138SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................138
Gebruik ...................................... 138Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 115 of via Bluetooth 3 140.
Gebruik Spraakherkenning activeren
Houd g op het bedieningspaneel of
qw op het stuurwiel ingedrukt om
een spraakherkenningssessie te star‐ ten. Er verschijnt een spraakcom‐mandobericht op het scherm.
Zodra er een pieptoon heeft geklon‐
ken kunt u een commando uitspre‐
ken. Raadpleeg voor informatie overde ondersteunde commando's de
gebruiksaanwijzing bij uw smart‐
phone.
Volume van gesproken commando's
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakcommandobericht verdwijnt
en de spraakherkenningssessie
wordt beëindigd.
142TelefoonSelecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer het Bluetooth-apparaat dat u wenst te koppelen. Het apparaat is
verbonden.
Let op
Het verbonden toestel en de
beschikbare opties worden gemar‐
keerd.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer het momenteel verbonden
Bluetooth-apparaat. Er verschijnt een bericht dat u moet beantwoorden.
Selecteer Ja om het apparaat los te
koppelen.
Een apparaat wissen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer e naast het Bluetooth-
apparaat. Er verschijnt een bericht
dat u moet beantwoorden.
Selecteer Ja om het apparaat te
wissen.
Apparaatinfo Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Apparaat‐
informatie om het desbetreffende
menu weer te geven.
De weergegeven informatie omvat
Apparaatnaam , Adres en Pincode .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐ letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
wanneer bepaalde netwerkdien‐ sten en/of telefoonfuncties actief
zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. We adviseren u het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Telefoon143Een noodoproep doenVorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is bediening van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon om het desbetreffende
menu weer te geven.
Let op
Het Telefoon hoofdmenu is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 140.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
144TelefoonTelefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het telefoonhoofd‐
menu.
Druk op ⇦ of houd deze toets inge‐
drukt om een of meerdere ingevoerde
tekens te wissen.
Druk op v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel om het kiezen te
starten.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Bij het koppelen van een mobiele
telefoon aan het infotainmentsys‐
teem via Bluetooth wordt het tele‐
foonboek van de mobiele telefoon
automatisch gedownload 3 140.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Selecteer Contacten in het telefoon‐
hoofdmenu.
Let op
Het g-symbool naast een telefoon‐
nummer geeft aan dat het contact is opgeslagen op de simkaart.
Snelzoeken 1. Selecteer u om een lijst met alle
contactpersonen weer te geven.
2. Blader door de lijst met contact‐ personen.
3. Druk op de contactpersoon die u wilt bellen. Er verschijnt een menumet alle telefoonnummers die
voor het geselecteerde contact
zijn opgeslagen.
4. Selecteer het gewenste telefoon‐ nummer om de oproep te starten.Zoekmenu
Als het telefoonboek veel contactper‐ sonen bevat, kunt u via het zoekmenu
de gewenste contactpersoon zoeken.
Selecteer o in het menu Contacten
om het zoektabblad weer te geven.
De letters zijn alfabetisch gegroe‐
peerd op de schermtoetsen: abc, def ,
ghi , jkl , mno , pqrs , tuv en wxyz .
Gebruik ⇦ om een ingevoerde letters
te wissen.
1. Selecteer de knop met de eerste letter van de contactpersoon
waarnaar u wilt zoeken.
Bijvoorbeeld: Als de contactper‐
soon die u wilt zoeken met een 'g'
146TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te
geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
Telefoon147Microfoon tijdelijk deactiveren
Activeer n om de microfoon uit te
schakelen.
Deactiveer n om de microfoon weer
te activeren.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer J om het gesprek te
beëindigen.
Voicemailbox
U kunt uw voicemailbox via het Info‐
tainmentsysteem bedienen.
Voicemailnummer
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth. Blader door de
lijst en selecteer Voicemailnummers .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Kies de desbetreffende telefoon. Er
verschijnt een toetsenblok.
Voer het voicemailnummer van de
desbetreffende telefoon in.Voicemailbox bellen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Selecteer t op het scherm. De
voicemailbox wordt gebeld.
U kunt het voicemailnummer ook met
de telefoontoetsen invoeren.
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de typegoedkeu‐
ring van de auto vervallen (EU-richt‐
lijn 95/54/EG).Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen
● Maximaal zendvermogen van 10 W
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.
Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de
buitenantenne of de toestelhouder en
de mogelijkheden tot het gebruik van
apparaten met een zendvermogen van meer dan 10 W.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan
wanneer het maximale zendvermo‐
gen van de mobiele telefoon niet
hoger is dan 2 W bij GSM 900 en niet
hoger is dan 1 W bij de andere types.
150TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............118
Afbeeldingsbestanden ................115
Afbeelding via USB activeren .....118
Algemene aanwijzingen 94, 123, 139
Algemene informatie ..........115, 138
Bluetooth ................................. 115
DAB ......................................... 113
Infotainmentsysteem .................94
Navigatie ................................. 123
Smartphone-applicaties ..........115
Telefoon .................................. 139
USB ......................................... 115
Antidiefstalfunctie ........................95
Audio afspelen ............................ 117
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 96
Audiobestanden ......................... 115
Audio via USB activeren .............117
Automatisch volume ...................105
B Basisbediening ........................... 102
Bediening.................................... 143 Externe apparaten ..................115
Menu ....................................... 102
Navigatiesysteem ....................124
Radio ....................................... 109
Telefoon .................................. 143Bedieningselementen
Infotainmentsysteem .................96
Stuurwiel ................................... 96
Bedieningspaneel Infotainment ....96
Begeleiding ................................ 134
Beginmenu ................................. 102
Bel Beltoon .................................... 143
Functies tijdens het gesprek ...143
Inkomend gesprek ..................143
Telefoongesprek initiëren ........143
Beltoon Beltoon wijzigen ......................143
Beltoonvolume ........................ 105
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............115
Audiobestanden ......................115
Filmbestanden......................... 115
Bluetooth Algemene informatie ...............115
Apparaat aansluiten ................115
Bluetooth-verbinding ...............140
Koppelen ................................. 140
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 117
Telefoon .................................. 143
Bluetooth-verbinding ..................140
BringGo ...................................... 121
151CContacten ................................... 129
D
DAB ............................................ 113
Digital Audio Broadcasting .........113
Display-instellingen ............118, 120
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................111
Zenders opslaan .....................111
Favorieten................................... 129
Favorietenlijst ............................. 111
Filmbestanden ............................ 115
Films afspelen ............................ 120
Film via USB activeren ...............120
G
Gebruik ................. 99, 109, 124, 138
Bluetooth ................................. 115
Menu ....................................... 102
Navigatiesysteem ....................124
Radio ....................................... 109
Telefoon .................................. 143
USB ......................................... 115
Geluidsinstellingen .....................104
Gesproken begeleiding ..............124I
Infotainmentsysteem inschakelen 99
Intellitext ..................................... 113
Invoer van de bestemming ........129
K Kaarten ....................................... 124
Koppelen .................................... 140
L
Lijst met afslagen........................ 134
M Maximaal opstartvolume............. 105
Menubediening ........................... 102
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ......................147
Mute.............................................. 99
N
Navigatie Bestemmingsinvoer................. 129
Contacten ................................ 129
Favorieten ............................... 129
Huidige locatie ........................ 124
Kaart manipuleren ...................124
Kaartupdate ............................ 123
Kaartvenster ............................ 124
Lijst met afslagen ....................134
Recente bestemmingen ..........129
Routebegeleiding ....................134TMC-stations (verkeersinfor‐
matiekanalen).......................... 134
TMC-zenders .......................... 123
Verkeersincidenten .................134
Navigatiesysteem activeren........ 124
Noodoproep ................................ 142
Nuttige plaatsen ......................... 129
O Oproepenhistorie ........................143
Overzicht bedieningselementen ...96
R Radio Afstemmen op zender .............109
DAB configureren ....................113
DAB-berichten ......................... 113
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 113
Favoriete lijsten .......................111
Frequentiebereik selecteren ...109
Gebruik.................................... 109
Inschakelen ............................. 109
Intellitext .................................. 113
Radio Data System (RDS) ......112
RDS configureren.................... 112
Regio-instelling........................ 112 Regionaal ................................ 112
Zender zoeken ........................ 109
Zenders ophalen .....................111
Zenders opslaan .....................111