122TelefoonNAVI 50 IntelliLink - Handmatige
verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐ teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, raakt u 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) en dan
Bluetooth (of selecteer Telefoon op
de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . De appara‐
tenlijst toont de telefoons die al
gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door OK aan te raken.
Afhankelijk van de versie verschijnt
J naast de geselecteerde telefoon
om de verbinding aan te geven.
NAVI 80 IntelliLink - Handmatige
verbinding
Om vanuit de startpagina de telefoon
te wijzigen die met het handsfree-
telefoonsysteem is verbonden, raakt
u MENU aan, gevolgd door
g Telefoon en Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn. Kies de gewenste telefoon uit de lijst.Telefoon ontkoppelen
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de telefoon van
het handsfree-telefoonsysteem
ontkoppeld.
Als tijdens het ontkoppelen een
gesprek reeds aan de gang is, wordt
de conversatie automatisch naar de
mobiele telefoon geschakeld.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon ontkoppelen
Voor het ontkoppelen van een tele‐ foon van het Infotainmentsysteemdrukt u op TEL (of SETUP ) en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding . Selec‐
teer het gewenste apparaat uit de
apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Apparaat loskoppelen door aan
OK te draaien en deze in te drukken.
Een displaybericht bevestigt het
ontkoppelen van de telefoon.
NAVI 50 IntelliLink - Telefoon
ontkoppelen
Om een telefoon van het Infotain‐
mentsysteem te ontkoppelen raakt u,
afhankelijk van de versie, 7 aan,gevolgd door ÿINSTELLING(EN) en
dan Bluetooth (of selecteer
y Telefoon op de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . Selecteer in
de weergegeven lijst de verbonden
telefoon die u wilt ontkoppelen; I
verschijnt naast de telefoon ter indi‐ catie dat deze wordt ontkoppeld.
NAVI 80 IntelliLink - Telefoon
ontkoppelen
Om vanuit de startpagina een tele‐
foon te ontkoppelen van het Infotain‐
mentsysteem, raakt u MENU aan,
gevolgd door gTelefoon en
Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . Selecteer in de getoonde
lijst de verbonden telefoon die
ontkoppeld moet worden.
Telefoon met voorrang definiëren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoon met voorrang definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Telefoon123Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,hangt af van het model telefoon.
Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem te regelen:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn.● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele mobiele
telefoon moet worden geacti‐
veerd (zie gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon).
● Afhankelijk van de mobiele tele‐ foon kan het nodig zijn om het
apparaat op "zichtbaar" in te stel‐
len (zie de bedieningsinstructies
van de mobiele telefoon).
● De mobiele telefoon moet aan/op
het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.
Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bluetooth activeren
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐ foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst geac‐
tiveerd zijn. Deactiveer de functie als
deze niet nodig is.
Druk op TEL en selecteer Bluetooth
door aan OK te draaien en deze in te
drukken.Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
NAVI 50 IntelliLink - Bluetooth
activeren
Raak 7 aan, gevolgd door
ÿ INSTELLING(EN) .
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren
● Wachtwoord wijzigen
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Voor hulp met activeren
en bedienen van stembediening
kunt u "Stemherkenning" raad‐
plegen 3 114.
Als het Bluetooth -scherm wordt weer‐
gegeven, kunnen apparaten met
ingeschakelde Bluetooth worden
gekoppeld met het Infotainmentsys‐
teem.
Telefoon127Noodoproep9Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon alleen kunt bellen en
ontvangen indien u zich in een
gebied bevindt met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen ook niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. Raad‐
pleeg uw netwerkprovider voor
meer informatie.
Het alarmnummer verschilt afhan‐
kelijk van het land of de regio. Wij
raden u aan het juiste alarmnum‐ mer voor het relevante land of de
relevante regio van tevoren op te
vragen.
Kies het alarmnummer (zie "Bedie‐
ning" 3 127); er wordt verbinding
gemaakt met de alarmcentrale.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
NAVI 50 IntelliLink
Het alarmnummer voor de huidige locatie zien: raak 7 aan, gevolgd
door sKAART (beschikbaar afhan‐
kelijk van de versie).
Selecteer Opties en Waar ben ik? .
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, raakt u Opties gevolgd
door Landinformatie aan: Het alarm‐
nummer (bijv. 112) verschijnt op het display.
Bediening Inleiding
Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw
mobiele telefoon en het handsfree-
telefoonsysteem, kunnen bepaalde
functies van uw mobiele telefoon via
de bedieningselementen van het Info‐ tainmentsysteem of het display
worden bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
128TelefoonLet op
Het geheugen van het Infotainment‐ systeem is beperkt en sommigecontacten worden mogelijk niet
gedownload van uw mobiele tele‐
foon.
De contacten die op de simkaart in
uw mobiele telefoon zijn opgesla‐
gen, zijn niet zichtbaar. Alleen op de
telefoon opgeslagen contacten zijn
zichtbaar.
Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, worden de gegevens van
de mobiele telefoon naar het hands‐
free-telefoonsysteem gezonden.
Afhankelijk van het model telefoon
kan dit enige tijd duren. Tijdens de gegevensoverdracht is het bedienen
van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt
mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
● druk op 6TEL
- of -
● druk op TEL
- of -
● raak 7 aan, gevolgd door
y Telefoon (NAVI 50 IntelliLink)
raak op de startpagina
MENU aan, gevolgd door
g Telefoon (NAVI 80 IntelliLink)
Volumeregeling
R15 BT, R16 BT USB, CD16 BT,
CD18 BT USB - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan m of
druk op ! of # (op de knoppen op de
stuurkolom) om het volume van de
oproep te wijzigen.
NAVI 50 IntelliLink - Volumeregeling
Druk tijdens een gesprek op ] of <
van het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.NAVI 80 IntelliLink - Volumeregeling
Draai tijdens een gesprek aan X op
het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.
Telefoonnummer bellen
Er zijn verschillende opties beschik‐
baar voor het bellen van telefoon‐
nummers, waaronder het bellen van
een contact in het telefoonboek of
vanuit een gesprekkenlijst. Nummers
kunnen natuurlijk ook handmatig
worden gekozen.
Handmatig een nummer invoeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig een nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Kiezen uit
de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 118)
en selecteer 7 om het kiezen te star‐
ten.
Telefoon129Kies het laatste nummer opnieuw
door TEL ingedrukt te houden.
NAVI 50 IntelliLink - Handmatig een
nummer invoeren
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Kiezen uit de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en selec‐ teer y om het kiezen te starten.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Toetsenborden op het display bedie‐
nen" in het hoofdstuk "Algemene
informatie" 3 118.
Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k. Raak k aan en
houd deze ingedrukt om alle
nummers tegelijk te wissen.
NAVI 80 IntelliLink - Handmatig een
nummer invoeren
Raak op de startpagina MENU
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Een nummer kiezen .
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en raak
Bellen aan om het kiezen te starten.Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k.
Telefoonboek Het telefoonboek telefoon bevat
contactlijsten die alleen beschikbaar
zijn voor de huidige autogebruiker.
Vanwege vertrouwelijkheidsredenen
kan elke gedownloade contactenlijst
alleen worden bekeken wanneer de
bijbehorende telefoon is aangesloten.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Om een nummer uit het telefoonboek
van de telefoon te kiezen terwijl het
menu Telefoon wordt weergegeven,
selecteert u Telefoonboek en het
gewenste contact uit de alfabetische
lijst. Druk op OK om het kiesproces te
starten.NAVI 50 IntelliLink - Contacten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Contacten uit de lijst.
Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst.
In plaats daarvan kunt u Zoeken op
naam selecteren vervolgens de naam
van het contact invoeren met behulp
van het toetsenbord.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Toetsenborden op het display bedie‐
nen" in het hoofdstuk "Algemene
informatie" 3 118.
NAVI 80 IntelliLink - Contacten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
130TelefoonLet op
Het delen van gegevens moet worden toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Telefooninstel‐ lingen" hieronder.
Raak op de startpagina eerst MENU,
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Contacten .
Om een nummer uit het telefoonboek te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst. Als een
contactpersoon meer dan één opge‐
slagen nummer heeft, selecteer dan
het gewenste nummer wanneer daar
om wordt gevraagd. Het bellen start
automatisch na het selecteren van
het nummer van het contact.
In plaats daarvan kunt u Zoeken
naar selecteren vervolgens de naam
van het contact invoeren met behulp
van het toetsenbord.Na de eerste koppeling van de tele‐ foon met het Infotainmentsysteem,
kan het systeem worden bijgewerkt
met de nieuwste contacten op uw
mobiele telefoon. Raak < aan om een
pop-upmenu te openen en selecteer Telefoongegevens bijwerken . Selec‐
teer zo nodig Help in het pop-upmenu
voor ondersteuning.
Om een contactpersoon aan uw
favorietenlijst toe te voegen, drukt u
op < en selecteert u Contact aan de
favorietenpagina toevoegen .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op f te drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Favorieten" in
het hoofdstuk "Inleiding" 3 32.
Gesprekslijsten R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen (bijv. gekozen
nummers, ontvangen oproepen,gemiste oproepen), selecteert u de
relevante optie, bijv. Gekozen
nummers uit het menu
Gesprekkenlijst . Selecteer het
gewenste contact en druk op OK om
het kiesproces te starten.
NAVI 50 IntelliLink -
Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste
oproepen in de mobiele telefoon
automatisch naar het handsfree-tele‐
foonsysteem verzonden.
Als het menu yTelefoon verschijnt,
raakt u S in de linkerbovenhoek aan
en selecteert u Gesprekkenlijsten uit
de lijst.
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van
de volgende opties op het display:
● yAlle : Toont een overzicht van
alle oproepen in de onder‐
staande lijsten.
● ú: Gekozen nummers.
Telefoon131●ù: Ontvangen oproepen.
● û: Gemiste oproepen.
Let op
Het aantal gemiste oproepen wordt naast het symbool weergegeven.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. Selecteer
het gewenste contact uit de gekozen
lijst om het kiezen te starten.
NAVI 80 IntelliLink -
Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het
Infotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste
oproepen in de mobiele telefoon
automatisch naar het handsfree-tele‐
foonsysteem verzonden.
Let op
Het delen van gegevens moet
worden toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in hetmenu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Telefooninstel‐
lingen" hieronder.
Raak op de startpagina eerst MENU,
daarna gTelefoon aan, gevolgd door
Gesprekkenlijsten .
Om een nummer uit de gesprekken‐ lijsten te kiezen, selecteert u een van de volgende opties op het display:
● Alle : Toont een overzicht van alle
oproepen in de onderstaande lijs‐ ten.
● ù: Ontvangen oproepen.
● þ: Gemiste oproepen.
● ú: Gekozen nummers.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. U kunt ook
↑ of ↓ aanraken om in het display
omhoog of omlaag te bladeren.
Selecteer het gewenste contact uit de
gekozen gesprekkenlijst om het
kiezen te starten.Let op
Raak indien nodig < aan (om een
pop-upmenu te openen) en selec‐
teer Telefoongegevens bijwerken
om de gesprekkenlijsten bij te
werken.
Voicemailbox
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Voicemailbox
Wanneer de mobiele telefoon is
verbonden, kunt u voicemailberichten
van de telefoon beluisteren via het
Infotainmentsysteem. Selecteer hier‐
voor het menu Voicemailbox.
NAVI 80 IntelliLink - Voicemailbox
Om voicemailberichten van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem te beluisteren als de telefoon is verbonden, selecteert u op de start‐
pagina MENU, gevolgd door
g Telefoon en Voicemail . Het systeem
belt de geconfigureerde voicemail‐
box.
132TelefoonHet configuratiescherm verschijnt als
de voicemailbox nog niet is geconfi‐
gureerd. Voer het nummer in op het
numerieke toetsenbord en bevestig
de invoer.
Gesprekken ontvangen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Inkomende oproepen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram 7 op het
display (door aan OK te draaien
en deze in te drukken).
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram } op
het display (door aan OK te
draaien en deze in te drukken).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, wordt het
bericht Privénummer getoond.
NAVI 50 IntelliLink - Inkomende
oproepen
De oproep aannemen:
● Raak Accepteren /Aanvaarden
aan.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Het gesprek niet aannemen: ● Raak Weigeren /Afwijzen aan.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kanworden weergegeven, wordt het bericht Onbekend /Onbekend
nummer getoond.
NAVI 80 IntelliLink - Inkomende
oproepen
De oproep aannemen:
● Raak Opnemen aan.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Het gesprek niet aannemen: ● Raak Afwijzen aan.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, verschijnt het
bericht Geen beller-id .