Page 83 of 165
Inleiding....................................... 84
Radio ........................................... 99
Cd-speler ................................... 109
AUX-ingang ............................... 113
USB-poort .................................. 114
Trefwoordenlijst ......................... 116CD 400/300
Page 88 of 165
88Inleiding16 TONEGeluidsinstellingen ................96
17 PHONE
Mute activeren ......................92
18 AUX
Van audiobron veranderen . 113
Page 91 of 165
Inleiding9116 BACKMenu: een niveau terug ........93
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 93
17 MP3: mapniveau hoger .......110
18 TONE
Geluidsinstellingen ................96
19 PHONE
Mute activeren ......................92
20 AUX
Van audiobron veranderen . 113Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Geen functie.
2 SRC (bron)
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 92
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 99
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 110
3 w
Volume verhogen ..................92
4 ─
Volume verlagen ...................92
5 xn
Indrukken: geluidsonder‐
drukking activeren/
deactiveren ........................... 92
Page 92 of 165

92InleidingGebruikBedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, multifunctieknoppen en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 86
● bedieningsknoppen op het stuur 3 86
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐ tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact
was uitgeschakeld, schakelt het na
10 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 98
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 98
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 98 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE voor het dempen
van de audiobronnen.Om het dempen weer te annuleren:
draai aan X of druk weer op
PHONE .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Het volume wordt zo nodig
automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk op CD of AUX om naar de
menu's CD, USB, iPod ®
of AUX te
gaan of om tussen deze menu's te
schakelen.
Page 93 of 165

Inleiding93Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ● CD-spelerfuncties 3 110
● AUX-ingangsfuncties 3 113
● USB-poortfuncties 3 114
Basisbediening Multifunctionele toets
De multifunctionele knop is het
centrale bedieningselement voor de
menu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ● CD 400: een menuoptie marke‐ ren
● CD 300: een menuoptie weerge‐ ven
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● CD 400: de gemarkeerde optie selecteren of inschakelen
● CD 300: om de getoonde optie te
selecteren of te activeren● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uitschakelen
BACK-toets Druk kort op BACK:
● om een menu te verlaten ● om van een submenu naar het volgende, hogere menuniveau tegaan
● om het laatste teken van een tekenreeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de hele invoer te wissen.Voorbeelden van de
menubediening
CD 400Een optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te
verplaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Page 113 of 165
AUX-ingang113AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............113
Gebruik ...................................... 113Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-
ingang aan te sluiten met een
3,5 mm stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 114 of 165
114USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............114
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 114Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die op de USB-poort zijn
aangesloten, worden bediend via de bedieningselementen en menu's van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opgeslagen
audiobestanden afspelenDruk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het
algemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 110.
Op de volgende pagina's worden
alleen de afwijkende/aanvullende bedieningsaspecten beschreven.
Bedieningen en schermweergaven
worden alleen voor USB-opslagappa‐ raten beschreven. Andere apparaten
werken in het algemeen hetzelfde.
Page 116 of 165

116TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 84, 109, 113, 114
Antidiefstalfunctie ........................85
Autostore-lijsten .......................... 100
B
BACK-toets ................................... 93
Basisbediening ............................. 93
C Cd afspelen starten ....................110
CD-speler activeren.................................. 110
belangrijke informatie ..............109
gebruik .................................... 110
CD-speler activeren ....................110
CD-speler gebruiken................... 110
D DAB ............................................ 106
DAB configureren .......................106
De AUX-ingang gebruiken ..........113
De radio gebruiken .......................99
De radio inschakelen ....................99
De USB-poort gebruiken ............114
Digital Audio Broadcasting .........106
E Enhanced Other Networks .........104
EON ............................................ 104F
Favorietenlijst ............................. 101
Frequentiebereikmenu's .............101
Frequentiebereik selecteren .........99
G
Gebruik ................... 92, 99, 110, 113
Geluidsinstellingen .......................96
H Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 92
I Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume................................. 98
maximaal opstartvolume ...........98
tooninstellingen ......................... 96
volume voor verkeersberichten. 98
volume: instellingen ..................98
Infotainmentsysteem gebruiken ...92
M
Menubediening ............................. 93
Multifunctionele toets ....................93
Mute.............................................. 92
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 114
Overzicht bedieningselementen ...86