
74
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de super vergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in
het systeem.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2
minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F
O
m het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet u eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
drukken of moet u de auto ontgrendelen met
het Keyless entry and start-systeem.
Elektrische ruitbediening
Handbediening
Duw of trek aan de schakelaar zonder het
zware punt te passeren. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar tot voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Bedien de
schakelaar opnieuw om het openen of sluiten
te stoppen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar tot de ruit volledig wordt geopend.
Trek ver volgens binnen 4
seconden de
schakelaar omhoog tot de ruit wordt gesloten.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Resetten
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
antiklemvoorziening worden gereset.
F
O
pen de ruit volledig en sluit de ruit. Telkens
als de schakelaar omhoog wordt bewogen,
sluit de ruit enkele centimeters.
F
L
aat de schakelaar los en trek deze
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F
B
lijf de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1
seconde vasthouden.
1
S
chakelaar ruitbediening links
2
S
chakelaar ruitbediening rechts De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
o
ngeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact.
-
a
ls bij afgezet contact een voorportier wordt
geopend.
Toegang tot de auto

140
Alarmknipperlichten
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het
overige verkeer te waarschuwen in het geval
van file, pech, slepen of een ongeval.
F
W
anneer u deze knop indrukt, knipperen
alle richtingaanwijzers tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop, afhankelijk van de mate
van remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar
ook als er een aanrijding wordt gesignaleerd,
worden de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Noodoproep of
pechhulpoproepUrgence-noodoproep met lokalisering
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het groene LED-lampje en een
gesproken bericht bevestigen de
oproep naar de alarmcentrale
"Urgence-noodoproep met
lokalisering"*.
Door deze toets meteen
opnieuw in te drukken, wordt de
oproep geannuleerd.
Het groene lampje dooft.
Het groene lampje blijft branden (zonder te knipperen)
wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "Urgence-noodoproep met
lokalisering" lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt
in uw landstaal contact met u op**en roept indien
nodig de hulp in van de bevoegde hulpdiensten. In
landen waar de alarmcentrale niet operationeel is
of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd,
wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
** afhankelijk van de geografische dekking van "Urgence-noodoproep met lokalisering",
"Assistance-pechhulpoproep met lokalisering"
en van de officiële landstaal die door de eigenaar
van de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op de website voor uw land bekijken.
* in overeenstemming met de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de
technische beperkingen van het systeem.
Veiligheid

227
Met audiosysteem
Uitschakelen van het systeem:
Met touchscreen
Activeer of deactiveer in het
menu "Rijden/Auto " de functie
" Dodehoekbewaking ".
De systeemstatus blijft na het afzetten van
het contact opgeslagen in het geheugen. Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld als u een aanhanger trekt
met een door CITROËN gehomologeerde
trekhaak.
Storing
Inschakelen van het systeem:
F
D
ruk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan gaat
branden; het systeem is
ingeschakeld.
F
D
ruk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan dooft;
het systeem is uitgeschakeld. Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
of
Het lampje van deze knop
knippert en er wordt een melding
weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. Bij slechte weersomstandigheden (zware
regenval, hagel enz.) kan het systeem
tijdelijk minder nauwkeurig werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek of het
van een droog wegdek op een nat wegdek
terechtkomen kan tot een vals alarm
leiden (zo kan een wolk waterdruppels in
de dode hoek worden aangezien voor een
vo e r tui g).
Houd de sensoren bij slecht of winters
weer vrij van modder, ijs of sneeuw.
Plak geen stickers of andere zaken
op het gedeelte van de buitenspiegels
waar de verklikkerlampjes zitten
of op de detectiezones op de
voor- en achterbumper, omdat de
dodehoekbewaking dan mogelijk niet
goed werkt.
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit op
minimaal 30
cm van de sensoren, omdat
ze anders beschadigd kunnen raken.
Bij een storing gaan deze lampjes knipperen.
Inschakelen / uitschakelen
6
Rijden

255
Gevarendriehoek
Deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling
op de alarmknipperlichten.
Elke auto moet zijn voorzien van een
gevarendriehoek.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
Voordat u uit de auto stapt om de
gevarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen
moet u de alarmknipperlichten inschakelen en
uw reflecterende veiligheidsvest aantrekken.
Raadpleeg voor het uit- en invouwen van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
De gevarendriehoek is als accessoire leverbaar.
Neem hier voor contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Brandstoftank leeg
(diesel)
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om
het brandstofsysteem te ontluchten.
Raadpleeg voor alle uitvoeringen, uitgezonderd
die met een BlueHDi-motor, de afbeelding van
de desbetreffende motorruimte.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de tankbeveiliging
(diesel).
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig
dan uw startpoging en herhaal de
procedure.
BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
F
P
laats de gevarendriehoek achter de auto
en houd u aan de ter plaatse geldende
wettelijke voorschriften.
8
Storingen verhelpen

281
ZekeringN r. Stroomsterkte
(A) Functies
F1 10Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F4 15Claxon.
F5 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F6 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F7 1012V-aansluiting achter.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Interne/externe sloten, voor en achter.
F13 10Bediening airconditioning vóór, bediening audiosysteem,
keuzeschakelaar transmissie, head-up display.
F14 5Inbraakalarm, Urgence- en Assistance-oproep.
F17 5Instrumentenpaneel.
F19 3Stuurkolomschakelaars.
F21 3"Keyless entry and start" of diefstalbeveiliging.
F22 3Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F23 5
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F24 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F25 5Airbags.
F29 20Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F31 15Audiosysteem (+ accu).
F32 1512V-aansluiting vóór
F34 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F35 5Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F36 5Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
8
Storingen verhelpen

282
Versie 2 (Full)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto. Zekeringnr.
N r.
Stroomsterkte (A) (A)Functies
F1 3"Keyless entry and start" of diefstalbeveiliging.
F5 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F7 10Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Interne/externe sloten, voor en achter.
F12 3Alarm.
F17 1012V-aansluiting achter.
F18 5Urgence- en Assistance-oproep.
F21 3Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
F22 3Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F23 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F24 5Stuurkolomschakelaars.
F25 5Hoogteverstelling koplampen.
F26 3
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F28 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
keuzeschakelaar transmissie, head-up display.
F30A of B 15Audiosysteem (+ accu).
F31 5Airbags.
F33 1512V-aansluiting vóór
F35 5Instrumentenpaneel.
F36 20Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
Storingen verhelpen

288
Auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: zet de versnellingshendel
in de neutraalstand.
Selecteer bij een automatische of
elektronisch gestuurde versnellingsbak de
stand N.
Als u dit niet doet, is het mogelijk dat
bepaalde onderdelen van het remsysteem
beschadigd raken en dat de rembekrachtiger
na het starten niet meer werkt.
Slepen van uw auto Slepen van een andere auto
F Druk met uw vinger op het bovenste deel
van het klepje in de voorbumper (zoals
hierboven aangegeven) om het los te
maken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang. F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw auto
in.
F
R
ijd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt. Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de auto
die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een geldig
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Laat uw auto in de volgende gevallen
slepen door een professioneel
bergingsbedrijf:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg;
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving;
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem vrij te zetten;
- b ij takelen met slechts twee wielen op
de grond;
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang.
F
D
ruk op het klepje in de achterbumper
(zoals hierboven aangegeven) om het los te
maken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in.
F R ijd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt.
Storingen verhelpen

294
180° te openen ..........................................6 8-69
180° zicht naar achteren .......................231-233
Aanhanger ...................................... 178 -179, 241
Aanhangergewichten
............................289-290
Aanjager, regeling
.................................. 11
6 -117
Aansluiten MirrorLink
...........................19, 12-14
Aansluiting 12V
............................................. 103
Aansluiting 230V
........................................... 104
ABS
........
................................................ 142-143
Accessoires ........................................... 13 9, 18 4
Accu
................. 15, 241-242, 248, 284, 286 -287
Accucapaciteit
............................................... 287
Accu laden
............................................ 285-286
Achterbank
...............................
.....................10 0
Achterdeuren
................. 4
8 -50, 68 - 69, 275 -276
Achterklep
............................ 48-50, 70, 277-278
Achterklep sluiten
........................................... 70
Achterportieren
...............................
..........68-69
Achterruitverwarming
......................76, 120 -121
Achterstoel en -bank op rails
............91-94, 100
Achteruitrijcamera
................................. 231-233
Achteruitrijcamera (op binnenspiegel)
.........230
Achteruitrijlicht
...................................... 275, 277
Actieradius
................................................ 35-36
Actieradius AdBlue
® ........................................ 31
A
ctive Safety Brake.......................... 19, 219 -221
Adaptieve snelheidsregelaar
............... 20
6-207,
213 -216, 218
AdBlue
® ..................................... 2 2, 31, 250 -253
Afmetingen .................................................... 292
Afstandsbediening
....... 3
8 -39, 41, 43 - 45, 51-57
Afstandsbediening,
batterij vervangen .......................... 42 - 43, 53 - 54
Afstellen van de koplamphoogte ..................13 3
Afzetten van de motor
............................ 179 -181
Airbags
...............................
.............20, 151, 157
Airbags vóór
.................................. 152, 15 4, 15 8
Airconditioning
....................................... 115 -11 6Airconditioning (handbediend)
.....
115 , 11 9 , 12 2
Airconditioning met gescheiden regeling
.....
120
Alarmknipperlichten
.............................. 14
0, 25 5
Alarmsysteem
............................................ 7
2 -74
Algemeen menu
................................................
4
Allesdragers
...........................................
242-243
Antiblokkeersysteem (ABS)
.............
19, 142-143
Antispinregeling (ASR)
............
21, 142-143, 145
Apple
®-speler ....................................... 27, 11, 10
Armleuning vóór .............................................. 82
ASR
........
.......................................... 21, 142-143
Audio-aansluitingen
.............................. 103 -104
Audiokabel
................................................ 26, 10
Automatische airconditioning
.......................12 2
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
..................... 11
6 -117
Automatische ruitenwissers
...................13 5 -13 6
Automatische transmissie
.................. 18, 180, 187, 190 -194,
198-201, 249
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 140
Automatische verlichting ................127, 129 -13 0
Automatisch noodremsysteem
........19, 219 -221
AUX-aansluiting
.................................... 26, 10, 9
AUX-ingang
..................................... 26-27, 10-11
CarPlay-verbinding
...................................18, 13
CD
....................................................26 -27, 11, 9
CD-/MP3
-speler
...................................2
6 , 9 -10
Centrale vergrendeling
.......................45, 48 - 49
CITROËN Connect Nav
....................................1
CITROËN Connect Radio
................................. 1
C
laxon
...........................................................142
Contact
............................................182, 18 4, 31
Contact aangezet
..........................................18 4
Controlelampjes
..............................................13
Controles
....................................... 24
5, 248-250
A
B
CBagageafdekking .......................................... 108
Bagagenet ..................................................... 107
Bagagenet voor hoge belading ..............10 6 -107
Bagageruimte
.................................................. 70
Banden
................
.......................................... 293
Banden, noodreparatie
..........258-259, 261-262
Bandencompressor
...................................... 258
Bandenreparatieset
...............258-259, 261-262
Bandenreparatieset
...............257-259, 261-262
Bandenspanning
..........................259, 263, 293
Bandenspanningscontrole (met set)
............................... 258-259, 261-262
Bandenspanning te laag (detectie)
.........18, 234 BAS
........................................................
142-143
Batterij afstandsbediening
........ 4
2- 43, 53 -54, 125
Bediening autoradio aan stuurkolom ................
3 , 3, 3
Bekerhouder .............................. ... 105, 105 -10 6
Beladen
......................................................... 242
Bijvullen AdBlue
® .......................................... 25 3
Binnenspiegel
................................................. 77
BlueHDi
............................................. 23, 31, 250
Bluetooth (handsfree set)
...28 -2 9, 15 -16 , 11-12
Bluetooth (telefoon)
........................ 2 8 - 3 0, 15 -17
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
........ 15
B
luetooth-verbinding
..... 21-22, 28 -30, 15 -17, 12
Bochtverlichting, statisch
....................... 131-132
Boordcomputer
......................................... 34-36
Boordgereedschap
............................... 256-258
Brandstof
....................................................... 239
Brandstofadditief
................................... 24
8-249
Brandstofniveaumeter
............................ 237-238
Brandstoftank
................................... 16, 237-238
Brandstof tanken
.................................... 237-239
Brandstoftank leeg (diesel)
........................... 255
Brandstofverbruik
..................................... 35-36
Brandstofvuldop
..................................... 23
7-238
Brandstofvulklep
.................................... 237-238
Buitenlandse reizen
...................................... 128
Buitenspiegels ............76 -7 7, 120 -121, 2 25, 2 27
Trefwoordenregister