Spraakherkenning85SpraakherkenningAlgemene informatie....................85
Gebruik ........................................ 85Algemene informatie
Via de spraakdoorschakeling van het Infotainmentsysteem hebt u toegang
tot de spraakherkenningscomman‐
do's op uw smartphone. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van uw smart‐
phone om te controleren of uw smart‐ phone deze functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakeling te
kunnen gebruiken, moet de smart‐ phone op het Infotainmentsysteem
zijn aangesloten via een USB-kabel
3 78 of via Bluetooth 3 87.
Gebruik Spraakherkenning activeren
Houd g op het bedieningspaneel of
w op het stuurwiel ingedrukt om een
spraakherkenningssessie te starten. Er verschijnt een spraakbesturings‐
bericht op het scherm.
Na de pieptoon kunt u direct een
commando geven. Raadpleeg voor
informatie over de ondersteunde
commando's de gebruiksaanwijzing
bij uw smartphone.Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op het stuurwiel op g. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt en
de spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
Telefoon87mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Het koppelen en verbinden van Blue‐ tooth-apparaten aan/met het Infotain‐
mentsysteem vindt plaats via het
menu Bluetooth . Het koppelen
bestaat uit het uitwisselen van een pincode tussen het Bluetooth-appa‐
raat en het Infotainmentsysteem.
Menu Bluetooth
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● U kunt maximaal tien apparaten met het systeem koppelen.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het Infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen we u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens Instellingen op het display.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbe‐
treffende menu weer te geven.
96TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............81
Afbeeldingsbestanden ..................78
Afbeelding via USB activeren .......81
Algemene aanwijzingen ...............86
Bluetooth ................................... 78
DAB ........................................... 76
Infotainmentsysteem .................58
Smartphone-applicaties ............78
Telefoon .................................... 86
USB ........................................... 78
Algemene informatie ..............78, 85
Antidiefstalfunctie ........................59
Audio afspelen .............................. 80
Audiobestanden ........................... 78
Audioknoppen op stuurwiel ..........60
Audio via USB activeren ...............80
Automatisch volume .....................69
B Basisbediening ............................. 66
Bediening...................................... 90 Externe apparaten ....................78
Menu ......................................... 66
Radio ......................................... 72
Telefoon .................................... 90
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................60
Stuurwiel ................................... 60
Bedieningspaneel Infotainment ....60Beginmenu ................................... 66
Bel Beltoon ...................................... 90
Functies tijdens het gesprek .....90
Inkomend gesprek ....................90
Telefoongesprek starten ...........90
Beltoon Beltoon wijzigen ........................90
Beltoonvolume .......................... 69
Bestandsformaten Afbeeldingsbestanden ..............78
Audiobestanden ........................78
Filmbestanden........................... 78
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............78
Apparaat aansluiten ..................78
Bluetooth-verbinding .................87
Koppelen ................................... 87
Menu Bluetooth-muziek ............80
Telefoon .................................... 90
Bluetooth-muziek activeren ..........80
Bluetooth-verbinding ....................87
D DAB .............................................. 76
Digital Audio Broadcasting ...........76
Display-instellingen................. 81, 83
97F
Favorietenlijst ............................... 74
Favorietenlijsten Zenders oproepen .....................74
Zenders opslaan .......................74
Filmbestanden .............................. 78
Films afspelen .............................. 83
Film via USB activeren .................83
G Gebruik ............................. 63, 72, 85
Bluetooth ................................... 78
Menu ......................................... 66
Radio ......................................... 72
Telefoon .................................... 90
USB ........................................... 78
Geluidsinstellingen .......................68
I
Infotainmentsysteem inschakelen 63
Intellitext ....................................... 76
K Koppelen ...................................... 87
M Maximaal inschakelvolume........... 69
Menubediening ............................. 66
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ........................94
Mute.............................................. 63N
Noodoproep .................................. 89
O
Oproepenhistorie ..........................90
Overzicht bedieningselementen ...60
R
Radio Afstemmen op zender ...............72
DAB configureren ......................76
DAB-berichten ........................... 76
Digital Audio Broadcasting
(DAB) ........................................ 76
Favorietenlijsten ........................74
Gebruik...................................... 72
Golfbereik selecteren ................72
Inschakelen ............................... 72
Intellitext .................................... 76
Radio Data System (RDS) ........75
RDS configureren...................... 75
Regio-instelling.......................... 75 Regionaal .................................. 75
Zender zoeken .......................... 72
Zenders oproepen .....................74
Zenders opslaan .......................74
Radio activeren............................. 72
Radio Data System ...................... 75
RDS .............................................. 75
Regio-instelling ............................. 75
Regionaal ..................................... 75S
Selectie van golfbereik .................72
Smartphone .................................. 78
Telefoonweergave ....................84
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 84
Snelkiesnummers .........................90
Spraakherkenning ........................85
Stemherkenning ........................... 85
Systeeminstellingen...................... 70
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ............86
Beltoon selecteren ....................90
Bluetooth ................................... 86
Bluetooth-verbinding .................87
Een nummer invoeren ...............90
Functies tijdens het gesprek .....90
Hoofdmenu telefoon ..................90
Inkomend gesprek ....................90
Noodoproepen .......................... 89
Oproepenhistorie ......................90
Snelkiesnummer .......................90
Telefoonboek ............................ 90
Telefoon activeren ........................90
Telefoonboek ................................ 90
Telefoonweergave ........................84
122SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................122
Gebruik ...................................... 122Algemene informatie
De spraakdoorschakeling van het
Infotainmentsysteem biedt toegang
tot Siri. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakeling te
kunnen gebruiken moet de smart‐ phone zijn verbonden via Bluetooth
3 124.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Houd s op het stuurwiel ingedrukt
totdat een spraakherkenningssessie
is gestart.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk de volumeknop op het stuur‐ wiel omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.Spraakherkenning deactiveren
Druk op het stuurwiel op v. De
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.