Uconnect™ 5” RADIO – Uconnect™ 5” RADIO NAV
BEDIENINGSELEMENTEN OP HET VOORPANEEL
231F1A0340
290
MULTIMEDIA
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
1-
Inschakelen Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
2-
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
3-
Display aan/uit Knop kort indrukken
4-
CD uitwerpen Knop kort indrukken
5-CD-sleuf–
6-
Instellingen Knop kort indrukken
7-
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
8-
BROWSE
ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
9-
MEERToegang tot de aanvullende functies (weergave Tijd, Trip
Computer, Buitentemperatuur)Knop kort indrukken
10-
TELEFOONWeergave telefoongegevens Knop kort indrukken
11-
TRIP(Uconnect™5” Radio)Toegang tot het Trip menu Knop kort indrukken
291
Knop Functies Modus
292
MULTIMEDIA
11-NAV(Uconnect™5” Radio
Nav)Toegang tot het Navigatiemenu Knop kort indrukken
12-
MEDIAOndersteuningsselectie: CD, USB/iPod, AUX (voor
bepaalde versies/markten, indien aanwezig),Blu-
etooth®Knop kort indrukken
13-
RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
Knop Bediening (drukken/draaien)
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Spraakherkenning inschakelen voor de Telefoonfunctie
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
inschakelen/uitschakelen van de Pauzefunctie voor CD, USB/iPod,Bluetooth®-bronnen
inschakelen/uitschakelen van de Mute-functie van de radio
+/-Linker wieltje naar boven of beneden draaien: regelen van het geluidsvolume; handsfree; SMS-lezer;
spraakberichten en muziekbronnen
Kort indrukken: volume verhogen/verlagen in afzonderlijke stappen
Ingedrukt houden: volume continu verhogen/verlagen tot de toets wordt losgelaten
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Rechter wieltje naar boven of beneden draaien:
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt losgelaten
Kort indrukken (CD, USB/iPod,Bluetooth® modus): selectie van vorige/volgende nummer
Ingedrukt houden (CD, USB/iPod,Bluetooth®-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de knop wordt
losgelaten
294
MULTIMEDIA
WERKING
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radio (tuner) modus
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuze) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren. Onderaan:
weergave van de volgende toetsen:
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren. Onderaan:
weergave van de volgende toetsen:
“Bladeren”: lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM,FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de knop
op het frontpaneel
om het menu "Audio" te openen,
blader door het menu, maak uw keuze
en druk vervolgens op de optie "Audio"
op het display.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Balans / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Volume/Snelheid" (uitgezonderd
versies met hifi-systeem) automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling;
"Loudness" (voor bepaalde
versies/markten, waar aanwezig);
"Auto-On Radio";
"Vertrag. uitsch. radio"Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Nummer kiezen (browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De keuzeopties hangen af van het
aangesloten apparaat of het
ingebrachte CD-type.
Op een audio-CD kunt u bijvoorbeeld
het nummer selecteren dat u wilt
afspelen, terwijl u afhankelijk van de
aanwezige informatie op de nummers
op een CD-ROM, een USB/iPod-
apparaat of eenBluetooth®-apparaat
ook door de lijst met artiesten, genres
en albums kunt bladeren.
OPMERKING: EnkeleBluetooth®-
apparaten bieden geen mogelijkheid
om door alle nummers van alle catego-
rieën te bladeren.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaaldeApple® apparaten uitge-
schakeld zijn.
295
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren: CD,
AUX (voor bepaalde versies/markten,
indien aanwezig)), USB/iPod ofBlu-
etooth®.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai aan de toets/knop BROWSE
ENTER om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
CD-SPELER
Om de CD-modus in te schakelen een
audio of MP3 CD in de specifieke
sleuf steken of drukken op de
MEDIA-knop op het voorpaneel.
Als de CD al geplaatst is, op de toets
"Source" drukken en vervolgens "CD"
selecteren.
Een CD laden/uitwerpen
Steek de CD voorzichtig in de sleuf,
zodat het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct
zal plaatsen. (Op het display verschijnt
het symbool "CD").
Als er een CD wordt ingebracht
wanneer het systeem is ingeschakeld,
wordt de CD-functie automatisch
geselecteerd en begint het systeem de
muziekstukken af te spelen.Het display toont het nummer van de
track en de tijd (minuten en seconden).
Druk op de knop
(EJECT) op het
voorpaneel, met het systeem aan, om
de CD uit te werpen.
Na de uitwerping, wordt de
radioaudiobron automatisch
geselecteerd.
Als de CD niet uit de sleuf wordt
verwijderd, zal het systeem na
ongeveer 10 seconden de CD weer
opnemen zonder deze af te spelen.
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth®-AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBlu-
etooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets
op het frontpaneel en
"Telefoon/Bluetooth®” te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
296
MULTIMEDIA
OPMERKING De toets "Browse" staat
geen enkele handeling op een AUX
apparaat toe (voor bepaalde
versies/markten).
USB/iPod BRON
Om de USB/iPod-modus in te
schakelen moet het betreffende
apparaat (USB of iPod) aangesloten
worden op de USB-poort in het
voertuig.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
Om de AUX-modus te activeren moet
een geschikt apparaat op de
AUX-aansluiting van de auto worden
aangesloten.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
Zie voor wat betreft de functie "Selectie
audiobron", het hoofdstuk "Media".BELANGRIJK De functies van het
apparaat dat aangesloten is op de
AUX-aansluiting worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het
is niet mogelijk om nummer/map/
playlist te veranderen of start/
einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het frontpaneel of
die op het stuurwiel.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling
alleen uit bij stilstaand voertuig en onder
veilige omstandigheden; deze functie
is uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in
elk geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
297
(Enkel voor AUX-systeem)
INSTELLINGEN
Druk op de toets
op het frontpaneel
voor de weergave van het menu
"Instellingen" op het display.
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Weergave;
Klok & Datum;
Veiligheid/Hulp (voor bepaalde
uitvoeringen/markten);
Lichten (voor bepaalde versies/
markten);
Portieren+Vergrendeling;
Audio;
Telefoon/Bluetooth;
Radio;
Terug naar Stand.inst.
Veiligheid/Hulp
(voor bepaalde versies/markten)
Regensensor
De gevoeligheid van de regensensor
kan met deze functie worden ingesteld
(voor versies/markten, waar aanwezig).
Lichten
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
Sensor koplampenaanpassing van de
activeringsgevoeligheid van de
koplamp;
"Autom. groot licht" (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van het grootlicht van de
koplampen;
"Dagrijlichten" (DRL) (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van de dagrijlichten;
"Bochtverlichting" (voor bepaalde
versies/markten): inschakeling/
uitschakeling van de bochtverlichting;
portieren en portiervergrendelingen.
Gebruik deze functie om de
automatische portiervergrendeling bij
rijdend voertuig in of uit te schakelen
(functie "Autoclose").
"MORE" MODUS
Druk op toets MORE op het frontpaneel
om de werkinstellingen te zien:
Buitentemperatuur
Klok
Kompas (alleen voorUconnect™
5” Radio Nav)
Trip Computer (alleen voor
Uconnect™5” Radio Nav)
Instellingen (alleen voorUconnect™
5” Radio Nav)NAVIGATIE
211)
(Alleen voorUconnect™5” Radio Nav)
Een route plannen
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Met de functie bestemming zoeken
kunt u uw bestemmingen vinden en
bereiken op verschillende manieren:
door te zoeken op specifiek adres,
gedeeltelijk adres, specifiek type locatie
(bijv. een tankstation of een restaurant),
een postcode of een POI (Point of
Interest) nabij uw huidige positie (bijv.
een restaurant met het zoektype
ingesteld op "dichtbij"), een paar
lengte- en breedtegraadcoördinaten, of
door het selecteren van een punt op
de kaart.
Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu
en stel de zoektocht in naar een
bestemming. Terwijl u de informatie
ingeeft, toont de lijst de
overeenkomende adressen en POI's in
twee verschillende lijsten.
299