Page 67 of 113
Inleiding67Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 69 of 113

Inleiding691m VOL
Drukken: Infotainment- systeem in-/uitschakelen ....... 73
Draaien: volume
aanpassen ............................ 73
2 Display
3 MENU-TUNE
Centrale bediening voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 75
4 AUX-ingang ........................... 90
5 P BACK
Menu: één niveau terug ........75
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........75
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............73
7 u
Radio: vooruit zoeken ...........79
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 888 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................81
9 MEDIA
Media activeren of naar
andere audiobron gaan .........73
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................83
11 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband ................................ 79
12 TONE
Tooninstellingen ....................76
13 s
Radio: achteruit zoeken ........79
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............88
14 INFO
Radio: Informatie over
huidig station
Cd/mp3/wma: informatie
over de huidige track15 y / @
Openen hoofdmenu
telefoon ................................. 96
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 73
16 Disksleuf
17 d
Disc uitwerpen ......................88
18 Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 81
Kort drukken: station
selecteren ............................. 81
Page 71 of 113

Inleiding711m VOL
Drukken: Infotainment- systeem in-/uitschakelen ....... 73
Draaien: volume
aanpassen ............................ 73
2 Display
3 MENU-TUNE
Centrale bediening voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 75
4 AUX-ingang ........................... 90
5 P BACK
Menu: één niveau terug ........75
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........75
6 CONFIG
Systeeminstellingen ..............73
7 u
Vooruit zoeken ......................79
8 FAV 1-2-3
Radiofavorieten en
Autostore-lijsten ....................819AUX
Randapparaat activeren .......73
10 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................83
11 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband ................................ 79
12 TONE
Tooninstellingen ....................76
13 s
Achteruit zoeken ...................79
14 INFO
Informatie over de huidige
radiozender
15 @
Mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 7316Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang drukken: station
opslaan ................................. 81
Kort drukken: station
selecteren ............................. 81
Page 72 of 113

72InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 7
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..96
of functie Opnieuw kiezen
activeren ............................. 100
of nummer bellen in
oproeplijst ............................ 100
Lang indrukken:
gesprekslijst openen ...........100
of handsfreemodus in-/
uitschakelen ........................ 100
2SRC (bron) ............................ 73
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 73
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 79
Bij een actieve cd-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........88
Met actief telefoonportaal
en open bellijst (zie
punt 1): draai omhoog/
omlaag voor het
selecteren van volgende/
vorige vermelding in bellijst . 100
Bij een actief
telefoonportal en
gesprekken in de wacht:
omhoog/omlaag draaien
om tussen gesprekken te
schakelen ............................ 100
3 +
Volume verhogen4 –Volume verlagen
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen/weigeren ...........100
of oproeplijst sluiten ............100
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 73
Page 73 of 113

Inleiding73GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU-TUNE en
menu's op het display.
Keuzen worden ingevoerd via het
bedieningspaneel op het Infotain‐
mentsysteem 3 68
Of deze kunnen via de audiobedie‐
ningselementen op het stuur worden
gemaakt 3 68.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X VOL -knop kort in. Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het
systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk invoeren:
● het maximale inschakelvolume 3 77
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 77
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid
gecompenseerd volume 3 77 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op y / @ of @ (als telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) om de audiobronnen te
dempen.
Stiltefunctie uitschakelen: draai aan
m VOL of druk op y / @ (als telefoon‐
portaal beschikbaar is: enkele secon‐
den indrukken) of druk nogmaals op
@ .
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij zeer hoge interieurtemperaturen begrenst het Infotainmentsysteem
het maximaal instelbare volume.
Indien nodig wordt het maximale
volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op MENU-TUNE om naar de
frequentiebereikmenu's met opties
voor zenderselectie te gaan.
Page 74 of 113

74InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 79.
Audiospelers
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu CD,
USB, iPod ®
of AUX te gaan of om
tussen deze menu's te wisselen.
Druk op MENU-TUNE om naar de
betreffende menu's met opties voor
trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 87, AUX-
functies 3 90, USB-poortfuncties
3 91 en functies voor streaming
audio via Bluetooth 3 94.
Telefoon
Druk kort op y / @ om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op MENU-TUNE om naar het
telefoonmenu met opties voor het
invoeren en selecteren van nummers
te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 96.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐
baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 75.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐
ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de lijst met Bluetooth-appara‐
ten, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Auto-instellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Page 76 of 113

76InleidingDe cursor gaat dan over naar de
volgende waarde. Na het instellen
van alle waarden gaat u automatisch
terug naar het naasthogere menuni‐
veau.
Een instelling aanpassen
Draai MENU-TUNE om de instelling
bij te stellen.
Druk op MENU-TUNE om de instel‐
ling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai MENU-TUNE om de functie die
u in of uit wilt schakelen te markeren.
Druk op MENU-TUNE om tussen de
instellingen Aan en Uit te wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai MENU-TUNE om het gewenste
teken te markeren.
Druk op MENU-TUNE om het gemar‐
keerde teken te bevestigen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met de optie k op
het display of door op P BACK te
drukken. Door P BACK ingedrukt te
houden wordt de complete invoer
verwijderd.
Wijzig de positie van de cursor in de al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Page 77 of 113

Inleiding77Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het menu EQ-
instellingen wordt weergegeven.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op MENU-TUNE.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.