113
Motoren
Benzine
Diesel
Deze motoren worden als voorbeeld
aangeduid.
De plaats van de volgende onderdelen kan
verschillen:
-
Oliepeilstok.
-
Olievuldop.
-
Handopvoerpomp. 6.
Luchtfilter.
7. Oliepeilstok.
8. Olievuldop.
9. Handopvoerpomp*.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger
voor het reinigen van de motorruimte in
verband met de kans op beschadiging van
het elektrisch systeem.
Het dieselcircuit staat onder zeer hoge
druk.
Laat werkzaamheden aan dit circuit
alleen door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats uitvoeren.
*
A
fhankelijk van de motoruitvoering.
1.
Reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. Reservoir koelvloeistof.
3. Reservoir remvloeistof.
4. Accu.
5. Zekeringkast.
Niveaus controleren
Controleer deze niveaus regelmatig en
respecteer de voor waarden zoals vermeld in
het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul
indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau
het desbetreffende circuit controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen
vloeistof voor uw auto en motoruitvoering.
Let bij werkzaamheden onder de
motorkap goed op, want bepaalde delen
van de motor kunnen zeer heet zijn (kans
op brandwonden) en de koelventilator kan
ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet
contact).
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
7
Praktische informatie
115
Remvloeistofniveau
Het vloeistofniveau dient zich zo
dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden. Controleer
indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn
versleten.
Vloeistof ver versenRaadpleeg het onderhoudsschema van de
fabrikant voor het ver versingsinter val voor uw
auto.
Type vloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
vloeistof.
Koelvloeistofniveau
Controleer het koelvloeistofniveau
regelmatig.
Het is normaal dat tussen
twee onderhoudsbeurten door
koelvloeistof moet worden bijgevuld.
De motor moet koud zijn als u het niveau
controleert en koelvloeistof bijvult.
De motor van uw auto kan door een te laag
koelvloeistofniveau zwaar beschadigd raken.
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk
bij het merkteken "MA X" te bevinden, maar mag
beslist niet hoger zijn.
Als het niveau zich dicht bij of onder het merkteken
"MIN" bevindt, moet u koelvloeistof bijvullen. Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Bovendien staat het koelsysteem onder druk.
Wacht na het afzetten van de motor daarom ten
minste één uur alvorens werkzaamheden aan
het koelsysteem uit te voeren.
Wanneer u met spoed werkzaamheden moet
uitvoeren, neem dan, om brandwonden te
voorkomen, een doek en draai de dop twee
omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de
dop en vul koelvloeistof bij.
Type koelvloeistofGebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
De koelventilator kan ook gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd
daarom voor werpen en kleding uit de
buurt van de ventilator.
Niveau
ruitensproeiervloeistof
Vul het reser voir bij wanneer dit
nodig is.
Type vloeistof
Maak voor de ruitensproeiers
uitsluitend gebruik van kant-en-klare
ruitensproeiervloeistof.
's Winters (bij temperaturen beneden het
vriespunt) moet voor de omstandigheden
geschikte ruitensproeiervloeistof met antivries
worden gebruikt om de onderdelen van het
systeem (pomp, reser voir, leidingen enz.) te
beschermen.
Vul het reser voir nooit bij met kraanwater (kans
op bevriezing, kalkafzetting enz.).
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje Ser vice in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display
(afhankelijk van de uitvoering).
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
7
Praktische informatie
120
F Controleer of de schakelaar van de compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
Als na 5
tot 7 minuten de bandenspanning
van 2
bar niet is bereikt, is de band niet
te repareren met de bandenreparatieset;
neem contact op met een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
om u verder te helpen.
F
Z
et de schakelaar in de stand "O".
F
V
erwijder de set.Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij een CITROËN-dealer of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.
Controle / aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan. F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar in de stand ' I' te zetten tot de
bandenspanning is opgelopen tot 2,0
bar.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in de
band gespoten; maak de slang niet los van
het ventiel tijdens deze handeling (kans op
spatten). F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen 20
en
60
km/h), zodat het afdichtmiddel het lek
kan dichten.
Storingen verhelpen
1
CITROËN Connect Nav
GPS-navigatie – Applicaties
– Multimedia-autoradio –
Bluetooth
®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
3
M
enu's
4
G
esproken commando's
5
N
avigatie
1
1
Online navigatie
1
5
Applicaties
1
8
Radio
2
3
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
25
M
edia
26
T
elefoon
2
8
Configuratie
3
3
Veelgestelde vragen
3
7De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht
vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfreesysteem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto
en ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
modus.
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
CITROËN Connect Nav
3
Via het menu "Instellingen" kunt
u een profiel voor één persoon
of voor een groep personen met
gemeenschappelijke instellingen
aanmaken, waarbij vele instellingen
mogelijk zijn (voorkeuzezenders radio,
audio-instellingen, navigatiegeschiedenis,
favoriete contacten, enz.). De instellingen
worden automatisch aangepast.
Onder zeer warme onstandigheden
kan het volume worden beperkt om het
systeem te beschermen. Het systeem kan
gedurende ten minste 5
minuten stand-by
(scherm en geluid uitgeschakeld) worden
gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, zal de oorspronkelijke instelling
weer worden gebruikt.Stuurkolomschakelaars
Afhankelijk van het model.
Gesproken commando's :
Deze knop bevindt zich op het stuur wiel
of op het uiteinde van de lichtschakelaar
(afhankelijk van de uitvoering).
Kort indrukken: gesproken commando's
van het systeem.
Lang indrukken: gesproken
commando's smartphone via het
systeem.
of Geluidsvolume verhogen.
of Geluid onderbreken/herstellen.
Of
Geluidsweergave onderbreken
door gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen: druk op
één van de twee volumetoetsen.
of Geluidsvolume verlagen. of
Media
(kort indrukken): veranderen
van multimediabron.
Telefoon (kort indrukken): start
telefoongesprek.
Tijdens telefoongesprek (kor t
indrukken): toegang tot het
telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken): inkomend
gesprek weigeren, einde gesprek;
als de telefoon niet wordt gebruikt,
toegang tot het telefoonmenu.
of Radio
(draaien): automatisch
zoeken naar vorige/volgende
zender.
Media (draaien): vorige/volgende
nummer, scrollen door lijsten.
Kort indrukken : bevestigen van een
selectie. Indien niets geselecteerd:
toegang tot voorkeuzezenders.
Radio : weergeven van de
zenderlijst.
Media : weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden):
weergeven van de lijst met
beschikbare radiozenders.
.
CITROËN Connect Nav
5
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
Telefoon
of Via Bluetooth
® verbinden van een
telefoon, berichten en e-mails lezen
en snelberichten versturen.
Configuratie
of Configureren van een persoonlijk
profiel en/of configureren van het
geluid (balans, sfeer enz.) en de
weergave (taal, eenheden, datum,
t i j d , e n z .) .
Auto
of Activeren, deactiveren en
configureren van bepaalde
voertuigfuncties.
Gesproken commando's
Stuurwieltoetsen
Druk kort op deze toets om de
functie gesproken commando's te
activeren.
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om er voor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
-
s
preek met een normale stem de
woorden volledig uit, zonder uw stem
te verheffen.
-
w
acht voordat u spreekt altijd op de
"piep" (geluidssignaal).
-
h
oud voor een optimale werking de
ruiten en het schuifdak (indien van
toepassing) gesloten om storende
geluiden van buitenaf te voorkomen,
-
v
raag uw passagiers voordat u
gesproken commando's geeft om even
niet te praten.
.
CITROËN Connect Nav
6
De eerste stappen
Voorbeeld van een "gesproken
commando" voor het navigatiesysteem:
"Navigeer naar adres " Kerkstraat 11
Amsterdam " ".
Voorbeeld van een "gesproken
commando" voor de radio en de
multimediafuncties:
" Ar tiest "Madonna " afspelen "".
Voorbeeld van een "gesproken
commando" voor de telefoon:
" Bel Jan".
De gesproken commando's zijn
beschikbaar in 12
talen (Engels, Frans,
Italiaans, Spaans, Duits, Nederlands,
Portugees, Pools, Turks, Russisch,
Arabisch en Braziliaans).
Voor bepaalde spraakcommando's
bestaan er synoniemen.
Voorbeeld: Navigeer naar /
Routebegeleiding naar / Ga naar / ...
In het Arabisch zijn de gesproken
commando's voor: "Navigeer naar adres"
en "POI weergeven in de stad" niet
beschikbaar.
Informatie – het systeem
gebruiken
Druk op de spraaktoets en zeg
wat u wilt na de pieptoon. U kunt
mij altijd onderbreken door op
deze toets te drukken. Als u er
nogmaals op drukt ter wijl ik op
een commando wacht, wordt
ons gesprek beëindigd. Als u
opnieuw wilt beginnen, zegt u
"annuleren". Als u iets ongedaan
wilt maken, zegt u "terug". Om
te allen tijde informatie en tips
te krijgen, zegt u "help". Als u
mij vraagt iets te doen en er
mist informatie, zal ik u een
paar voorbeelden geven om u
er stap voor stap doorheen te
lopen. U krijgt meer informatie
in "dialoogmodus beginner".
U kunt de dialoogmodus op
"expert" zetten als u zich zeker
voelt.
Algemene gesproken
commando's
Deze commando's kunnen vanaf elke
schermpagina worden gegeven nadat
op de stuur wieltoets "Gesproken
commando's" of "Telefoon" is gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig
is.
CITROËN Connect Nav
7
Gesproken commando's
"Navigatie"
Deze commando's kunnen vanaf elke
schermpagina worden gegeven nadat
op de stuur wieltoets "Gesproken
commando's" of "Telefoon" is gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig
is.
Gesproken commando's
Helpberichten
Help Ik kan u met allerlei onder werpen helpen. U
kunt bijvoorbeeld zeggen: "hulp bij telefoon",
"hulp bij navigatie", "hulp bij media" of "hulp bij
radio". Om een overzicht te krijgen over hoe de
spraakdialoog werkt, kunt u zeggen "hulp bij
spraakcommando's".
Hulp bij gesproken commando's
Hulp bij navigatie
Hulp bij radio
Hulp bij multimedia
Hulp bij telefoon
Zet dialoogmodus op <...>
Kies de modus "beginner" of "expert".
Selecteer profiel <...> Selecteer profiel 1, 2
of 3.
Ja Zeg "ja" als het klopt. Anders zegt u "nee" en
dan beginnen we opnieuw.
Nee
.
CITROËN Connect Nav