112Externe apparatenVoorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
infotainmentsysteem worden verbon‐
den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 121.
Bestandsformaten en mappen
De maximale capaciteit van een door het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is
2500 muziekbestanden,
2500 fotobestanden,
250 filmbestanden, 2500 mappen en
een mapstructuur met een diepte van
10 niveaus. Alleen apparaten met een formattering in het
FAT16 / FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐
dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsforma‐ ten zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de artiest.
Externe apparaten113Fotobestanden
De weergeefbare fotobestandsfor‐
maten zijn JPG, JPEG , BMP , PNG en
GIF.
JPG-bestanden moeten 64 tot
5000 pixels breed en 64 tot
5000 pixels hoog zijn.
BMP-, PNG- en GIF-bestanden
moeten 64 tot 1024 pixels breed en
64 tot 1024 pixels hoog zijn.
De bestandsgrootte van de afbeeldin‐
gen mag niet meer dan 1MB zijn.
Filmbestanden
De afspeelbare videobestandsinde‐
lingen zijn AVI en MP4.
De maximale resolutie is 1280 x
720 pixels. De framesnelheid moet kleiner zijn dan 30 fps.
De bruikbare codec is H.264/MPEG-4 AVC.
De afspeelbare audio-indelingen zijn
MP3, AC3, AAC en WMA.
De weergeefbare ondertitelingsinde‐
ling is SMI.Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 111.
Doorgaans wordt het desbetreffende
audiohoofdmenu automatisch weer‐
gegeven.
Als het afspelen niet automatisch
wordt gestart, bijvoorbeeld omdat
USB automatisch starten is gedeacti‐
veerd 3 111, moet u de volgende
stappen ondernemen:
Druk op ; en selecteer vervolgens
Audio om het laatst geselecteerde
audiohoofdmenu te openen.
Selecteer Bron in de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
de gewenste audiobron om het
desbetreffende audiohoofdmenu te
openen.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Functietoetsen
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in l .
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op v om de volgende track af
te spelen.
Tik, zodra de track wordt afgespeeld, binnen twee seconden op t om
terug te gaan naar de vorige track.
114Externe apparatenTerug naar het begin van de huidige
track gaan
Tik, wanneer de track wordt afge‐
speeld, na twee seconden op t.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los om naar de normale afspeel‐
modus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐ tie van de huidige track aangeeft naarlinks of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Druk op n om de tracks in willekeu‐
rige volgorde af te spelen. De
schermtoets verandert in o.
Druk nogmaals op o om de functie
Willekeurige volgorde te deactiveren
en terug te gaan naar de normale
afspeelmodus.
Muziek doorbladeren-functie
Druk op het scherm om het blader‐
scherm weer te geven. U kunt ook
Menu op het hoofdscherm Audio
selecteren om het desbetreffendeaudiomenu weer te geven, en vervol‐
gens Muziek doorbladeren selecte‐
ren.
Er verschijnen verschillende catego‐
rieën waarin de tracks gesorteerd
zijn, bijv. Playlists, Artiesten of
Albums .
Selecteer de gewenste categorie,
subcategorie (indien beschikbaar) en
kies dan een track.
Selecteer de track om de weergave te
starten.
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Uit veiligheidsoverwegingen zijn bepaalde functies uitgeschakeld tijdens het rijden.
Afbeeldingsfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het info‐
tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 111.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Gallery om het mediahoofdmenu te
openen.
Druk op l om het afbeeldingshoofd‐
menu te openen en een lijst met opgeslagen afbeeldingen op het
USB-apparaat weer te geven. Selec‐
teer de gewenste afbeelding. Als
deze in een map is opgeslagen, moet
u eerst de desbetreffende map selec‐ teren.
122Telefoon
Let op
Als er geen telefoon is verbonden, is het menu Apparaatbeheer ook
toegankelijk via het telefoonmenu:
Druk op ; en selecteer dan
Telefoon .
3. Druk op Apparaat zoeken . Alle
detecteerbare Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving verschijnen in
een nieuwe zoekresultatenlijst.
4. Druk op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
5. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐steund:
Op het infotainmentsysteem:
er verschijnt een Info-bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐
tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
6. Het infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
Let op
Na het koppelen van het Bluetooth-
apparaat geeft h naast het Blue‐
tooth-apparaat aan dat de telefoon‐
functie geactiveerd is en geeft y aan
dat de functie Streaming audio via Bluetooth geactiveerd is.
7. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgentot het telefoonboek. Bevestig zo
nodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
De Bluetooth-pincode wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Andere
PIN voor koppelen om het desbetref‐
fende submenu weer te geven. Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de gewenste viercijferige
pincode in.
Selecteer ⇦ om een ingevoerd
nummer te wissen.
Bevestig dit door Invoeren te selecte‐
ren.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Telefoon127Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan Telefoon.
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van
de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek
Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het
display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
130TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............114
Afbeelding via USB activeren .....114
Algemene aanwijzingen .............120
Bluetooth ................................. 111
DAB ......................................... 108
Infotainmentsysteem .................90
Smartphone-applicaties ..........111
Telefoon .................................. 120
USB ......................................... 111
Algemene informatie ..........111, 119
Antidiefstalfunctie ........................91
Audio afspelen ............................ 113
Audiobestanden ......................... 111
Audioknoppen op stuurwiel ..........92
Audio via USB activeren .............113
Automatisch volume ...................101
B Basisbediening ............................. 98
Bediening.................................... 124 Externe apparaten ..................111
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 124
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................92
Stuurwiel ................................... 92
Bedieningspaneel Infotainment ....92Bel
Beltoon .................................... 124
Functies tijdens het gesprek ...124
Inkomend gesprek ..................124
Telefoongesprek initiëren ........124
Beltoon Beltoon wijzigen ......................124
Beltoonvolume ........................ 101
Bestandsformaten Audiobestanden ......................111
Filmbestanden......................... 111 Fotobestanden ........................ 111
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........111
Apparaat aansluiten ................111
Bluetooth-verbinding ...............121
Koppelen ................................. 121
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 113
Telefoon .................................. 124
Bluetooth-verbinding ..................121
BringGo ...................................... 117
D
DAB ............................................ 108
Digital Audio Broadcasting .........108
Display-instellingen ............114, 116
131F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................106
Zenders opslaan .....................106
Favorietenlijst ............................. 106
Filmbestanden ............................ 111
Films afspelen ............................ 116
Film via USB activeren ...............116
Fotobestanden ........................... 111
Frequentieband selecteren .........104
G Gebruik ......................... 95, 104, 119
Bluetooth ................................. 111
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 124
USB ......................................... 111
Geluidsinstellingen .....................100
I
Infotainmentsysteem inschakelen 95
Intellitext ..................................... 108
K Koppelen .................................... 121
M Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 98Mobiele telefoons en CB-
zendapparatuur ......................128
Mute.............................................. 95
N Noodoproep ................................ 123
O Oproepenhistorie ........................124
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Afstemmen op zender .............104
DAB configureren ....................108
DAB-berichten ......................... 108
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 108
Favoriete lijsten .......................106
Frequentieband selecteren .....104
Gebruik.................................... 104
Inschakelen ............................. 104
Intellitext .................................. 108
Radio Data System (RDS) ......107
RDS configureren.................... 107
Regio-instelling........................ 107 Regionaal ................................ 107
Zender zoeken ........................ 104
Zenders ophalen .....................106
Zenders opslaan .....................106
Radio activeren........................... 104Radio Data System .................... 107
RDS ............................................ 107
Regio-instelling ........................... 107
Regionaal ................................... 107
S Smartphone ................................ 111
Telefoonweergave ..................117
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 117
Snelkiesnummers .......................124
Spraakherkenning ......................119
Startmenu ..................................... 98
Startmenu personaliseren ............98
Stemherkenning ......................... 119
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 113
Systeeminstellingen.................... 102
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........120
Beltoon selecteren ..................124
Bluetooth ................................. 120
Bluetooth-verbinding ...............121
Een nummer invoeren .............124
Functies tijdens het gesprek ...124
Hoofdmenu Telefoon ..............124
Inkomend gesprek ..................124
Noodoproepen ........................ 123
Oproepenhistorie ....................124
132Snelkiesnummer.....................124
Telefoonboek .......................... 124
Telefoon activeren ......................124
Telefoonboek .............................. 124
Telefoonweergave ......................117
U USB Afbeeldingenmenu USB ..........114
Algemene aanwijzingen ..........111
Apparaat aansluiten ................111
Audiomenu USB .....................113
Filmmenu USB ........................ 116
V Volume Automatisch volume ................101
Beltoonvolume ........................ 101
Maximaal inschakelvolume .....101
Stiltefunctie................................ 95
Volume aanraakpiep ...............101
Volume instellen ........................95
Volume TP .............................. 101
Volumebeperking bij hoge temperaturen ............................. 95
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........101
Volume aanraakpiep ..................101
Volume-instellingen ....................101
Volume TP .................................. 101Z
Zenders ophalen ........................106
Zenders opslaan .........................106
Zender zoeken............................ 104