
204Rijden en bedieningTegelijkertijd klinkt er een geluidssig‐naal. Trap het rempedaal in en voer
de benodigde stuurhandelingen uit.
De gevoeligheid van het systeem
instellen
Druk op V of E om de waarschu‐
wingsgevoeligheid op kort, gemid‐
deld of ver en bij sommige versies uit
te zetten.
Bij de eerste druk op de knop ziet u
de huidige instelling op het Driver
Information Center. Bij nogmaals
indrukken van de knop verandert
deze instelling. De gekozen instelling
wordt gehandhaafd totdat deze wordt
aangepast. De timing van de waar‐
schuwingen verandert met de rijsnel‐
heid. Hoe sneller de auto rijdt, hoe
verder de waarschuwing wordt gege‐
ven. Houd bij het selecteren van de
timing van de waarschuwingen reke‐
ning met de verkeerssituatie en de
weersomstandigheden.
Let op: de instelling voor de gevoelig‐
heid van het alarm wordt gedeeld met de afstand tot voorligger van de adap‐
tieve cruise control. Door de gevoe‐
ligheid van de waarschuwing te wijzi‐
gen, wordt dus ook de afstand tot
voorligger van de adaptieve cruise
control gewijzigd.
Uitschakelen
Het systeem kan worden gedeacti‐
veerd.
Bij frontaanrijdingswaarschuwing met radarsensor kan het systeem worden uitgeschakeld in het menu Persoon‐
lijke instellingen, 3 130.
Druk bij frontaanrijdingswaarschu‐
wing met frontcamera op V totdat
Botswaarschuwing voor uit op het
Driver Information Center verschijnt.
Als de waarschuwing voor een fron‐
tale botsing werd gedeactiveerd,
wordt de gevoeligheid van het
systeem op "medium"ingesteld
wanneer het contact weer wordt
aangezet.
Bij het uitschakelen van het contact
wordt de laatst geselecteerde instel‐
ling opgeslagen.

206Rijden en bedieningAls er geen voorligger is of als de
voorligger buiten bereik is, worden er twee streepjes getoond: -.- sec.
Als de adaptieve cruise control actief
is, geeft deze pagina de instelling van
de waarschuwingsgevoeligheid in
plaats van de ingestelde afstand tot
de voorligger weer. 3 194.
Actieve noodrem
De actieve noodrem kan helpen om
de schade en letsel door aanrijdingen
met voorliggers of obstakels te beper‐ ken, indien een aanrijding door
remmen of sturen niet langer kan
worden vermeden. Voordat de
actieve noodrem activeert, geeft de
frontaanrijdingswaarschuwing een
waarschuwing 3 202.
Deze functie maakt gebruik van input uit vele bronnen ( bijv. camerasensor,
radarsensor, remdruk, rijsnelheid) om
de waarschijnlijkheid van een frontale
aanrijding te berekenen.9 Waarschuwing
Dit systeem is niet bedoeld om de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder, voor het besturen van
de auto en anticiperen op de
verkeerssituatie, over te nemen.
Het is alleen bedoeld als aanvul‐
ling om de rijsnelheid vóór een
botsing te verlagen.
Het systeem reageert mogelijk
niet op voetgangers of dieren. Na een plotselinge verandering vanrijstrook, heeft het systeem enige
tijd nodig om de nieuwe voorligger te detecteren.
De bestuurder moet altijd gereed
zijn om actie te ondernemen en te
remmen en sturen om aanrijdin‐
gen te voorkomen.
Werking
Indien alleen uitgerust met frontca‐
mera werkt de actieve noodrem in
vooruitversnellingen boven wandel‐
tempo tot 85 km/u.
Met radarsensor werkt de actieve
noodrem in vooruitversnellingen
boven wandeltempo bij alle snelhe‐
den.
Een voorwaarde is dat de frontaanrij‐
dingswaarschuwing met frontcame‐
rasysteem niet is gedeactiveerd door
op V op het stuurwiel te drukken
3 202of, met radarsensor, dat deze
niet is gedeactiveerd in het menu
Persoonlijke instellingen 3 130.
Het systeem omvat: ● anticiperend remsysteem
● automatisch noodstopsysteem
● anticiperend remassistentiesys‐ teem
● intelligente remassistentie (alleen bij radarsensor)

320TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 166
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............289, 294
Aanduidingen op banden ..........266
Aanhangerstabilisatie ................237
Aanhanger trekken ....................233
Aardgas .............................. 110, 229
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 239
Accu ........................................... 244
Achterlichten .............................. 249
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................219
Achteruitrijlichten .......................149
Actieve noodrem......................... 206
Adaptieve cruise control .....119, 194
Afmetingen auto ........................303
Afslagverlichting ......................... 143
Afstand tot voorligger .................116
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 114
Airbag en gordelspanners .........114
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 154
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Alarmknipperlichten ...................147
Algemene informatie .................. 233Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
Andere auto slepen ...................284
Antiblokkeersysteem .................185
Antiblokkeersysteem (ABS) .......116
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 104
Autogegevens ............................ 294
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 142
Automatische versnellingsbak ...177
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 283 Auto stallen ................................. 239
Autostop ..................................... 170
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................273
Bandenspanning .......................266
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 117, 267
Bandenspanningswaarden ........305
Batterijspanning .........................129
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 287

321Beladingsinformatie .....................92
Beslagen lampglazen ................149
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 191
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............150, 257
Blindehoeksysteem ....................217
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................264
Boordinformatie .........................128
Brandstof .................................... 227
Brandstofkeuzeschakelaar ........110
Brandstofmeter .......................... 110
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 232
Brandstof voor benzinemotoren 227
Brandstof voor dieselmotoren ...228
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 229
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................99
Buitenverlichting .........................141
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 96
CNG.................................... 110, 229
Conformiteitsverklaring ...............309
Contactslotstanden ....................165
Controlelampen ..................108, 113Controle over de auto ................165
Controles .................................... 240
Cruise control ....................118, 191
D
Dagrijlicht ................................... 143
Dagteller .................................... 109
Dak ............................................... 45
Dakbelasting ................................. 92
Dakdrager .................................... 92
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 246
Dimlicht of grootlicht ...................141
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........120
E Elektriciteitsstekker .....................102
Elektrisch bediende ruiten ...........42
Elektrische aansluitingen ...........101
Elektrische handrem ...........115, 185
Elektrische handrem defect ........115
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 257
Elektronische rijprogramma's ...
........................................ 179, 184
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...116Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) ...................................... 189
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............116
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............156
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............313
Event Data Recorders (EDR) .....318
F
FlexOrganizer .............................. 86
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...202
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................181
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..317
Geluidssignalen .........................129
Gereedschap ............................. 264
Geurverspreider.......................... 102
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................90
Gloeilamp vervangen ................247
Gordels ......................................... 58
Gordelverklikker ......................... 113
Gordijnairbagsysteem .................. 65