Page 82 of 305

80Instrumenten en bedieningsorganenEen dalende temperatuur wordt
onmiddellijk aangeduid, een stij‐
gende temperatuur met enige vertra‐
ging.
Als de buitentemperatuur tot 3 °C
daalt, verschijnt er een waarschu‐ wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center met Uplevel-Combi-
display.
9 Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd worden op het
Info-Display weergegeven.
Datum- en tijdinstellingen
CD 400plus/CD 400/CD300
Druk op CONFIG . Nu verschijnt het
menu Instellingen .
Kies Tijd en datum .
Te selecteren instellingsopties:
● Tijd instellen: Wijzigt de op het
display weergegeven tijd.
● Datum instellen: Wijzigt de op het
display weergegeven datum.
● Tijdopmaak instellen : Wijzigt de
urenindicatie tussen 12 uur en 24
uur .
● Datumopmaak instellen : Wijzigt
de datumindicatie tussen MM/
DD/JJJJ en DD.MM.JJJJ .
● Klok weergeven : Schakelt de
tijdsindicatie op het display in/uit.
● Kloksynchr. RDS-signaal : Het
RDS-signaal van de meeste
VHF-zenders stelt automatisch
de tijd in. De RDS-tijdsynchroni‐
satie kan enkele minuten in
beslag nemen. Sommige
zenders zenden geen correct
tijdsignaal uit. Het is dan raad‐
zaam de automatische tijdsyn‐
chronisatie uit te schakelen.
Persoonlijke instellingen 3 109.
Datum- en tijdinstellingen Navi 950/Navi 650/CD 600
Druk op CONFIG en selecteer dan
het menu-onderdeel Tijd en datum
om het respectieve submenu weer te
geven.
Page 88 of 305

86Instrumenten en bedieningsorganenLet op
In geval van een ongeluk moeten het contact en de lichten worden uitge‐
schakeld. Sluit de handbediende
afsluiter op de meerwegklep.
Brandstof voor het rijden op LPG
3 197.
Koelvloeistoftemperatuur‐ meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
linker gedeelte:motor nog niet op
bedrijfstempera‐
tuurmiddelste
gedeelte:normale bedrijfs‐
temperatuurrechter
gedeelte:koelvloeistoftem‐
peratuur te hoogVoorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Service-display
Het controlesysteem van de oliekwa‐
liteit laat u weten wanneer de motor‐
olie en het oliefilter moeten worden
vervangen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden, kan het aangegeven vervangingsinterval van de motorolie
en het oliefilter aanzienlijk variëren.
Gebruik de knoppen van de rich‐
tingaanwijzerhendel om de reste‐
rende gebruiksduur van de motorolie
weer te geven:
Druk op MENU om Informatiemenu
voertuig te selecteren X.
Draai het stelwiel naar de stand
Resterende levensduur olie .
Page 98 of 305
96Instrumenten en bedieningsorganenCruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen De cruise control is actief.
Cruise control 3 164.
Adaptieve cruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen Adaptieve cruise control is actief.
Adaptieve cruise control 3 168.
Voorligger gedetecteerd A brandt groen.
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook gedetecteerd.Adaptieve cruise control 3 168, fron‐
taanrijdingswaarschuwing 3 175.
Portier open
h brandt rood.
Een portier of de achterklep is
geopend.Informatiedisplays
Driver Information Center Het bestuurdersinformatiecentrum zit
op de instrumentengroep tussen de
snelheidsmeter en de toerenteller.
Het wordt geleverd als Midlevel-
display of Uplevel-Combi-display.
Midlevel-Display bevat:
● dagteller algemeen
● dagteller
● een aantal controlelampen
● boordinformatie
Page 99 of 305
Instrumenten en bedieningsorganen97● informatiemenu dagteller/brand‐stof
● boordinformatie, in de vorm van cijfercodes 3 103.
In het Uplevel-combi-display kunnen
via MENU menupagina's worden
geselecteerd. Menusymbolen
verschijnen op de bovenste regel van
het display:
● X Informatiemenu voertuig
● W Informatiemenu dagteller/
brandst.
● s Informatiemenu ECO
● C Menu prestaties
Sommige functies op het display
verschillen tussen onderweg of in stil‐ stand. Sommige functies zijn alleenonderweg beschikbaar.
Persoonlijke instellingen 3 109.
Opgeslagen instellingen 3 23.
Menu’s en functies selecteren
U selecteert de menu’s en functies
met de knoppen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om tussen de menu's
te schakelen of om vanuit een submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een menu-
optie te markeren of om een nume‐
rieke waarde in te stellen.
Page 100 of 305

98Instrumenten en bedieningsorganenDruk op SET/CLR om een functie te
selecteren of om een bericht te
bevestigen.
Informatiemenu voertuig
Druk op MENU om de
Informatiemenu voertuig te selecte‐
ren of selecteer X op het Uplevel-
Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een
submenu te kiezen. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
Volg de instructies in de submenu’s.
Afhankelijk van de versie kunnen
mogelijke submenu's zijn:
● Eenheid : U kunt de eenheden op
de displays veranderen.
● Bandenspanning : Controleert de
bandenspanning van alle banden onder het rijden 3 239.
● Bandenbelasting : Selecteer de
bandenspanningscategorie
volgens de huidige werkelijke
bandenspanning 3 239.
● Resterende levensduur olie :
Geeft aan wanneer de motorolie
ververst en het filter vervangen
moet worden 3 86.
● Snelheidswaarschuwing : Bij
overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet klinkt een
geluidssignaal.
● Verkeersbordherkenning : Geeft
waargenomen verkeersborden tijdens het huidige traject weer.
3 190
● Volgafstand : Toont de afstand tot
een voorligger 3 178.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐ ken in Midlevel- en Uplevel-Combi-
display.
Page 101 of 305

Instrumenten en bedieningsorganen99Informatiemenu dagteller/
brandst.
Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een
submenu te kiezen. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
● dagteller 1
● dagteller 2
● digitale snelheid
Dagteller 2 en digitale snelheid zijn alleen beschikbaar op auto's met
Uplevel-Combi-display.
Zet de dagteller terug door gedu‐
rende enkele seconden op SET/CLR
op de richtingaanwijzerhendel te
drukken of door met het contact aan
op de resetknop tussen de snelheids‐
meter en het Driver Information
Center te drukken.
Bij auto’s met een boordcomputer zijn
meer submenu’s beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel- en Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 106.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om s op de boven‐
ste regel van het Uplevel-Combi-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een
submenu te kiezen. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.Submenu's zijn:
●Schakelindicatie : De huidige
versnelling wordt aangegeven
binnen een pijl. Het cijfer erboven
geeft aan dat de bestuurder
omwille van het brandstofver‐
bruik moet opschakelen.
Eco-indexdisplay : Het actuele
brandstofverbruik wordt aange‐
geven op een segmentdisplay.
Voor zuinig rijden past u uw rijei‐
genschappen aan om de volle
segmenten binnen het ECO-
gebied te houden. Hoe meer segmenten er gevuld zijn, hoe
hoger het brandstofverbruik.
Page 102 of 305

100Instrumenten en bedieningsorganenTegelijkertijd wordt het actuele
brandstofverbruik aangegeven.
● Grootverbruikers : lijst met de
grootste comfortverbruikers die
momenteel zijn ingeschakeld,
worden weergegeven in afne‐ mende volgorde. De mogelijke
brandstofbesparing wordt
aangegeven. Een uitgescha‐
kelde verbruiker verdwijnt van de
lijst en de verbruikswaarde wordt bijgewerkt.
Onder bepaalde omstandighe‐
den activeert de motor de achter‐
ruitverwarming automatisch om
de motor zwaarder te belasten. In dat geval wordt de achterruitver‐
warming aangeduid als een van
de grootste verbruikers, zonder
dat de bestuurder deze heeft
geactiveerd.
● Zuinig rijden : Weergave van de
ontwikkeling van het gemiddelde
brandstofverbruik over een
afstand van 50 km. Gevulde
segmenten geven het verbruik
weer in stappen van 5 km en
laten het effect van de omgeving
of het rijgedrag op het brandstof‐
verbruik zien.
Menu prestaties
Druk op MENU om de Menu
prestaties te selecteren of selecteer
C op het Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een
submenu te kiezen. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
Submenu's zijn: ● Acceleratie : Weergave van de
huidige acceleratie in alle richtin‐
gen.
● Rondetijd : Weergave van ronde‐
tijden, topsnelheid, gemiddelde
snelheid en gemiddelde tijd. Volg de instructies in het submenu.
Page 103 of 305

Instrumenten en bedieningsorganen101●Koelvl.temp. : Weergave van
koelvloeistoftemperatuur.
● Accusp. : Weergave van accu‐
spanning.
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐
tie heeft het voertuig een Graphic-
Info-Display of een Colour-Info-
Display. Het Info-Display bevindt zich in het instrumentenpaneel boven het
infotainmentsysteem.
Graphic-Info-DisplayAfhankelijk van het infotainment-
systeem, is het Graphic-Info-Display
in twee versies leverbaar.
Graphic-Info-Display geeft aan:
● tijd 3 80
● buitentemperatuur 3 79
● datum 3 80
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleidingInfotainment
● persoonlijke instellingen 3 109
Colour-Info-Display
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
● tijd 3 80
● buitentemperatuur 3 79
● datum 3 80
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleiding
Infotainment
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeeminstellingen
● boordinformatie 3 103
● persoonlijke instellingen 3 109