84InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............84
Antidiefstalfunctie ......................... 85
Overzicht bedieningselementen ..86
Gebruik ........................................ 92
Basisbediening ............................ 93
Geluidsinstellingen ......................96
Volume-instellingen .....................98Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
Met de ingebouwde audiospeler kunt
u genieten van audio- en mp3/
wma-cd's.
Bovendien kunt u externe gegevens‐
opslagapparaten als andere audio‐
bronnen op het Infotainmentsysteem
aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u
diverse vooraf ingestelde klankinstel‐ lingen, waarmee u het geluid kunt
optimaliseren.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van
de bedieningstoetsen op het stuur‐
wiel.Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Inleiding85Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding871 RADIORadio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
2 CD
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 113
3 Achteruit zoeken
Radio: achteruit zoeken ........99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............110
4 Radiozendertoetsen 1...6
Lang drukken: station
opslaan ............................... 100
Kort drukken: station
selecteren ........................... 100
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 92
Draaien: volume
aanpassen ............................ 926Vooruit zoeken
Radio: vooruit zoeken ...........99
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................110
7 AS 1/2
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............100
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................100
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........100
8 FAV 1/2/3
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............101
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............104
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 104
10 Cd uitwerpen ....................... 11011 CONFIG
Instellingenmenu openen ......98
12 INFO
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 99
Cd/mp3/wma: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 110
13 Multifunctionele toets
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................93
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 93
14 Cd-sleuf ............................... 110
15 BACK
Menu: een niveau terug ........93
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 93
90Inleiding1 RADIORadio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
2 CD
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 113
3 Achteruit zoeken
Radio: achteruit zoeken ........99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............110
4 Radiozendertoetsen 1...6
Lang drukken: station
opslaan ............................... 100
Kort drukken: station
selecteren ........................... 100
5 m
Indrukken: het infotain‐
mentsysteem in-/
uitschakelen .......................... 92
Draaien: volume
aanpassen ............................ 926Vooruit zoeken
Radio: vooruit zoeken ...........99
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................110
7 AS 1/2
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............100
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................100
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........100
8 FAV 1/2/3
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............101
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............104
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 104
10 Cd uitwerpen ....................... 11011 CONFIG
Instellingenmenu openen ......98
12 MP3: mapniveau lager ........110
13 INFO
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 99
Cd/mp3/wma: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 110
14 Multifunctionele toets
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................93
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 93
15 Cd-sleuf ............................... 110
92InleidingGebruikBedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, multifunctieknoppen en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 86
● bedieningsknoppen op het stuur 3 86
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐ tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact
was uitgeschakeld, schakelt het na
10 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 98
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 98
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 98 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE voor het dempen
van de audiobronnen.Om het dempen weer te annuleren:
draai aan X of druk weer op
PHONE .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Het volume wordt zo nodig
automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk op CD of AUX om naar de
menu's CD, USB, iPod ®
of AUX te
gaan of om tussen deze menu's te
schakelen.
Radio103Bijwerken zenderlijsten
Als de zenders in de frequentiebe‐ reikspecifieke zenderlijst niet meer
kunnen worden ontvangen:
Selecteer het bijbehorende
commando om een zenderlijst bij te
werken.
Het zoeken naar zenders wordt
gestart. Als het zoeken is voltooid,
wordt de laatst ontvangen zender
weergegeven.
Druk op de multifunctionele knop om het zenderzoeken te af te breken.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Categorielijsten
Tal van RDS-zenders zenden een
PTY-code 3 104 uit die het uitgezon‐
den programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders wijzigen
ook de PTY-code afhankelijk van de
inhoud die op dat moment wordt
uitgezonden.Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Zoeken op een programmatype dat
door de zender wordt opgegeven:
selecteer de specifieke categorielij‐
stoptie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐ type.
CD 400: Er verschijnt een lijst met
zenders die een programma van het
geselecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
CD 300: De volgende te ontvangen zender van het geselecteerde type
wordt gezocht en afgespeeld.
De categorielijst wordt tijdens de
update van de zenderlijst die bij het
desbetreffende frequentiebereik
hoort eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
DAB-berichten
Naast muziekprogramma's zenden
tal van DAB-zenders 3 106 diverse
berichtcategorieën uit.
104RadioDe momenteel ontvangen DAB-
service (programma) wordt onderbro‐
ken wanneer berichten van voorheen
geactiveerde categorieën in de wacht staan.
Het activeren van berichtcategorieën
Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu.
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse categorieën
aankondigingen tegelijk worden
geselecteerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen
ontvangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Radio Data System (RDS) Is een dienst voor FM-zenders die
ervoor zorgt dat de gewenste zender aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.Voordelen van RDS
● Op het display verschijnt de programmanaam van de inge‐
stelde zender in plaats van de
frequentie.
● Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de beste ontvangst van de geselec‐
teerde zender.
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst weer die bijv.
informatie over het actuele
programma kan bevatten.
RDS configureren Om het menu voor de RDS-configu‐
ratie op te roepen:
Druk op CONFIG .
CD 400: selecteer Radio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.
Radio105CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld
3 98.
RDS in-/uitschakelen
Zet RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Om de TA-functie permanent in of uit
te schakelen:
Zet Verkeersmelding (TA) op Aan of
Uit .
Regionalisatie in- en uitschakelen
(RDS moet voor regionalisatie zijn ingeschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op
verschillende frequenties program‐ ma's uit die regionaal van elkaar
verschillen.
Zet Regionaal (REG) op Aan of Uit.
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve frequenties (AF) met dezelfde regio‐
nale programma's geselecteerd.
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale
programma's.
RDS-scrolltekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen tonen.Voorkomen dat aanvullende informa‐
tie wordt weergegeven:
Zet Geen rollende displaytekst op
Aan .
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele
programma en over de actuele
muziektrack.
Om de informatie te tonen of te
verbergen:
Zet Radio-tekst: op Aan of Uit.
Radioverkeerinformatieservice
(TP = Traffic Programme)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die
verkeerinformatie uitzenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem in- en uit te schakelen:
Druk op TP.