Page 113 of 269

Verlichting111VerlichtingRijverlichting.............................. 111
Lichtschakelaar .......................111
Automatische verlichting .........112
Groot licht ................................ 112
Lichtsignaal ............................. 112
Koplampverstelling ..................113
Dagrijlicht ................................. 113
Adaptief rijlicht (AFL) ...............113
Alarmknipperlichten .................114
Richtingaanwijzers ..................115
Mistlampen voor ......................115
Mistachterlicht ......................... 116
Parkeerlichten ......................... 116
Achteruitrijlichten .....................116
Beslagen lampglazen ..............116
Binnenverlichting .......................117
Regelbare instrumentenverlichting .........117
Interieurverlichting ...................117
Leeslampen ............................. 117
Verlichting zonneklep ..............118
Verlichtingsfuncties ....................118
Verlichting middenconsole ......118
Instapverlichting ......................118Uitstapverlichting .....................118
Ontlaadbeveiliging accu ..........119Rijverlichting
Lichtschakelaar
Draai aan de lichtschakelaar:
AUTO:automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of groot licht
Controlelampje 8 3 94.
Page 118 of 269

116VerlichtingLichtschakelaar in stand AUTO: bij
het inschakelen van de mistlampen
worden de koplampen automatisch
ingeschakeld.
Mistachterlicht
Om in te schakelen ø
indrukken.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
inschakelen van het mistachterlicht
worden de koplampen automatisch ingeschakeld.
Lichtschakelaar in stand 8: mistach‐
terlicht kan alleen in combinatie met
voorste mistlampen worden inge‐
schakeld.
Het mistachterlicht is gedeactiveerd
wanneer er een aanhanger of een
stekker is aangesloten op het contact, bijv. wanneer een fietsdrager is
geplaatst.
Parkeerlichten
Bij het parkeren kunnen de parkeer‐
lichten aan één kant worden inge‐
schakeld:
1. Schakel het contact uit.
2. Haal de richtingaanwijzerhendel volledig omhoog (parkeerlichten
rechts) of omlaag (parkeerlichten links).
Bevestiging door een geluidssignaal
en het bijbehorende controlelampje
van de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt vanzelf. Om dit te bespoe‐
digen kunt u de koplampen inschake‐
len.
Page 264 of 269

262TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 135
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............235, 239
Aanduidingen op banden ..........213
Aanhangerkoppeling ..................187
Aanhanger trekken ....................188
Aansteker .................................... 79
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 193
Accu ........................................... 198
Accuspanning ............................ 102
Achterlichten .............................. 203
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................177
Achteruitrijlichten .......................116
Actief noodstopsysteem .......95, 160
Adaptief rijlicht (AFL) .................113
AdBlue .................................. 93, 143
Afmetingen auto ........................246
Airbag deactiveren ....................... 55
Airbag-deactivering ...................... 90
Airbag en gordelspanners ...........90
Airbaglabel.................................... 50
Airbagsysteem ............................. 50
Airconditioning ........................... 121
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 131
Alarmknipperlichten ...................114
Algemene informatie .................. 187Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 134
Andere auto slepen ...................229
Antiblokkeersysteem .................150
Antiblokkeersysteem (ABS) .........92
Armsteun ................................ 45, 46
Asbakken ..................................... 79
Autogegevens ............................ 239
Autokrik....................................... 212
Automatische dimfunctie .............35
Automatische verlichting ............ 112
Automatische versnellingsbak ...146
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 228
Auto stallen ................................. 193
Autostop ............................... 94, 139
B Bagageruimte ........................ 30, 63
Bagageruimte-afdekking .............66
Bandenreparatieset ...................218
Bandenspanning .......................214
Bandenspanningswaarden ........248
Bedieningsorganen ......................73
Bekerhouders .............................. 62
Bekleding .................................... 232
Beladingsinformatie .....................70
Beslagen lampglazen ................116