Page 190 of 540

3-106
Kenmerken van uw auto
Welcome-systeem
(indien van toepassing)
Interieurverlichting
Wanneer de schakelaar interieur-
verlichting in stand DOOR staat en
alle portieren (en de achterklep) zijn
gesloten en vergrendeld, gaat de
interieurverlichting gedurende 30
seconden branden wanneer het
onderstaande wordt gedaan.
• Wanneer op de ontgrendeltoetsvan de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
• Wanneer de toets op de buiten- portiergreep wordt ingedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets van het portier drukt,
dooft de interieurverlichting direct.
Interieurverlichting
Laat de interieurverlichting niet te lang branden als de motor niet
draait, anders zal de accuontladen raken.
Interior lamp AUTO cut
De interieurverlichting wordt
automatisch na ongeveer 20 minuten
uitgeschakeld nadat het contact is
uitgeschakeld en de portieren zijn
gesloten. Als een portier is geopend,
dooft de verlichting na ongeveer 40
minuten nadat het contact is
uitgeschakeld. Als de portieren
worden vergrendeld en het alarm
van het antidiefstalsysteem van de
auto wordt ingeschakeld, dooft de
verlichting vijf seconden later.
Verlichting voor
Kaartleeslampje voor (1)
Druk op het lampglas (1) van het leeslampje om het leeslampje in te
schakelen.
AANWIJZING
Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker
rijdt. De interieurverlichting kan
uw zicht hinderen en een
ongeval veroorzaken.
WAARSCHUWING
OOS047051
OOS047052
■ Type A (zonder zonnebrilhouder)
■Type B (met zonnebrilhouder)
Page 191 of 540

3-107
Kenmerken van uw auto
3
Druk nogmaals op de lens van het leeslampje om het leeslampje uit te
schakelen.
Verlichting voorportier ( ) (2)
De interieurverlichting voor de
zitplaatsen voor/achter wordt
automatisch gedurende ongeveer 30
seconden ingeschakeld wanneer
een portier wordt geopend.
Het leeslampje voor de zitplaatsen
voor/achter wordt automatisch
gedurende ongeveer 15 seconden
ingeschakeld wanneer de portieren
met de afstandsbediening (Smart
Key) worden ontgrendeld. Het
leeslampje dooft geleidelijk wanneerbinnen 15 seconden het contact in
stand ON wordt gezet. Het
leeslampje blijft maximaal 20
minuten branden wanneer er een
portier is geopend terwijl het contact
in stand ACC of OFF staat.
Interieurverlichting voor
• (3) :Druk op de toets om het
leeslampje voor de zitplaatsen
voor/achter in te schakelen.
• (4) : Druk op de toets om de
interieurverlichting voor de
zitplaatsen voor/achter uit te
schakelen.
Interieurverlichting achter
Schakelaar interieurverlichting
achter :
Druk op deze schakelaar om de
interieurverlichting in en uit te
schakelen.
OOS047321
OOS047053
■Type A
■Type B
Page 236 of 540

3-152
Kenmerken van uw auto
Draadloos laadsysteem mobiele
telefoon (indien van toepassing)
Er bevindt zich een draadloos
laadsysteem voor de mobiele
telefoon in de voorconsole.
Het systeem is beschikbaar wanneer
alle portieren zijn gesloten en het
contact in stand ACC/ON staat.
Opladen van een mobiele telefoon
Het draadloze laadsysteem voor
mobiele telefoons kan alleen mobiele
telefoons die compatibel zijn met de
Qi-standaard ( ) opladen.
Raadpleeg de sticker op de batterij
van uw mobiele telefoon of ga naar
de website van de fabrikant van uw
mobiele telefoon om te zien of uw
mobiele telefoon de Qi-technologieondersteunt.
Het draadloos laden start wanneer u
een mobiele telefoon met Qi-
ondersteuning op de draadloze laderplaatst.
1. Verwijder andere voorwerpen, ook de Smart Key, van de draadloze
lader. Anders wordt het draadloos
laden mogelijk onderbroken.
Plaats de mobiele telefoon in het
midden van de lader.
2. Het controlelampje is oranje als de telefoon wordt geladen. Het
controlelampje wordt groen als het
laden van de mobiele telefoon is
voltooid. 3. U kunt de functie voor draadloos
laden in- en uitschakelen in de
modus Gebruikersinstellingen in
het instrumentenpaneel. Zie
“Instellingen LCD-display” in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Als uw mobiele telefoon niet wordtgeladen:
- Verander de positie van de mobiele telefoon op de laadunit
iets.
- Controleer of het controlelampje oranje is.
Het controlelampje knippert
gedurende 10 seconden oranje als
er een storing aanwezig is in het
draadloze laadsysteem.
Onderbreek in dit geval het laadproces tijdelijk en probeer
nogmaals uw mobiele telefoon
draadloos te laden.
Het systeem waarschuwt u door
middel van een melding op het LCD-
display als de mobiele telefoon nog
op de draadloze laadunit ligt nadat
de motor is uitgeschakeld en het
voorportier wordt geopend.
OOS047064
Page 237 of 540

3-153
Kenmerken van uw auto
3
• Het draadloze laadsysteem voormobiele telefoon ondersteunt
bepaalde mobiele telefoon dieniet compatibel zijn met de Qi-
standaard ( ) mogelijk niet.
• Plaats uw mobiele telefoon goed in het midden van het draadloze
laadsysteem voor mobiele
telefoon. Wanneer uw mobiele
telefoon iets te veel naar één
kant ligt, neemt de laadsnelheid
mogelijk af en de telefoon wordt
mogelijk heet tijdens het laden.
• Het draadloze laden stopt mogelijk tijdelijk wanneer de
Smart Key wordt bediend (bijv.:
starten van de motor, openen
van de portieren, sluiten van de
portieren).
• Bij sommige mobiele telefoon gaat het controlelampje
mogelijk niet groen branden,
zelfs niet wanneer het draadloze
laden volledig is voltooid. • Het draadloze laden stopt
mogelijk tijdelijk wanneer de
temperatuur in het draadloze
laadsysteem voor mobiele
telefoon abnormaal toeneemt.
Het draadloze laadproces wordt
opnieuw gestart als detemperatuur daalt tot onder eenbepaald niveau.
• Het draadloze laden stopt mogelijk tijdelijk wanneer zich
een metalen voorwerp, zoals een
munt, tussen het draadloze
laadsysteem voor mobiele
telefoon en de mobiele telefoon
bevindt.
• Bij bepaalde mobiele telefoon met een eigen beveiliging neemt
de draadloze-laadsnelheid
mogelijk af en wordt het
draadloze laden mogelijk
onderbroken.
• Als de mobiele telefoon een dik hoesje heeft, is draadloos laden
wellicht niet mogelijk.
• Als de mobiele telefoon niet volledig contact maakt met de
draadloze lader, is draadloos
laden wellicht niet mogelijk. • Bepaalde magnetische items
(creditcards, telefoonkaarten en
tickets) raken tijdens het
laadproces mogelijk
beschadigd.
Klok
Auto's met audiosysteem
Selecteer de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem
Selecteer
[Klok].
• Tijd instellen: stel de tijd in die op het audioscherm wordt
weergegeven.
• Tijdnotatie: kies tussen een 12- uursweergave en een 24-
uursweergave.
AANWIJZING
Stel het klokje niet af tijdens het
rijden. Als u dat wel doet, kunt u
de macht over het stuur
verliezen waardoor ongevallen
en letsel veroorzaakt kunnen
worden.
WAARSCHUWING
Page 289 of 540

5-11
Rijden met uw auto
5
Uitzetten van de motor in een
noodgeval:
Houd de startknop gedurende
langer dan twee seconden
ingedrukt OF druk de startknop
drie keer achter elkaar snel in(binnen drie seconden).
Als de auto nog rijdt, kunt u de
motor opnieuw starten zonder
dat u het rempedaal ingetrapthoudt door de toets Engine
Start/Stop in te drukken met deselectiehendel in stand N(vrijstand).
WAARSCHUWING
•Druk NOOIT op de startknop terwijl de auto rijdt,
uitgezonderd in een
noodgeval. Als u dat wel doet,
wordt de motor uitgezet,
waardoor de stuur- en
rembekrachtiging wegvallen.
Hierdoor kunt u de controle
over de besturing verliezen en
neemt de remvertraging af,
wat tot een ongeval kanleiden.
•Controleer voordat u de auto verlaat altijd of deselectiehendel in stand P
(parkeren) staat, activeer deparkeerrem en druk op de
startknop om het contact in
stand OFF te zetten en neem
de Smart Key met u mee. Als
deze voorzorgsmaatregelen
niet worden opgevolgd, kan
de auto onverwacht in
beweging komen.
WAARSCHUWING
Page 294 of 540

5-16
Rijden met uw auto
Starten van de motorInformatie
• De motor zal starten wanneer u op de startknop drukt, maar alleen
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt.
• Als de Smart Key wel in de auto is, maar ver bij de bestuurder
vandaan, start de motor mogelijk
niet.
• Wanneer de startknop in stand ACC of ON staat, wordt door het systeem
gecontroleerd of de Smart Key
aanwezig is als een portier open is.
Als de Smart Key niet in de auto
aanwezig is, zal het controlelampje
" " knipperen en wordt de
waarschuwing "Key not in vehicle"
weergegeven, en als alle portieren
gesloten zijn klinkt de
waarschuwingszoemer ongeveer 5
seconden. Zorg dat de Smart Key in
de auto is wanneer stand ACC is
ingeschakeld of de motor draait.Starten van de benzinemotor
Auto met handgeschakelde
transmissie:
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key altijd bij u hebt.
2. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
3. Controleer of de selectiehendel in de vrijstand staat.
4. Trap het koppelingspedaal en het rempedaal in.
5.
Druk de toets Engine Start/Stop in.
i
•Draag altijd geschikte
schoenen tijdens het rijden.
Ongeschikte schoenen, zoals
hoge hakken, skischoenen,
sandalen, teenslippers, enz.
kunnen het bedienen van het
rempedaal, het gaspedaal en
het koppelingspedaalbemoeilijken.
•Start de auto niet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt.
De auto kan in beweging
komen, wat kan leiden tot een
ongeval.
•Wacht totdat het
motortoerental normaal is. Deauto kan plotseling in
beweging komen als het
rempedaal wordt losgelatenbij een hoog toerental.
WAARSCHUWING
Page 295 of 540

5-17
Rijden met uw auto
5
Auto met Double clutch-transmissie:
1. Zorg ervoor dat u de Smart Keyaltijd bij u hebt.
2. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
3. Zorg ervoor dat de selectiehendel in stand P (parkeren) staat.
4. Trap het rempedaal in.5.
Druk de toets Engine Start/Stop in.
Informatie
• Breng de motor niet op bedrijfstemperatuur door hem
stationair te laten draaien.
Ga rijden met gematigde motor-
toerentallen. Vermijd krachtig
accelereren en decelereren.
• Trap altijd het rempedaal in bij het starten van de motor. Trap niet op
het gaspedaal bij het starten van de
motor. Laat de motor niet met een te
hoog toerental draaien om hem op
bedrijfstemperatuur te brengen. Om schade aan de auto te
voorkomen:
• Probeer de selectiehendel niet
in stand P(Park) te zetten wanneer de motor tijdens hetrijden afslaat.
Als de verkeers- en wegomstandigheden hettoelaten kunt u deselectiehendel in stand N
(neutraal) zetten terwijl de auto
nog rolt en vervolgens op de
startknop drukken om te
proberen de motor opnieuw te
starten.
• Probeer de motor niet te starten door de auto aan te duwen ofaan te slepen.AANWIJZINGi
Page 296 of 540
5-18
Rijden met uw auto
Om schade aan de auto te
voorkomen:
Druk de toets Engine Start/Stop
nooit langer dan 10 seconden
in, behalve wanneer de
remlichtzekering is doorgebrand.
Wanneer de remlichtzekering is
doorgebrand, kunt u de motor niet
normaal starten. Vervang de
zekering door een nieuwe. Als u
de zekering niet kunt vervangen,
kunt u de motor starten door de
startknop gedurende 10 seconden
ingedrukt te houden terwijl de
startknop in stand ACC staat.
Trap voor uw eigen veiligheid altijd het rempedaal en/of
koppelingspedaal in alvorens de
motor te starten.Informatie
Als de batterij bijna leeg is of de
Smart Key niet goed werkt, kunt u de
motor starten door de startknop
direct met de Smart Key in te
drukken, zoals hierboven is afgebeeld.
i
AANWIJZING
OOS057003