86Instrumenten en bedieningsorganen
●Voertuiginfo
● Audio
● Telefoon
● Indeling
● Opties
Sommige functies op het display
verschillen tussen onderweg of in stil‐
stand. Sommige functies zijn alleen beschikbaar als de auto stilstaat.
Menu's en functies selecteren De menu's en functies kunnen
worden geselecteerd met de knoppen
rechts op het stuurwiel.● Druk op ] om de hoofdmenupa‐
gina te openen.
● Selecteer een hoofdmenupagina met { of }.
● Bevestig een hoofdmenupagina met 9.
Druk na het selecteren van een hoofdmenupagina op { of } om
subpagina's te selecteren.
● Druk op [ om de volgende map
van de geselecteerde subpagina
te openen.
● Druk op { of } om functies te
selecteren of zo nodig een nume‐
rieke waarde in te stellen.
● Druk op 9 om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Wanneer nodig, verschijnen er
berichten over de auto en het onder‐
houd in het Driver Information Center.
Bevestig berichten door op 9 te druk‐
ken.
Boordinformatie 3 93.
Voertuiginfo
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Voertuiginfo . Sommige zijn voor uw
specifieke auto wellicht niet beschik‐
baar. Afhankelijk van het display
worden sommige functies als
symbool weergegeven.
Druk op { of } om een pagina te
selecteren:
● Rit
● Bandenspanning (kPa)
Instrumenten en bedieningsorganen87● Gemiddelde snelheid
● Timer
● Verkeersbordherkenning
● Afstand tot voorligger
● Lege pagina
Rit
De kilometerteller geeft de huidige
afstand en het huidige gemiddelde
energieverbruik weer sinds een
bepaalde reset.
De afstand geeft maximaal
99.999,9 km aan en begint dan weer
bij 0.
Het gemiddelde elektrische energie‐
verbruik geeft het gemiddelde kWh
per 100 km (kWh/100 km) bij bena‐ dering aan.
Houd 9 ingedrukt om te resetten.
Bandenspanning (kPa)
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 244.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment opnieuw worden gestart.Timer
Druk voor starten en stoppen op 9.
Druk voor terugzetten op [ en beves‐
tig de handeling.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 198.
Volgafstand
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 177.
Lege pagina
Geeft een lege pagina zonder enige
informatie weer.
Menu Audio
In het hoofdscherm van de applicatie
Audio kunt u met { of } door de
radiozenders schuiven of naar de
volgende/vorige track van een USB-/
Bluetooth ®
-apparaat gaan dat op de
auto is aangesloten.
Druk op 9 om de app Audio te selec‐
teren en vervolgens op [ om het
Audio te openen. In het menu Audiokunt u zoeken naar muziek, favorie‐
ten selecteren of de audiobron veran‐
deren.
U sluit het menu Audio af door op 9
of ] te drukken.
Menu Telefoon Druk op 9 om de app Telefoonte
selecteren en vervolgens op [ om het
menu Telefoon te openen. Als er
geen actieve oproep is, kunt u in het menu Telefoon recente oproepen
bekijken, door contacten bladeren of
uit uw favorieten kiezen. Als er een
actieve oproep is, kunt u de telefoon
dempen of juist niet of naar de hand‐
set of hands-free bediening over‐
schakelen.
U sluit het menu Telefoon af door op
9 of ] te drukken.
Menu Indeling
Druk tijdens het weergeven van
Displayonderwerpen op 9. Selecteer
Simpel , Standaard of Uitgebreid door
op 9 te drukken.
88Instrumenten en bedieningsorganenMenu Opties
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu
Opties :
● Eenheid
● Snelheidswaarschuwing
● Draagvermogen band
Eenheden
Druk op [ terwijl de eenhedenpagina
wordt weergegeven.
Selecteer Engelse of metrische
eenheden door op 9 te drukken.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op 9 te drukken terwijl de
pagina wordt weergegeven. Druk op
[ en { of } om de waarde aan te
passen. Druk op 9 om de snelheid in
te stellen. Na het instellen van de
snelheid kan deze functie worden
uitgeschakeld door tijdens het bekij‐
ken van deze pagina op 9 te druk‐ken. Als de geselecteerde maximum‐
snelheid wordt overschreden,
verschijnt er een pop-upwaarschu‐
wing en klinkt er een geluidssignaal.
Draagvermogen banden
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 244.
Druk op { of } om een categorie
Licht , Zuinig of Max te selecteren.
Druk op 9 om de categorie te beves‐
tigen.
Help
Geeft informatie over de meters die in
de verschillende indelingen ( Simpel,
Standaard of Uitgebreid ) beschikbaar
zijn.
Open source-software
Systeeminstellingen 3 122.
Info-Display
Op het info-displays kan het volgende worden aangegeven:
● klimaatregeling 3 149
● Infotainmentsysteem 3 112● persoonlijke instellingen 3 94
● informatie stroomverloop
● programmeerbare laadinstellin‐ gen
● verbruiksinformatie
● achteruitkijkcamera 3 194
● buitentemperatuur 3 71
● parkeerhulpinstructies 3 182
Menu's en instellingen selecteren Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
Instrumenten en bedieningsorganen89
●Tik op p om de startpagina weer
te geven.
● Tik op het betreffende pictogram in het menu op het display.
● Tik op een pictogram om de desbetreffende functie te selec‐
teren.
● Tik op 9 om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
● Tik op p om terug te gaan naar
de startpagina.
Overzicht bedieningselementen
3 112.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Verbruik
Toont de verbruiksapplicaties van het
systeem.
1. Druk op Energie.
2. Selecteer het gewenste menu.Communicatiefout
Als er sprake is van een communica‐ tieprobleem met het verbruikssys‐
teem, verschijnt het foutbericht.
Probeer in dit geval de auto opnieuw
te starten of neem contact op met een
werkplaats.
Doorstroming
In dit menu wordt de energiestroom
tussen de elektrische aandrijving en
de hoogspanningsaccu aangegeven.
1. Druk op Energie.
2. Druk op Stroom.
De componenten zijn gemarkeerd als
ze actief zijn.
Instrumenten en bedieningsorganen93Energie-instellingen en dan op
Radio uit bij . Selecteer Uit, 2% ,
4% , 6% , 8% , 10% .Lage energiemodus
Op deze manier kan er op energie
van de hoogspanningsaccu worden
bespaard.
1. Houd m van het infotainmentsys‐
teem ingedrukt.
2. Tik op Ja op het info-display. Het
scherm wordt uitgeschakeld.
3. Druk opnieuw op m om het display
in te schakelen.Boordinformatie
Berichten worden weergegeven op
het Driver Information Center; in
sommige gevallen samen met een
waarschuwing en een geluidstoon.
Druk op 9 op het stuurwiel om een
bericht te bevestigen.
Boord- en onderhoudsinformatie
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Sommige belangrijke gegevens
kunnen tevens in het info-display
worden weergegeven. Sommige
berichten verschijnen slechts enkele
seconden als pop-up.
Geluidssignalen Bij het starten van het
aandrijvingssysteem of tijdens
het rijden
Er klinkt maar één akoestisch signaal
tegelijk.
Het waarschuwingssignaal voor
veiligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle
andere akoestische signalen.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklepniet goed gesloten is.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheidoverschrijdt.
● Wanneer de afstand tot de voor‐ ligger te snel kleiner wordt.
94Instrumenten en bedieningsorganen●Wanneer een geprogrammeerde
snelheid of snelheidslimiet wordt
overschreden.
● Wanneer er een waarschuwings‐
bericht verschijnt op het Driver
Information Center.
● Als de elektronische sleutel zich niet in het interieur bevindt.
● Wanneer de parkeerhulp een obstakel herkent.
● Bij een onbedoelde rijstrookwis‐ sel.
● Als de veiligheidsfunctie van de elektrische achterklep voorwer‐
pen in de bewegingsrichting
detecteert.
Bij het parkeren van de auto en /
of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde rijverlichting.
Batterijspanning
Wanneer de spanning van de 12 V-
accu laag is, verschijnt er een waar‐
schuwingsbericht op het Driver Infor‐
mation Center.1. Schakel alle elektrische verbrui‐ kers uit die niet nodig zijn voor eenveilige rit, bijvoorbeeld de stoel‐
verwarming, achterruitverwar‐
ming of andere grootverbruikers.
2. Laad de 12 V-accu op door een tijdje te rijden of door een oplaad‐
apparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht verdwijnt
nadat de auto twee keer is gestart
zonder een spanningsval.
Als de 12 V-accu niet kan worden
opgeladen, moet u de oorzaak van de storing in een werkplaats laten
verhelpen.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het info-display te veranderen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen weergegeven of zijn alleen actief als
de auto is ingeschakeld.
Tik op p en daarna op 1.
Instrumenten en bedieningsorganen95De volgende instellingen kunnen
worden geselecteerd door het picto‐
gram of de toets op het touchscreen
te selecteren:
● Tijd en datum
● Taal
● Radio-instellingen
● Voertuiginstellingen
● Apparaten
● Toegang op afstand apparaat
● Apple CarPlay
● Android Auto
● KeyPass
● USB automatisch starten
● Wi-Fi
● Displayinstellingen
● Camera achterzijde
● Fabrieksinstellingen herstellen
● Akoestische feedback bij
aanraking
● Tekst scrollen
● Software-informatie
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:Tijd- en datuminstellingen
Klok 3 71.
Taal
Selectie van de gewenste taal.
Systeeminstellingen 3 122.
Radio-instellingen
Volume-instellingen 3 121.
Auto-instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid :
Verandert het niveau van het
luchtdebiet van de klimaatrege‐
ling in het interieur in automati‐
sche modus.
Automatische stoelverwarming :
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming :
Ondersteunt het ontvochtigen
van de voorruit door het automa‐
tisch selecteren van de vereiste
instellingen en de automatische
aircomodus.● Comfort en gebruiksgemak
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Bestuurderspersonalisatie : Acti‐
veert of deactiveert de persoon‐
lijke instellingen.
Automatisch wissen bij achteruit :
Activeert of deactiveert automa‐ tische inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.
● Aanrijdingpreventie/detectiesys‐
temen
Veiligheidssignaal voetgangers :
Schakelt de waarschuwing voet‐
gangersveiligheid in of uit. Zelfs
als het signaal voor voetgangers‐
veiligheid is uitgeschakeld, wordt het automatisch ingeschakeld
terwijl dit menu niet toegankelijk
is, zoals OnStar-oproep, came‐
raweergave, Apple CarPlay en Android Auto, niet-automatisch
verdwijnende pop-ups, etc.
Forward Collision systeem : De
melding voor de functie kan aan
uw persoonlijke wensen worden
Instrumenten en bedieningsorganen97Passieve portierontgrendeling:
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Vergr. op afstand ontgrendel portier. : Activeert of deactiveert
de passieve vergrendelingsfunc‐
tie. Met deze functie wordt de
auto na enkele seconden auto‐ matisch vergrendeld als alle
portieren zijn gesloten en een
elektronische sleutel uit de auto
is verwijderd.
Stoelverwarming starten op
afstand : Schakelt de stoelver‐
warmingen automatisch in of uit bij het starten op afstand.
Passieve portierontgrendeling :
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.Waarschuwing afstandsbedie‐
ning in voertuig : Activeert of
deactiveert de waarschuwings‐
geluid wanneer de elektronische
sleutel in de auto blijft.
Apparaten
Externe apparaten 3 131.
Externe toegang tot apparaat
Externe functie smartphone 3 27.
Apple CarPlay
Smartphone-applicaties gebruiken
3 138.
Android Auto
Smartphone-applicaties gebruiken 3 138.
KeyPass
Externe functie smartphone 3 27.
USB automatisch starten
Externe apparaten 3 131.
Wi-Fi
Systeeminstellingen 3 122.
Displayinstellingen
Systeeminstellingen 3 122.Camera achterzijde
Symbolen : Schakelt de symbolen in
of uit.
Richtlijnen : Activeert of deactiveert de
geleidelijnen.
Fabrieksinstellingen herstellen
Voertuiginstellingen resetten : stelt
alle functies opnieuw in op de stan‐ daardinstellingen.
Alle privégegevens wissen : Wist alle
persoonsgebonden gegevens uit de auto.
Radio-instellingen herstellen : Zet alle
radio-instellingen terug op de stan‐
daardwaarden.
Systeeminstellingen 3 122.
Akoestische feedback bij aanraking
Gebruik 3 114.
Tekst scrollen
Systeeminstellingen 3 122.
Software-informatie Systeeminstellingen 3 122.