het tikkende geluid van de kleppen en
het uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
Bovendien kan, bij het starten bij een
buitentemperatuur van minder dan
ongeveer -10 °C, de omschakeltijd van
benzine naar LPG langer zijn om de
drukregelaar voor te verwarmen.
Druk bij stilstaande auto en met
lopende motor of terwijl u rijdt op de
knop
fig. 50 op het
instrumentenpaneel om van de ene
naar de andere brandstof over te
schakelen.
14) 15)
LPG-BRANDSTOFRESERVE
Wanneer de resterende hoeveelheid
LPG onder 1/5 van de tankinhoud
komt:
blijft het eerste streepje op het
display 1 fig. 51 branden;
gaat het gele lampjeop het
instrumentenpaneel branden;
klinkt er een geluidssignaal.
Het knipperen op het display gaat door
tot de volgende LPG-tankbeurt, ook als
de motor op benzine loopt.
Als de LPG op is, schakelt het systeem
automatisch over naar benzine en gaat
het lampje
1 fig. 48 op het
instrumentenpaneel branden.
MELDING STORING VAN HET
SYSTEEM
Bij een storing in het LPG-systeem
wordt het symbool
weergegeven en
worden alle peilstreepjes uitgeschakeld.
Neem in dat geval zo snel mogelijk
contact op met een Fiat
Servicenetwerk, en rijd verder op
benzine.
TANKEN
16) 17)
LPG
Maximale vulcapaciteit (inclusief
reserve): 42 liter. Er is bij de waarde
reeds rekening gehouden met de 80%
vullimiet van de tank en de
resthoeveelheid die nodig is voor de
opvoering; deze waarde
vertegenwoordigt de maximum
toelaatbare vulinhoud.Bovendien kan deze maximuminhoud,
na herhaaldelijk tanken, afwijken
wegens verschillen tussen de
toevoerdrukwaarden bij de tankstations,
pompen met verschillende
toevoer-/blokkeringswaarden, of een
tank die niet helemaal leeg is.
BELANGRIJK Om een inconsistente
weergave van de LPG-meter op het
instrumentenpaneel te voorkomen, is
het raadzaam om bij elke tankbeurt
minstens 10 liter te tanken.
BELANGRIJK
31)Let wel dat in sommige landen
(inclusief Italië) wettelijke beperkingen
gelden voor het parkeren/stallen van auto's
die rijden op gas dat dichter is dan
zuurstof; LPG valt onder deze categorie.
32)Als er gaslucht wordt waargenomen,
schakel dan over van werking op LPG naar
werking op benzine en ga onmiddellijk naar
een Fiat Servicepunt om het voertuig te
laten controleren en eventuele
systeemstoringen uit te sluiten.
51PGL00024
40
KENNISMAKING MET DE AUTO
Het klepje is voorzien van een stofkap
2 die, wanneer het klepje gesloten is,
de rand van de vulopening beschermt
tegen de afzetting van vuil en stof.
Tanken in een noodgeval
Ga voor het tanken als volgt te werk als
er geen brandstof in de tank meer is of
als het brandstofcircuit volledig leeg is:
open de bagageruimte en neem
adapter 3 fig. 104, uit de
gereedschapshouder of uit de houder
van de Fix&Go kit (afhankelijk van de
versie);
open klepje 1 fig. 103, zoals eerder
is beschreven;
steek de adapter in de vulopening
zoals aangegeven en tank;
verwijder de adapter na het tanken
en sluit de klep;
leg tenslotte de adapter terug in de
bagageruimte.Versies met LPG-systeem
(indien aanwezig)
De vulopening voor het gas zit naast de
benzinevuldop. Hij heeft een
terugslagklep, die in het feitelijke
vullichaam zit.
Om toegang te krijgen tot vulopening 2
fig. 105, het toegangsklepje 1 openen.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht tijdens
het tanken:
schakel de motor uit;
trek de handrem aan;
contactsleutel op de stand OFF
gedraaid;
rook niet;
geef het speciale verloopstuk aan het
personeel dat LPG tankt.
BELANGRIJK Afhankelijk van het land
zijn er verschillende soorten adapters
voor tankstations.Adapter 1 fig. 106, wordt bij de auto in
een speciaal doosje geleverd, is
speciaal ontworpen voor het land
waarin de auto verkocht is. Als u in een
ander land rijdt, moet u uitzoeken welke
soort adapter hier gebruikt wordt.
BELANGRIJK Voordat de tank met LPG
gevuld wordt, dient het gekwalificeerde
personeel te controleren of de adapter
correct op de vulopening is geschroefd.
10407206J0002EM
105PGL000017
106PGL000018
124
STARTEN EN RIJDEN
BELANGRIJK Bewaar uw LPG-adapter
zorgvuldig zodat hij niet beschadigd
raakt.