Page 85 of 165
Inleiding85Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 87 of 165

Inleiding871 RADIORadio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
2 CD
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 113
3 Achteruit zoeken
Radio: achteruit zoeken ........99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............110
4 Radiozendertoetsen 1...6
Lang drukken: station
opslaan ............................... 100
Kort drukken: station
selecteren ........................... 100
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 92
Draaien: volume
aanpassen ............................ 926Vooruit zoeken
Radio: vooruit zoeken ...........99
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................110
7 AS 1/2
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............100
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................100
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........100
8 FAV 1/2/3
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............101
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............104
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 104
10 Cd uitwerpen ....................... 11011 CONFIG
Instellingenmenu openen ......98
12 INFO
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 99
Cd/mp3/wma: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 110
13 Multifunctionele toets
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................93
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 93
14 Cd-sleuf ............................... 110
15 BACK
Menu: een niveau terug ........93
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 93
Page 90 of 165

90Inleiding1 RADIORadio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
2 CD
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 113
3 Achteruit zoeken
Radio: achteruit zoeken ........99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............110
4 Radiozendertoetsen 1...6
Lang drukken: station
opslaan ............................... 100
Kort drukken: station
selecteren ........................... 100
5 m
Indrukken: het infotain‐
mentsysteem in-/
uitschakelen .......................... 92
Draaien: volume
aanpassen ............................ 926Vooruit zoeken
Radio: vooruit zoeken ...........99
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................110
7 AS 1/2
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............100
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................100
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........100
8 FAV 1/2/3
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............101
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............104
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 104
10 Cd uitwerpen ....................... 11011 CONFIG
Instellingenmenu openen ......98
12 MP3: mapniveau lager ........110
13 INFO
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 99
Cd/mp3/wma: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 110
14 Multifunctionele toets
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................93
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 93
15 Cd-sleuf ............................... 110
Page 91 of 165
Inleiding9116 BACKMenu: een niveau terug ........93
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 93
17 MP3: mapniveau hoger .......110
18 TONE
Geluidsinstellingen ................96
19 PHONE
Mute activeren ......................92
20 AUX
Van audiobron veranderen . 113Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Geen functie.
2 SRC (bron)
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 92
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 99
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 110
3 w
Volume verhogen ..................92
4 ─
Volume verlagen ...................92
5 xn
Indrukken: geluidsonder‐
drukking activeren/
deactiveren ........................... 92
Page 92 of 165

92InleidingGebruikBedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, multifunctieknoppen en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 86
● bedieningsknoppen op het stuur 3 86
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐ tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact
was uitgeschakeld, schakelt het na
10 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 98
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 98
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 98 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE voor het dempen
van de audiobronnen.Om het dempen weer te annuleren:
draai aan X of druk weer op
PHONE .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Het volume wordt zo nodig
automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk op CD of AUX om naar de
menu's CD, USB, iPod ®
of AUX te
gaan of om tussen deze menu's te
schakelen.
Page 96 of 165
96InleidingEen functie in- of uitschakelen
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling Aan of Uit te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde instelling te bevesti‐
gen.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska‐
rakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsmenu
te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Selecteer Bas:, Midrange: of Treble: .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Page 98 of 165

98InleidingVolume-instellingen
Maximaal startvolume
Druk op CONFIG om het systeemin‐
stellingenmenu te openen.
CD 400: selecteer Radio-instellingen
en vervolgens Maximaal startvolume .
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens Startvolume.
Stel de gewenste waarde in.
Snelheidsafhankelijke
volumereg.
Druk op CONFIG om het systeemin‐
stellingenmenu te openen.
CD 400: selecteer Radio-instellingen
en vervolgens Autom.
volumeregeling .
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens Autom.
volumeregeling .
Voor snelheid gecompenseerd
volume kan worden uitgeschakeld
c.q. de mate van volumeaanpassing
kan worden geselecteerd in het
getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
Volume van verkeersberichten
(TA)
Het volume van verkeersberichten
kan proportioneel ten opzichte van het normale audiovolume worden
verhoogd of verlaagd.
Druk op CONFIG om het systeemin‐
stellingenmenu te openen.
CD 400: selecteer Radio-instellingen,
RDS-opties en TA-volume .
CD 300: selecteer Audio-instellingen,
RDS-opties en TA-volume .
Stel de gewenste waarde voor volu‐
meverhoging of -verlaging in.
Page 99 of 165

Radio99RadioGebruik........................................ 99
Zender zoeken ............................. 99
Autostore-lijsten .........................100
Favorietenlijst ............................. 101
Frequentiebereikmenu's ............101
Radio Data System (RDS) .........104
Digital Audio Broadcasting ........106Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte
zender wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecterenDruk één of meerdere malen op
RADIO om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte
zender van dat frequentiebereik
wordt weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op s of u om de
volgende zender in het zendergeheu‐ gen weer te geven.Handmatig zender zoeken
Druk enkele seconden op s of
u om het zoeken naar de volgende
te ontvangen zender in het actuele
frequentiebereik te starten.
Wanneer de gewenste frequentie is bereikt, wordt de zender automatisch
weergegeven.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen station wordt gevonden, zal de laatst actieve frequentie weer worden
gekozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er
alleen naar RDS-zenders 3 104
gezocht en als verkeersinformatie
TP is ingeschakeld, wordt er alleen
naar zenders met verkeersinforma‐
tie 3 104 gezocht.