19
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor) Permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u
nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
en
2400 km.Laat het AdBlue
®-reser voir snel bijvullen: neem contact op
met het dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reser voir bij.
+ Knippert, in combinatie
met het branden van het
lampje SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u
nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 0
en
600
km. Laat het AdBlue
®-reservoir
zo snel mogelijk bijvullen
om te voorkomen dat de motor niet meer gestar t kan
worden : neem contact op met het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reser voir bij.
Knippert, in combinatie
met het branden van het
lampje SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten niet
meer mogelijk is. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reser voir (laten) bijvullen: neem contact op met het
dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats of vul zelf
het reservoir bij.
Het betreffende reservoir moet worden bijgevuld met
minimaal 4
liter AdBlue
®.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
het bijvullen of voor meer informatie over
AdBlue
®.
01
Instrumentenpaneel
28
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u
nog ongeveer kunt
rijden voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Als de motor mogelijk niet opnieuw
kan worden gestart door een te laag
AdBlue
®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt automatisch
geactiveerd zodra het AdBlue
®-reservoir
leeg is.
Actieradius groter dan 2400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Actieradius tussen 2400
en 600
km Ga naar het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Actieradius kleiner dan 600
kmStoring motorolieniveaumeter
Als de aanduiding " OIL - -" knippert, duidt dit op een
storing in de motorolieniveaumeter.
Neem contact op met het dealernetwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het
motorolieniveau controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus .
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue is
bijgevuld.
Ga naar het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding (bijvoorbeeld: "Vul brandstofadditief
bij: Starten geblokkeerd over 1500
km") die
aangeeft hoeveel kilometer u
nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 300
km
herhaald zolang er geen additief is bijgevuld. Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen en gaat het lampje Service branden in
combinatie met een geluidssignaal en een melding
(bijv.: "Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd
over 600
km") die aangeeft hoeveel kilometer u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
01
Instrumentenpaneel
29
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue® (BlueHDi-
motoren) en in het bijzonder het bijvullen.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue
®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten,
raden wij u
aan contact op te nemen met
het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de benodigde hoeveelheid
vloeistof te laten bijvullen.
Als u
zelf vloeistof bijvult, moet het reser voir
met minimaal 3,8
liter AdBlue
® worden gevuld.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als meer
dan 1100 km is gereden nadat de storing in het
SCR-emissieregelsysteem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren
door het dealernetwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt
de waarschuwing tijdens de volgende rit na
controle van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen en gaat het lampje Service branden in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd". Deze lampjes gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven
zodra de storing voor de eerste keer wordt
gedetecteerd en ver volgens steeds bij het aanzetten
van het contact zolang de storing niet is verholpen.Tijdens de toegestane rijfase
(tussen 1100
en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(na 50
km) en de storingsmelding permanent wordt
weergegeven, gaan deze lampjes branden en
knippert het lampje UREA in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld: "Storing
emissieregeling: Starten geblokkeerd over 300
km")
die aangeeft hoeveel kilometer u
nog kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden
weergegeven zolang de storing in het SCR-
emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
01
Instrumentenpaneel
157
De koelventilator kan ook gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator.
Type vloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
vloeistof.
Niveau ruitensproeiervloeistof
Vul het reser voir bij wanneer dit nodig is.
Type vloeistof
Maak voor de ruitensproeiers uitsluitend gebruik van
kant-en-klare ruitensproeiervloeistof.
's Winters (bij temperaturen beneden het vriespunt)
moet voor de omstandigheden geschikte
ruitensproeiervloeistof met antivries worden
gebruikt om de onderdelen van het systeem (pomp,
reservoir, leidingen enz.) te beschermen. Wanneer u in een noodgeval koelvloeistof moet
bijvullen, omwikkel dan de vuldop met een doek om
brandwonden te voorkomen en draai de dop twee
omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Ver wijder de dop als de druk eenmaal gedaald is en
vul koelvloeistof bij.
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met roetfilter)
Het minimumniveau van het reservoir
van het additief wordt aangegeven door
het permanent branden van dit lampje
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding met betrekking tot een te
laag additiefniveau van het roetfilter.
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld door het
netwerk van het merk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Niveau AdBlue
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Om te voorkomen dat de auto niet meer kan starten
– conform de voorschriften – dient u
het reser voir bij
te vullen met AdBlue.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over AdBlue
®, het SCR-systeem en in
het bijzonder het bijvullen van AdBlue®
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking
heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het
controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het
dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
12 V- ac c u
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten en of
de aansluitingen schoon zijn.
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem
zijn voorzien van een speciale 12 V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het dealernetwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u
werkzaamheden uitvoert aan
de 12
V-accu de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Vul het reser voir nooit bij met kraanwater (kans op
bevriezing, kalkafzetting enz.).
07
Praktische informatie
159
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudsbeurten door, te laten
controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een
te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken
versleten zijn.
Slijtage remschijven/
remtrommels
Raadpleeg het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van de
slijtage van de remschijven. Gebruik uitsluitend door DS
AUTOMOBILES
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke onderdelen als
het remsysteem te optimaliseren, selecteert
en biedt DS
AUTOMOBILES specifieke
producten aan.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht of
onder winterse omstandigheden ijs vormen op
de remschijven en remblokken: de remwerking
kan daardoor afnemen. Rem een paar keer
lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te
maken.
AdBlue® (BlueHDi-
motoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om
aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen, heeft
DS
AUTOMOBILES er voor gekozen zijn auto's met
dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij
het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een
SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) voor
de nabehandeling van de uitlaatgassen zonder dat
de prestaties veranderen of het brandstofverbruik
toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van AdBlue®, een vloeistof die
ureum bevat, kan een katalysator tot 85% van de
stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof en water
(niet schadelijk voor de gezondheid en het milieu).
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudsbeurt aan uw auto in het dealernetwerk
of bij een gekwalificeerde werkplaats het reser voir
van de AdBlue
® bijgevuld.
Als u
ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudsbeurten meer dan 20.000
km te rijden,
moet tussentijds AdBlue
® worden bijgevuld.
De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reser voir van ongeveer 17 liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat een
waarschuwingssysteem u
meldt dat u met de
resterende hoeveelheid additief nog maximaal
2400
km kunt rijden.
07
Praktische informatie
160
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt een
wettelijk verplicht systeem er voor dat de motor
niet opnieuw kan worden gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-systeem
zo snel mogelijk contact op met het
dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats: na 1100
km wordt een systeem
geactiveerd dat het opnieuw starten van de
motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u
nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart kan
worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de waarschuwings-
en verklikkerlampjes en de bijbehorende
waarschuwingsmeldingen.
Bevriezen van het additief AdBlue
®
Het additief AdBlue® bevriest bij temperaturen
lager dan ongeveer -11 °C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het AdBlue
®-
reser voir waardoor u
ook in zeer koude
omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het AdBlue®-reser voir moet bij elke periodieke
onderhoudsbeurt worden gevuld door het
dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reser voir kan het
echter noodzakelijk zijn om AdBlue
® tussentijds bij
te vullen, zeker als u
hier door een waarschuwing
(verklikkerlampjes en melding) op wordt
geattendeerd.
Dit kunt u
laten uitvoeren door het dealernetwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Als u
zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende aanbevelingen en
waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij
een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van
het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden
uitgesloten: adem deze niet in. Ammoniak werkt
irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Als het AdBlue
® niet in de originele flacon
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Verdun de AdBlue
® nooit met water.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis. Deze
vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos
(koel bewaren).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u
de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende ten
minste 15
minuten met kraanwater of met een
oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een
branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink ver volgens een ruime
hoeveelheid water. Gebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISO
22241
voldoet.
07
Praktische informatie
161
Dit product is via het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een vulsysteem
dat is bedoeld voor vrachtwagens.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen rond -11 °C en
v
erliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf 25 °C.
Het is raadzaam de flacons en jerrycans koel en
buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer
worden gebruikt nadat deze bij kamertemperatuur
volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
® niet
in uw auto.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of -jerrycans
niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw verkooppunt.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een
v lakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur
van de auto hoger is dan -11
°C. Als het kouder is,
bevriest de AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in
h
et reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren
op een warmere plaats staan en vul ver volgens het
reservoir bij.
F
Z
et het contact uit en haal de sleutel uit het
contactslot.
F
D
raai de zwarte dop een kwartslag linksom
zonder er druk op uit te oefenen en ver wijder
deze. F
D
raai de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom.
F
V
erwijder de dop.
Belangrijk: als het AdBlue
®-reser voir van uw
auto helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en u
kunt
in dat geval de motor niet meer starten), moet
u
het reser voir vullen met minimaal 4 liter
additief.
F
T
il voor toegang tot het AdBlue
®-reservoir de
vloerbekleding van de bagageruimte op en
verwijder vervolgens het reservewiel of de
opbergbak (afhankelijk van de uitvoering). F
P
ak een flacon of jerrycan AdBlue
®. Controleer
de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket
voordat u
de inhoud van de flacon of de jerrycan
in het AdBlue
®-reser voir van uw auto giet.
07
Praktische informatie
162
F Veeg nadat u de flacon of jerrycan leeg hebt
gegoten met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van de
vulopening van het reservoir.
Spoel gemorste AdBlue
® onmiddellijk weg met
koud water of veeg het weg met een vochtige
doek.
Als de AdBlue
® is gekristalliseerd, verwijder
het dan met een spons en warm water.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening en
draai de dop een 6
e omwenteling rechtsom, tot
de aanslag.
F
L
eg het reser vewiel en/of de opbergbak
(afhankelijk van de uitvoering) terug op de
bodem van de bagageruimte.
F
P
laats de vloerbekleding van de bagageruimte
terug en sluit de achterklep.
Belangrijk: als u
AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt , dient
u
ongeveer 5
minuten te wachten voordat
u
het contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de auto
te ontgrendelen en de sleutel in het
contactslot te steken .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10
seconden wachten de motor.
Onderhoudstips
In het garantie- en onderhoudsboekje van uw auto
vindt u de algemene adviezen met betrekking tot het
onderhoud van uw auto.
Structuurlak
De structuurlak geeft afhankelijk van de lichtval
een steeds wisselend effect waardoor de lijnen en
vormen van de auto nog fraaier tot uiting komen.
De vernis van deze lak is voorzien van deeltjes
die zichtbaar blijven. Ze zorgen voor een unieke
zijdeglans en geven reliëf aan de lak. Deze licht
korrelige structuur voelt heel bijzonder aan. Houd u
aan de volgende voorschriften om
beschadiging van de lak te voorkomen:
-
W
as de auto met een hogedrukspuit of
minimaal met een waterslang met een
grote opbrengst. De auto kan ook in een
wasstraat worden gewassen.
-
N
eem de carrosserie af met een schone
microvezeldoek zonder er hard op te
wrijven.
- V erwijder voorzichtig eventuele
brandstofsporen van de carrosserie met
een zachte doek en laat ver volgens de
carrosserie drogen.
-
V
erwijder kleine vlekken (zoals
vingerafdrukken) met een
insectenverwijderaar uit het
"TECHNATURE"-gamma.
Maar:
-
K
ies nooit een wasprogramma dat eindigt
met het aanbrengen van een warme
waslaag.
-
W
rijf nooit over een droge carrosserie.
-
G
ebruik nooit poetsmiddelen voor de
carrosserie.
-
G
ebruik geen lakreiniger, schuurmiddel of
poetsmiddel en zet de auto ook niet in de
was.
Laat lakreparaties over aan het dealernetwerk
of aan een gekwalificeerde werkplaats.
07
Praktische informatie