SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
RADIOMODUS
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.
In het midden: de naam van de
beluisterde zender wordt weergegeven.
Links: de toetsen "AM", "FM", "DAB”
(voor bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) voor de selectie van de
gewenste frequentieband, worden
weergegeven (de met de geselecteerde
band overeenkomende toets wordt
gemarkeerd);
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met kaartweergave
(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE).
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Bladeren": lijst van beschikbare
radiostations;
/selectie vorige/volgende
radiozender;
"Afst.": handmatige afstemming
radiozenders;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de toets "Audio" aan de
onderkant van het display om het menu
“Audio” te openen.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Balance / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Equalizer" (waar aanwezig);
"Snelheidsafhankelij. volumeregeling"
(automatische, snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Compensatie AUX volume" (alleen
actief als een AUX-apparaat wordt
ingebracht);
“AutoPlay”-functie;
"Auto-On Radio".
MEDIA-MODUS
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB,
Bluetooth®
of AUX (indien
aanwezig).
BELANGRIJK Toepassingen die worden
gebruikt op draagbare apparaten zijn
mogelijk niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.
Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhaal": het huidige nummer
opnieuw afspelen;
"Shuffle": de nummers in willekeurige
volgorde afspelen;
Voortgang en duur van het nummer.
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: weergave van de volgende
toetsen:
Geselecteerd apparaat of audiobron;
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
275
USB-BRON
Om de USB-modus te activeren, moet
het betreffende USB-apparaat
aangesloten worden op de USB-poort
die zich op de tunnelconsole bevindt.
Wanneer er bij ingeschakelde radio een
USB-apparaat wordt geplaatst en
wanneer de functie “AutoPlay” is
ingesteld op ON in het menu “Audio”,
begint het de nummers op het apparaat
af te spelen.
Opmerking De radio kan het nummer
dat wordt gespeeld veranderen door
het wijzigen van het naam-apparaat in
de Bluetoothinstellingen van de telefoon
(waar voorzien(, als het apparaat is
aangesloten via USB na de
bluetoothverbinding.
BELANGRIJK Na gebruik van een
USB-oplaadaansluiting, wordt
aangeraden het apparaat (smartphone)
los te koppelen, waarbij de kabel altijd
eerst uit de aansluiting van het voertuig
verwijderd moet worden, nooit eerst
vanaf het apparaat fig. 230. Kabels die
blijven rondslingeren of aangesloten
blijven, kunnen de correcte
oplaadfunctie en/of de conditie van de
USB-poort aantasten.AUX-BRON(indien aanwezig)
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
De functie “Compensatie AUX volume"
kan alleen worden geselecteerd in de
Audio-instellingen als de AUX-bron atief
is.BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door het
apparaat zelf; het is niet mogelijk om
nummer/map/playlist te veranderen of
start/einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of
die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop "Telefoon" op het
display om de telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
230P2000169
277
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling uit
bij stilstaand voertuig en onder veilige
omstandigheden; deze functie is
uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in elk
geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knop “Telefoon” op het
display;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
Ga naar “Instellingen” en selecteer
"Toestel toev." om het koppelen te
starten en zoek dan naar het
Uconnect™-toestel op de mobiele
telefoon;
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal het
systeem het eerst gekoppelde apparaat
als favoriet beschouwen.OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth®
apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
EEN NUMMER BELLEN
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund. Raadpleeg de handleiding
van de mobiele telefoon om alle
beschikbare functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selecteer "Telefoonboek";
selecteer "Recent";
selecteer "Kies";
selecteer "Opnieuw bellen".
FAVORIETEN
U kunt tijdens een gesprek een nummer
of een contact (indien al aanwezig in
Contacten) toevoegen aan de lijst met
favorieten door boven aan het display
op een van de vijf grafische knoppen
"Leeg" te drukken. Favorieten kunnen
ook worden beheerd via de
Telefoonboekopties.
278
MULTIMEDIA
SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via
Bluetooth®
ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, kan de knop
"Tekst" niet worden gekozen (is grijs).
Bij ontvangst van een SMS-bericht, ziet
u op het display een scherm waarop de
opties "Lees", "Weergave", "Bel" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de grafische knop "Tekst" voor
toegang tot de lijst van SMS-berichten
die door de mobiele telefoon zijn
ontvangen (de lijst toont een maximum
van 60 ontvangen berichten).
NIET STOREN-FUNCTIE
Indien ondersteund door de verbonden
telefoon, krijgt de gebruiker door "Niet
storen" in te drukken, geen meldingen
voor binnenkomende oproepen of
SMS-berichten. De gebruiker kan
reageren met een standaard- of
aangepast bericht, dat via de
instellingen is opgegeven.
Uconnect™LIVE
SERVICES
Druk op de knopUconnect™om
toegang te krijgen tot de services van
Uconnect™LIVE.
De beschikbare services hangen af van
de configuratie van de auto en de
markt. Om de services vanUconnect
™LIVEte gebruiken, moet u de
Uconnect ™LIVE-app downloaden
van Google Play of de Apple Store en
registreren met gebruik van de app of
op www.DriveUconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Als u deUconnect™ LIVE-app hebt
gestart en uw gegevens hebt
ingevoerd, kunt u in de auto
gebruikmaken van de services van
Uconnect™ LIVEdoor uw
smartphone en de radio via
Bluetooth®
te koppelen, zoals wordt
beschreven in het hoofdstuk "Het
koppelen van een mobiele telefoon."
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™LIVEop de radio.
Voordat u de verbonden services kunt
gebruiken, moet u de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies te volgen die verschijnen in
deUconnect™LIVE-app nadat de
koppeling via
Bluetooth®
is afgerond.Instellingen van de Uconnect™
LIVE services die via de autoradio
kunnen worden beheerd
InUconnect™LIVEkunt u naar
"Instellingen" gaan door op het
pictogram
te drukken. In deze sectie
kan de gebruiker de systeemopties
controleren en naar eigen voorkeur
wijzigen.
Systeemupdates
Als een update voor het
Uconnect™LIVEsysteem beschikbaar
is terwijl deUconnect™LIVEservices
worden gebruikt, dan wordt de
gebruiker hiervan op de hoogte
gebracht via een bericht op het
radioscherm.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het
voertuig
De appseco:Drive™enmy:Carzijn
ontwikkeld om de rijervaring van de
klant te verbeteren, en daarom zijn ze
verkrijgbaar op alle markten waar de
services vanUconnect™LIVE
beschikbaar zijn.
Als het navigatiesysteem in de
autoradio wordt geïnstalleerd, dan
wordt bij toegang tot de
Uconnect™LIVEservices het gebruik
van de "Live" services geactiveerd.
279
eco:Drive™
Met deeco:Drive™applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.
Daarnaast kunnen de gegevens worden
opgeslagen op een USB-flashdrive en
kan een gegevensanalyse worden
gemaakt op uw pc dankzij de
eco:Drive™desktopapplicatie,
beschikbaar op www.fiat.it of
www.DriveUconnect.eu.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheid
Weergave van de eco:Drive™
Druk op de toetseco:Drive™om van
deze functie gebruik te maken.
Er wordt een scherm weergegeven op
de radio met de 4 indexen: Acceleratie,
deceleratie, snelheid en schakelen.
Deze indexen zijn grijs totdat het
systeem genoeg gegevens heeft om de
rijstijl te analyseren. Zodra voldoende
gegevens beschikbaar zijn, nemen de
indexen op basis van de beoordeling
5 kleuren aan: donkergroen (zeer goed),
lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer
slecht).Na langdurige stilstand toont het
display de gemiddelde van de indexen
tot dat moment (de "Gemiddelde
index"), waarna de indexen in realtime
opnieuw kleuren zodra het voertuig
opnieuw gestart wordt.
Opnemen en overzetten van
reisgegevens
De reisgegevens worden opgeslagen in
het systeemgeheugen en overgebracht
door middel van een geschikt
geconfigureerde USB-geheugenstick of
via de appUconnect™LIVE.Opdie
manier kunt u de geschiedenis van de
verzamelde gegevens, met een
volledige analyse van de routegegevens
en van uw rijstijl, weergeven.
Ga voor meer informatie naar
www.DriveUconnect.eu.
my:Car
Metmy:Carkunt u de "gezondheid"
van uw voertuig bewaken.
my:Carkan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
wanneer het onderhoudsinterval
verlopen is. Druk op de knop "my:Car"
om van deze toepassing gebruik te
maken.
Op het display verschijnt een scherm
met de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond.Druk op de knop "Actieve
waarschuwingen" om de informatie
(indien aanwezig) over de storingen van
het voertuig te tonen die het branden
van een waarschuwingslampje tot
gevolg hadden.
Apple CarPlay en
Android Auto
(indien aanwezig)
Met de applicaties Apple CarPlay en
Android Auto kunt u uw smartphone
veilig en intuïtief in de auto gebruiken. U
kunt deze gebruiken door gewoon een
compatibele smartphone op de
USB-aansluiting aan te sluiten, waarna
de content van de telefoon automatisch
op het display van hetUconnect™-
systeem verschijnt.
Informatie over de compatibiliteit van
uw smartphone is te vinden op de
volgende websites:
https://www.android.com/intl/it_it/auto/
and http://www.apple.com/it/ios/
carplay/.
Als de smartphone correct via de
USB-aansluiting met de auto is
verbonden, zal het symbool van Apple
CarPlay of Android Auto getoond
worden in plaats van de knop
in
het hoofdmenu.
280
MULTIMEDIA
De Android Auto- en Apple
CarPlay-apps afsluiten
Als de applicatie CarPlay is
ingeschakeld, hebt u nog steeds
toegang tot de inhoud van het
Uconnect™-systeem door de
bediening te gebruiken die op het
display beschikbaar en zichtbaar is. Om
terug te keren naar de inhoud van het
Uconnect™-systeem als de applicatie
Android Auto is ingeschakeld, moet de
laatste optie op de systeembalk van
Android Auto worden geselecteerd en
daarna "Terug naar Uconnect".
Om de sessie van Apple CarPlay of
Android Auto te beëindigen, moet de
smartphone fysiek van de
USB-aansluiting van het voertuig
worden losgekoppeld.
INSTELLINGEN
Druk op de toets Instellingen op het
display om het hoofdmenu Instellingen
weer te geven.
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Taal;
Display;
Meeteenheid;
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Veiligheid & Hulp;
Lichten;
Portieren+Vergrend.;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon/Bluetooth®
;
Configur. Radio;
Terug naar Stand.inst.;
Persoonl. gegevens wissen.
Veiligheid / Hulp(indien aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
"Brake Control"(waar aanwezig):
hiermee kunt u de interventiewijze van
het remcontrolesysteem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- “Alleen waarsch.”: het systeem grijpt
in door het inschakelen van
automatisch remmen;
- “Waars + Act. Rem.": het systeem
grijpt in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven en de automatische remwerking
te activeren.
"Afstelling Brake Control” (waar
aanwezig): met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het Brake
Control systeem, op basis van de
afstand tot het obstakel, geselecteerd
worden. De beschikbare opties zijn
"Nabij", "Med", "Ver".
"Park Assist"(voor bepaalde
versies/markten): hiermee kunt u het
type waarschuwing dat door het Park
Assist-systeem wordt gegeven,
selecteren.
De beschikbare opties zijn:
- “Alleen waarsch.”
- “Waarsch. + afbeelding”
“Front Park Assist”
De beschikbare opties zijn: "Laag",
"Medium", "Hoog".
“Rear Park Assist”
De beschikbare opties zijn: "Laag",
"Medium", "Hoog".
"Vertraging Rear View Camera”
(waar aanwezig): hiermee kan de
verdwijning van beelden van de camera
vertraagd worden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
“Richtlijnen actieve Rear View
Camera”(waar aanwezig): activeert de
dynamische roosters die het traject van
het voertuig op het display aanduiden.
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
282
MULTIMEDIA
Telefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Bel
Kies
Opnieuw kiezen
Bel terug
Recente oproepen
Gemaakte oproepen
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon tekstberichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"
Media
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Speel muziekstuk…
Speel album…
Speel artiest...
Speel genre...
Speel afspeellijst...
Speel podcast...
Speel luisterboek...
Selecteer de bron...
Bekijk...
Navigatie (alleen Uconnect™ 7" HD
Nav LIVE)
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Zoek "POI"
Ga naar "adres"
Ga naar centrum van "stadsnaam"
Navigeer naar een adres
Rijd naar een stadscentrum
Navigeer naar huis
Ga via huis
Wis route
Voeg deze positie toe aan “Mijn
plaatsen”
Toon “Mijn plaatsen”
Navigeer via een bewaarde locatie
Recente bestemmingen
Stop bij een recente bestemming
Zoom in/Zoom uit
2D/3D-weergave
Meld flitser
Meld risicogebied
285
OFFICIËLE
TYPEGOEDKEU-
RINGEN
Alle bij het voertuig geleverde
radio-apparatuur voldoet aan Richtlijn
2014/53/EU.
Ga voor nadere informatie naar de
websites www.mopar.eu/owner of
http://aftersales.fiat.com/elum/
Gereedschapshouder..........38
Gewichten.................226
Grootlicht..................23
Grootlicht (lamp vervangen)......149
Grootlichtsignaal..............24
GSI (Gear Shift Indicator)........52
Handbediende klimaatregeling....30
Handgeschakelde versnellingsbak . .115
Hendel loslaten (automatische
versnellingsbak met dubbele
koppeling)...............175
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display........50
Het voertuig opkrikken.........207
HHC (systeem)...............76
Hoofdairbag................109
Hoofdmenu..............53,54
Hoofdsteunen...............19
Hoogteregeling koplampen.......24
i-Size kinderzitjes.............99
Identificatiegegevens
chassisnummer...........213
motorcode..............213
typeplaatje met
identificatiegegevens........213
Imperiaal/skidrager............42
Instapverlichting..............25
Interieur (reiniging)............210
Interieurverlichting.............26
ISOFIX-kinderzitje (montage)......96iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System)..........83
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)...............155
Kinderen veilig vervoeren........92
Kinderslot..................14
Kinderzitjes.................92
Klimaatregeling...............30
Koplampen (reiniging)..........209
Koplampen met Xenon
gasontladingslampen
grootlicht/dimlicht (lamp
vervangen)...............152
Lakwerk (reiniging en onderhoud) . .208
Lamp buitenverlichting vervangen......................149
Lampen
Soorten lampen...........147
Lampjes en berichten...........56
Loslaten hendel (automatische
transmissie)..............173
Media-modus..............275
Mistlamp voor (lamp vervangen) . . .150
Mistlampen.................24
Motor....................214
code..................213
Motorkap..................35
Motorolie (niveau controleren).....199
Motorolie (verbruik)...........199
Motorruimte................191Motorruimte (uitspuiten)........209
Multifunctioneel display..........49
Multimedia
Uconnect™ LIVE-Services .264 ,279
Niveaus controleren..........191
Officiële typegoedkeuringen.....285
Onderhoudsprocedures........203
Overzichtstabel
bedieningselementen
frontpaneel...............270
Parkeerlichten...............23
Parkeerrem................114
Parkeersensoren.............135
Passieve/actieve veiligheid
(LPG-systeem).............42
PBA (systeem)...............76
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........190
Plafondverlichting voor..........26
Portieren...................13
Prestaties (topsnelheid).........236
Radiomodus...............275
Regensensor................28
Richtingaanwijzers............25
Richtingaanwijzers zijkant (lamp
vervangen)...............150
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........242
ALFABETISCH REGISTER