53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLI
CHTEN fig. 45
Deze worden ingeschakeld als op knop A
wordt gedrukt, ongeacht de stand van de
contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, branden
de lampjes
Îen ¥op het instrumen-
tenpaneel.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.
Het gebruik van de waarschuwingsknip-
perlichten is afhankelijk van de wetgeving
van het land waarin u zich bevindt. Houdt
u aan de voorschriften. Noodstop
Bij een noodstop schakelen automatisch
de waarschuwingsknipperlichten in en
gaan gelijktijdig de lampjes
Îen ¥op het
instrumentenpaneel branden.
De functie schakelt automatisch uit als de
remvertraging niet meer het karakter van
een noodstop heeft.
Deze functie voldoet aan de huidige wet-
telijke voorschriften. MISTLAMPEN VOOR fig. 46
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ze gaan branden als op knop 5wordt
gedrukt.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
5branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.
Als de mistlampen branden, dan brandt
ook de buiten- en kentekenverlichting, ter-
wijl de dagverlichting gedoofd is, ongeacht
de stand van de draaiknop.
Het gebruik van de mistlampen is afhan-
kelijk van de wetgeving van het land
waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
fig. 45F0M0616mfig. 46F0M0070m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 53
54
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERRUITVERWARMING
fig. 49
Druk op de knop Avoor inschakeling. Bij
ingeschakelde achterruitverwarming zorgt
een tijdschakeling ervoor dat de verwar-
ming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
fig. 49F0M0036m
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOPof
met uitgenomen sleutel, de draaiknop van
de linker hendel eerst in stand Oen ver-
volgens in stand
6of 2.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
3branden.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
DUALDRIVE fig. 48
Druk op de knop Avoor inschakeling van
de functie “CITY” (zie de paragraaf “Elek-
trische stuurbekrachtiging Dualdrive” in
dit hoofdstuk). Als de functie is ingescha-
keld, dan wordt op het instrumentenpa-
neel het lampje CITYverlicht. Druk nog-
maals op de knop om deze functie uit te
schakelen.
fig. 48F0M0617m
MISTACHTERLICHT fig. 47
Druk voor inschakelen op knop 4. Het
mistachterlicht werkt alleen als de dimlich-
ten of de mistlampen voor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje 4branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop of schakel het dimlicht en/of de mist-
lampen voor (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) uit.
Het gebruik van het mistachterlicht is af-
hankelijk van de wetgeving van het land
waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
fig. 47F0M0071m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 54
55
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Portierontgrendeling
bij een ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstof-
noodschakelaar in werking treedt, worden
de portieren automatisch ontgrendeld zo-
dat het interieur van de auto van buiten-
af bereikt kan worden. Gelijktijdig gaat ook
de plafondverlichting branden. U kunt de
portieren echter altijd van binnenuit ope-
nen met behulp van de daarvoor bestem-
de bedieningshendels.
Als u na het ongeval geen brandstoflek-
kage vindt en de auto kan nog verder rij-
den, herstel dan de werking van de brand-
stofnoodschakeling, volgens de hierna
beschreven procedure.
PORTIERVERGRENDELING
fig. 50
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door de knop
Aop de mid-
denconsole in te drukken, onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.BRANDSTOFNOOD -
SCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt ge- stopt en de motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrende-len;
❒de interieurverlichting wordt ingescha-keld.
Als de brandstofnoodschakeling geacti-
veerd is, verschijnt op het display het be-
richt “Brandstoftoevoer afgesloten, zie in-
structieboekje”.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel
in stand STOP om te voorkomen dat de
accu ontlaadt.fig. 50F0M0618m
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-
kel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
BRANDSTOFNOOD-
SCHAKELING033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 55
56
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 52F0M0077m
fig. 51F0M0104m
fig. 53F0M0078m
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE
fig. 51-52
Trek aan de handgreep A-fig. 51 om het
dashboardkastje te openen.
In het dashboardkastje bevindt zich een
documentenvak A-fig. 52(voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
OPBERGVAKKEN
Het opbergvak A-fig. 53 bevindt zich
in het dashboard, links van het stuurwiel.
Om de juiste werking van de auto te her-
stellen, moeten de volgende handelingen
worden uitgevoerd:❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP;
❒draai de contactsleutel in stand MAR.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 56
63
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITBEDIENING
ELEKTRISCH BEDIEND
In de armsteun van het portier aan be-
stuurderszijde zijn de twee bedienings-
schakelaars fig. 75 gemonteerd waarmee
u, als de contactsleutel in stand MAR
staat, de zijruiten bedient:
A openen/sluiten zijruit linksvoor;
B openen/sluiten zijruit rechtsvoor.
Opmerking : door de knop in te drukken
wordt de ruit geopend, door hem uit te
trekken wordt de ruit gesloten. De automatisch continue werking
van de ruit wordt ingeschakeld
als
u langer dan een halve seconde op een van
de bedieningsschakelaars drukt. De be-
weging stopt als de ruit aan het einde van
zijn slag is of als u nogmaals op de scha-
kelaar drukt.
BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie bin-
nen 1 minuut 5 keer inschakelt, dan voert
het systeem automatisch de “recovery”
uit (zelfbescherming). Hierbij gaat de ruit
telkens een klein stukje omhoog totdat de
ruit geheel gesloten is.
fig. 75F0M0136m
Automatische werking
De auto is uitgerust met automatische
ruitbediening omhoog en omlaag aan de
bestuurderszijde.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 63
64
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of als
een zekering is doorgebrand, moet de wer-
king van het systeem opnieuw ingesteld
worden.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (handmatig);
❒houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de schakelaar nog ten
minste 1 seconde ingedrukt.
Onzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruiten,
hetzij direct door contact met de ruit,
hetzij door voorwerpen die door de
ruit worden meegesleept of geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het con-
tactslot als u de auto verlaat om te
voorkomen dat een onverwachtse
inschakeling van de elektrische ruit-
bediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
HANDBEDIENING ACHTER
(5-deurs uitvoeringen) fig. 76
Open of sluit de ruit met de betreffende
slinger.
fig. 76F0M0091m
Ga voor het herstellen van de juiste wer-
king van het systeem als volgt te werk:
❒open de ruiten;
of
❒draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in MAR.
Als er geen storingen zijn, dan werkt de
ruit weer normaal.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in
stand STOP staat of is uitgenomen, dan
kunnen de ruiten nog ongeveer 2 minuten
worden bediend. Het systeem wordt ech-
ter onmiddellijk uitgeschakeld als een van
de portieren wordt geopend.
Het systeem voldoet aan de
2000/4/EU-normen en is ge-
richt op de bescherming van de inzit-
tenden wanneer deze ledematen door
de geopende ruit steken.
ATTENTIE!
BELANGRIJK Als bij enkele uitvoeringen
de knop Ëop de sleutel met afstandsbe-
diening langer dan 2 seconden wordt in-
gedrukt, worden de ruiten geopend; als de
knop
Áop de sleutel met afstandsbedie-
ning langer dan 2 seconden wordt inge-
drukt, worden de ruiten gesloten.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 64
69
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Con-
troleer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed is vergrendeld, stop dan on-
middellijk en sluit de motorkap op de
juiste wijze.
ATTENTIE!
Als de steunstang verkeerd
geplaatst wordt, kan de mo-
torkap onverwacht dichtvallen.
ATTENTIE!
Voer deze handeling alleen
uit als de auto stilstaat.
ATTENTIE!
IMPERIAAL/SKIDRAGER
3-deursuitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten A-fig. 93.
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten B . Deze worden aan-
gegeven met symbolen (
O) op de zijrui-
ten achter.
5-deursuitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten A-fig. 93.
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten B . Deze worden aan-
gegeven met een inkeping op het boven-
ste deel van de portierstijl. BELANGRIJK U dient zich strikt aan de
montagevoorschriften te houden die bij de
set zijn geleverd. De montage moet altijd
door deskundige personen worden uitge-
voerd.fig. 93F0M0102m
Controleer na enkele kilome-
ters rijden nogmaals of de be-
vestigingsbouten nog goed vastzitten.
ATTENTIE!
Houdt u zorgvuldig aan de wet-
telijke bepalingen betreffende
de maximale afmetingen.
Verdeel de lading gelijkmatig
en houd tijdens de rit reke-
ning met een verhoogde zijwindge-
voeligheid.
ATTENTIE!
Overschrijd nooit het maxi-
mum draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 69
72
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ABS
Als u niet eerder in een auto met ABS
hebt gereden, raden wij u aan het systeem
eerst een paar keer uit te proberen op een
glad wegdek. Verlies hierbij de veiligheid
niet uit het oog en houdt u aan de wet-
geving van het land waarin u zich bevindt.
Bovendien raden wij u aan de volgende
aanwijzingen aandachtig te lezen.
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsy-
steem, voorkomt dat tijdens het remmen
de wielen blokkeren, ongeacht de condi-
tie van het wegdek en de pedaaldruk, en
verhindert daarmee het doorslippen van
een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de
auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met
een elektronische remdrukverdeling EBD
(Electronic Braking force Distribution), die
de remdruk verdeelt tussen de voor- en
achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking
van het remsysteem is een inrijperiode no-
dig van ongeveer 500 km (bij een nieuwe
auto of nadat de remblokken/-schijven zijn
vervangen): tijdens deze periode moet
bruusk, herhaaldelijk of langdurig remmen
worden voorkomen.Het ABS maakt zoveel mo-
gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde
weggedeelten altijd voorzichtig wor-
den gereden en mogen er geen on-
nodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
ACTIVERING VAN
HET SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in het
rempedaal, die gepaard gaat met enig ge-
luid: dit geeft aan dat het noodzakelijk
is uw snelheid aan te passen aan de
beschikbare grip op het wegdek.
MECHANICAL BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-
schakeld, herkent noodstops (op basis van
de snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt) en verhoogt de druk in het rem-
circuit aanzienlijk, waardoor het systeem
sneller en krachtiger kan remmen.
WAARSCHUWING Als het Mechanical
Brake Assist wordt geactiveerd, is het mo-
gelijk dat het systeem lawaai produceert. Dit
is normaal. Houd tijdens het remmen het
rempedaal in ieder geval goed ingedrukt.
Als het ABS in werking treedt,
dan is de grip van de banden
op het wegdek beperkt: u dient uw
snelheid te verlagen en aan te passen
aan de beschikbare grip.
ATTENTIE!
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 72