116Instrumenten en bedieningsorganenDiagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐ gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan
in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en andere
grote systemen. Ook bevat het infor‐
matie over mogelijke onderhouds‐
punten en de bandenspanning
(alleen als er een bandenspannings‐
controlesysteem is).
U kunt meer details opvragen door op
de link in de e-mail te klikken en u bij
uw account aan te melden.
Bestemming downloaden
Een gewenste bestemming kan
rechtstreeks naar het navigatiesys‐
teem worden gedownload.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en beschrijf de bestemming of het
markante punt.De adviseur kan elk adres en elke
nuttige plaats opzoeken en deze naar het ingebouwde navigatiesysteem
verzenden.
OnStar-instellingen
OnStar-PIN
U hebt een viercijferige PIN nodig
voor toegang tot alle OnStar-servi‐
ces. U moet een eigen PIN invoeren
wanneer u voor de eerste keer met
een adviseur belt.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en de PIN te veranderen.
Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een
account waar alle gegevens in zijn opgeslagen. Druk op Z en spreek
met een adviseur of log in bij uw
account als u accountinformatie wilt
veranderen.
Als de OnStar-service voor een
andere auto moet worden gebruikt,
druk dan op Z en vraag of de account
op de nieuwe auto kan worden over‐
gedragen.Let op
Informeer OnStar onmiddellijk over
de wijzigingen als de auto wordt
afgevoerd, verkocht of anderszins
overgedragen en beëindig de
OnStar-service voor deze auto.
Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service wordt verzocht of getriggerd. Eenbericht op het Info-Display geeft aandat deze informatie is verzonden.
Als u het doorgeven van de voertuig‐
locatie wilt activeren of deactiveren,
drukt u op j tot u een audiobericht
hoort.
Het deactiveren wordt aangegeven
door het controlelampje dat korte tijd
rood of groen knippert en iedere keer
wanneer de auto wordt gestart.
Let op
Als het verzenden van de voertuig‐
locatie wordt gedeactiveerd, zijn
sommige diensten niet meer
beschikbaar.
118Instrumenten en bedieningsorganenGroen:Het systeem is gereed of
binnen de terugbeltijd,
gedurende welk de advi‐
seur kan terugbellen na
het tot stand brengen van
de verbinding (tot zo'n
twee uur, oog mogelijk met contact uit).Groen
knippe‐
rend:Het systeem is bezig met
kiezen, verzenden van
gegevens of er wordt een
spraakverbinding tot stand
gebracht.Rood:Na het inschakelen van
het contact start het
systeem gedurende maxi‐
maal 15 seconden op,
daarna wordt het led-
lampje groen. Als het led-
lampje rood blijft of van
groen in rood verandert, is
er een probleem. Roep de
hulp van een werkplaats
in.Rood
knippe‐
rend:Oproep is niet mogelijk,
bijv. vanwege niet beschik‐
baar mobiel netwerk.Rood /
groen
knippe‐
rend:Systeem staat in testmo‐
dus. Druk niet op een knop
en wacht tot time-out.Uit:Het systeem is uit.
Let op
Bij zeer lage temperaturen kan het
even duren totdat de reserveaccu
opgewarmd is. Wanneer deze
bedrijfsgereed is, wordt de rode LED
groen.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het led-lampje na het inschakelen van het contact niet oplicht.