ppm
heeft.