Sleutels, portieren en ruiten31
Houd c ingedrukt om de ruiten te
openen.
Houd e ingedrukt om de ruiten te slui‐
ten.
Laat de toets los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig geopend of
gesloten zijn, lichten de alarmknip‐
perlichten tweemaal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Wanneer u de ruiten niet automatisch
kunt sluiten (bijv. na het loskoppelen
van de accu), verschijnt een waar‐
schuwingsbericht of -code op het
Driver Information Center.
Boordinformatie 3 102.
Activeer de ruitelektronica als volgt: 1. Sluit de portieren.
2. Contact inschakelen.
3. Trek aan de schakelaar totdat de ruit gesloten is en blijf nog twee
seconden eraan trekken.
4. Deze handeling uitvoeren voor alle ruiten.Achterruitverwarming
Om in te schakelen Ü indrukken.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Zonnekleppen Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Onderweg moeten de spiegelkappen
gesloten zijn.
Aan de achterkant van de zonneklep
zit een kaartjeshouder.
Instrumenten en bedieningsorganen89Controlelampen in de
middenconsole
Overzicht
ORichtingaanwijzer 3 89XGordelverklikker 3 89vAirbags en gordelspanners
3 90VAirbag deactiveren 3 90pLaadsysteem 3 90ZStoringsindicatielamp 3 91gLaat auto spoedig nakijken
3 91RRem- en koppelingssysteem
3 91-Pedaal intrappen 3 91uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 92[Opschakelen 3 92cStuurbekrachtiging 3 92rUltrasoonparkeerhulp 3 92nElektronische stabiliteitsrege‐
ling UIT 3 92bElektronische stabiliteitsrege‐
ling en Traction Control-
systeem 3 92wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 93IMotoroliedruk 3 93YTe laag brandstofpeil 3 93dStartbeveiliging 3 948Buitenverlichting 3 94CGrootlicht 3 94rMistachterlicht 3 94mCruise control 3 94hPortier open 3 94
Richtingaanwijzer
O brandt of knippert groen.
Brandt kort De parkeerlichten worden ingescha‐keld.
Knippert Een richtingaanwijzer of de alarm‐knipperlichten worden geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering kapot.
Gloeilamp vervangen 3 176, zeke‐
ringen 3 185.
Richtingaanwijzers 3 116.
Gordelverklikker
Gordelverklikker op de
voorstoelen
X van de bestuurdersstoel brandt of
knippert rood op de toerenteller.
Instrumenten en bedieningsorganen103Nr.Boordinformatie48Reinig blindehoekdetectiesys‐
teem53Draai tankdop vast56Ongelijke bandenspanning op
vooras57Ongelijke bandenspanning op
achteras58Detectie winterbanden59Open en sluit portierruit
bestuurder60Open en sluit portierruit voor‐
passagier66Service diefstalalarmsysteem67Service stuurslot68Service stuurbekrachtiging75Service airconditioning76Service blindehoekdetectiesys‐
teem79Vul motorolie bij82Vervang motorolie binnenkort84Motorvermogen beperktNr.Boordinformatie89Onderhoud spoedig90Remassistentie laten nakijken95Service airbag128Motorkap open134Parkeerhulpstoring, bumper
reinigen136Onderhoud aan parkeerhulp
uitvoeren151Trap de koppeling in om te
starten174Accu bijna leeg258Parkeerhulp uitBoordinformatie op Uplevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Boordinformatie op het Colour-
Info-Display
Sommige belangrijke berichten
verschijnen ook op het Colour-Info-
Display. Sommige berichten verschij‐
nen slechts gedurende enkele secon‐ den.
106Instrumenten en bedieningsorganen●Buitenverlichting
Buitenverlichting bij ontgr. :
Activeert of deactiveert de instap‐ verlichting.
Duur tijdens uitstappen :
Activeert of deactiveert de
uitstapverlichting en wijzigt de
duur ervan.
● Portiervergrendeling
Automatische portiervergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portiervergrendelingsfunc‐
tie na inschakelen van het
contact.
Geen vergr. bij portier open : Acti‐
veert of deactiveert de portierver‐ grendelingsfunctie wanneer eenportier openstaat.
Vertr. Portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de
vertraagde portiervergrende‐
lingsfunctie. Deze menuoptie
wordt weergegeven met Geen
vergr. bij portier open gedeacti‐
veerd. Centrale vergrendeling 3 22.
● Vergr., ontgr., start op afstandFeedb ontgr. op afstand :
Activeert of deactiveert het alarmknipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Passieve portierontgr. : Wijzigt de
configuratie om alleen het
bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Autom. Portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de auto‐
matische hervergrendeling na
het ontgrendelen zonder de auto
te openen.
● Fabrieksinstellingen herstellen :
Stelt alle functies opnieuw in op
de standaardinstellingen.
Persoonlijke instellingen
Colour-Info-Display
Druk op ;, selecteer Instellingen en
vervolgens Auto op het aanraak‐
scherm.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Auto ● Klimaat en luchtkwaliteit
Auto. max. ventilatorsnelheid :
Modificeert de cabinelucht‐
stroom van de klimaatregeling in
de automatische modus.
Automatisch verwarmde stoelen :
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming :
Ondersteunt het ontvochtigen
van de voorruit door het automa‐
tisch selecteren van de vereiste
108Instrumenten en bedieningsorganenautomatische portiervergrende‐
lingsfunctie na inschakelen van
het contact.
Vertraagde deurvergrendeling :
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrende‐
lingsfunctie. Deze functie
vertraagt het werkelijke vergren‐
delen van de portieren tot alle portieren gesloten zijn.
● Op afstand vergr., ontgr., starten
Op afst. ontgrendelen lamp
feedback : Activeert of deacti‐
veert het alarmknipperlichtsig‐
naal bij het ontgrendelen.
Melding vergrendeling op
afstand : Wijzigt het type terug‐
melding bij het vergrendelen van
de auto.
Portierontgrendeling op afstand :
Wijzigt de configuratie om alleen
het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Opn. vergrendelen op afst. vergr. deuren : Activeert of deactiveert
de automatische hervergrende‐
ling na het ontgrendelen zonder
de auto te openen.Ruiten met afstandsbediening :
Activeert of deactiveert de
werking van de elektrisch
bediende ruiten met de handzen‐
der.
Passieve portierontgrendeling :
Wijzigt de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.
Melding afstandsbed. nog in
voertuig : Activeert of deactiveert
de waarschuwingsgeluid
wanneer de elektronische sleutel
in de auto blijft.Telematicaservice
OnStar OnStar is een persoonlijke connecti‐
viteits- en servicehulp met een geïn‐
tegreerde Wi-Fi Hotspot. De OnStar-
service is 24 uur per dag, 7 dagen per
week beschikbaar.
Let op
OnStar is niet op alle markten
verkrijgbaar. Neem contact op met
uw werkplaats voor meer informatie.
Let op
Om OnStar beschikbaar en bedrijfs‐
gereed te kunnen laten zijn, hebt u
een geldig OnStar-abonnement,
een werkend elektrisch systeem van de auto, mobiele service en een
GPS-satellietverbinding nodig.
U activeert de OnStar-services en
stelt een account in door op Z te druk‐
ken en met een adviseur te spreken.
Instrumenten en bedieningsorganen111Afstandsbediening
U kunt, indien gewenst, iedere wille‐
keurige telefoon gebruiken om een
adviseur te bellen. Deze kan dan
vanaf zijn locatie specifieke autofunc‐
ties aansturen. U vindt het betref‐
fende OnStar-telefoonnummer op de
landspecifieke website.
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Informatie over de voertuigloca‐ tie doorgeven.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.
Hulp bij gestolen voertuig
Geef als de auto gestolen is de dief‐
stal door aan de autoriteiten en vraag hulp van de OnStar-service Hulp bij
gestolen voertuig. Neem telefonisch
contact op met een adviseur. U vindt
het betreffende OnStar-telefoonnum‐
mer op de landspecifieke website.
OnStar kan u helpen bij het zoeken
naar en bergen van de auto.Diefstalalarm
Als het diefstalalarmsysteem is geac‐
tiveerd, wordt er een bericht naar
OnStar gestuurd. U ontvangt hierover
een sms of e-mail.Startblokkering
OnStar kan met externe signalen het
starten van de auto blokkeren
wanneer het contact is afgezet.
Diagnose op aanvraag
U kunt te allen tijde, bijvoorbeeld als
de auto boordinformatie laat zien, op
Z te drukken om contact op te nemen
met een adviseur. U kunt hem vragen
een realtime diagnose uit te voeren
om de oorzaak van het probleem na
te gaan. Afhankelijk van de resultaten biedt de adviseur meer ondersteu‐ning.
Diagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐ gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan
in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en andere
grote systemen. Ook bevat het infor‐
matie over mogelijke onderhouds‐
punten en de bandenspanning
(alleen als er een bandenspannings‐
controlesysteem is).
U kunt meer details opvragen door op
de link in de e-mail te klikken en u bij
uw account aan te melden.
Bestemming downloaden
Een gewenste bestemming kan
rechtstreeks naar het navigatiesys‐
teem worden gedownload.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en beschrijf de bestemming of het markante punt.
De adviseur kan elk adres en elke
nuttige plaats opzoeken en deze naar
het ingebouwde navigatiesysteem
verzenden.
Verlichting113VerlichtingRijverlichting.............................. 113
Lichtschakelaar .......................113
Automatische verlichting .........114
Grootlicht ................................. 114
Lichtsignaal ............................. 114
Koplampverstelling ..................115
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 115
Dagrijlicht ................................. 115
Alarmknipperlichten .................115
Richtingaanwijzers ..................116
Mistachterlichten .....................116
Parkeerlichten ......................... 116
Achteruitrijlichten .....................117
Beslagen lampglazen ..............117
Binnenverlichting .......................117
Regelbare instrumentenverlichting .........117
Verlichtingsfuncties ....................119
Instapverlichting ......................119
Uitstapverlichting .....................119
Ontlaadbeveiliging accu ..........120Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
7:Verlichting uit8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of grootlicht
Controlelamp 8 3 94.
Lichtschakelaar met
automatische verlichting
Lichtschakelaar draaien:
AUTO:Automatische verlichting:
het dimlicht wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van het omge‐
vingslichtm:Activering of deactivering
van de automatische
verlichting. Schakelaar
keert terug naar AUTO8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of grootlicht
Verlichting115KoplampverstellingHandmatig instellen
koplampreikwijdte
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwiel‐
tje ? in de gewenste stand.
0:zitplaatsen voorin bezet1:alle zitplaatsen bezet2:alle zitplaatsen bezet en bagage
in de bagageruimte3:bestuurdersstoel bezet en
bagage in de bagageruimteKoplampinstelling in het
buitenland
Het asymmetrische dimlicht biedt
meer zicht op de rand van de weg aan de passagierskant.
Stel bij het rijden in landen met links‐
rijdend verkeer de koplampen bij om
tegenliggers niet te verblinden.
Draai de stelknop op beide koplamp‐
huizen 1
/4 slag rechtsom om de toeris‐
tenmodus in te stellen.
Dagrijlicht
Het dagrijlicht maakt de auto overdag
beter zichtbaar.
Deze gaat bij het inschakelen van het
contact automatisch branden.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨
indrukken.
De alarmlichten worden automatisch
ingeschakeld wanneer de airbags bij
een ongeval in werking treden.