De aangegeven posities met veiligheidsgordels op de achterzittingen zijn de veiligste plekken
voor kinderen. Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes.
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen een zijruit leunen van een auto met zij- en
gordijn-airbags:
Toestaan dat iemand op of tegen de zijruit leunt, tegen het gedeelte van de
voorpassagierszitting, de stijlen van de voor- en achterruit en de dakrand van waaruit langs
beide zijden de zij- en gordijn-airbags opgeblazen worden is gevaarlijk, ook als er gebruik
gemaakt wordt van een kinderzitje. De schok van een zij- of gordijn-airbag die wordt
opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan een kind dat niet goed op zijn plaats
zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het voorportier de zij- en gordijn-airbags
geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende beveiliging ongedaan
gemaakt worden. Bij een voor-airbag en de extra zij-airbag die uit de voorstoelrugleuning
komt, is de achterzitting altijd de beste plaats voor kinderen. Let er in het bijzonder op dat een
kind niet op of tegen de zijruit leunt, ook niet als het kind zich in een kinderzitje bevindt.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje:
Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk zoals die
door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen omstandigheden
mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging van veiligheidsgordels voor
volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere voorwerpen of uitrusting aan de auto.
Verwijder altijd de hoofdsteun en installeer het kinderzitje (behalve bij het installeren van een
verstevigingszitje):
Het installeren van een kinderzitje zonder de hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk. Het
kinderzitje kan dan niet correct geïnstalleerd worden waardoor het kind bij een botsing letsel
kan oplopen, mogelijk met dodelijke afloop.
2 3 * ( / ( 7
Een veiligheidsgordel of een kinderzitje kan tijdens warm weer in een afgesloten auto
bijzonder heet worden. Om te voorkomen dat u of uw kind zich branden, deze controleren
alvorens u of uw kind deze aanraken.
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
. L Q G H U ] L W M H
Gebruik dus nooit een achterwaarts gericht
kinderzitje op een voorpassagierszitting die
door een airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht
kinderzitje op een zitting die aan de
voorzijde door een ACTIEVE AIRBAG
beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt worden.
Een kind dat zich in het zitje bevindt zou
dan ernstig gewond kunnen raken of zelfs
om het leven kunnen komen.
▼▼ , Q V W D O O D W L H S R V L W L H Y D Q S H X W H U ] L W M H
( H Q S H X W H U ] L W M H Z R U G W J H E U X L N W L Q G H
Y R R U Z D D U W V H Q D F K W H U Z D D U W V J H U L F K W H
S R V L W L H V D I K D Q N H O L M N Y D Q G H O H H I W L M G H Q G H
J U R R W W H Y D Q K H W N L Q G 9 R O J E L M K H W
L Q V W D O O H U H Q G H L Q V W U X F W L H V Y D Q G H I D E U L N D Q W
L Q R Y H U H H Q V W H P P L Q J P H W G H E H W U H I I H Q G H
O H H I W L M G H Q J U R R W W H Y D Q K H W N L Q G D O V P H G H
G H U L F K W L Q J H Q Y R R U K H W L Q V W D O O H U H Q Y D Q K H W
N L Q G H U ] L W M H
= L H G H W D E H O