Telefoon81VoorwaardenVoor gebruik van de toepassing
SMS moet aan de volgende voor‐
waarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van de betreffende telefoon moet geac‐
tiveerd zijn (zie de gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
● Afhankelijk van de telefoon moet het apparaat wellicht op "zicht‐baar" staan (zie de gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
● Afhankelijk van de telefoon kan het nodig zijn om handbediende
toegang tot de tekstberichtfunctie op de telefoon toe te staan (zie degebruiksaanwijzing van het
apparaat).
● De betreffende telefoon moet aan/op het infotainmentsysteemgekoppeld en aangesloten zijn.
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving 3 74.
● De betreffende telefoon moet Bluetooth Message Access
Profile (BT MAP) ondersteunen.Teksttoepassing starten
Druk op de toets HOME en selecteer
vervolgens het toepassingspictogram
SMS .
Als er een nieuw tekstbericht wordt
ontvangen, verschijnt er een melding
die u moet beantwoorden. Selecteer
één van de schermtoetsen om naar de toepassing SMS te gaan.
Let op
Ontvangstwaarschuwingen
verschijnen alleen als Tekstwaar‐
schuwingen in het tekstinstellingen‐
menu is ingesteld op Aan.
Een bericht beluisteren
Selecteer INBOX op de interactieve
selectiebalk. De op de betreffende telefoon opgeslagen tekstberichten
worden weergegeven in een lijst.
Let op
Afhankelijk van de telefoon verschij‐ nen niet alle op de telefoon opgesla‐
gen tekstberichten in het Postvak IN.
Selecteer 3 naast het betreffende
bericht om een bericht te beluisteren.
Selecteer eventueel het gewenste
bericht om het berichtenscherm weer
te geven. Selecteer LUISTEREN op
de interactieve selectiebalk.
Een bericht bekijken
Selecteer INBOX op de interactieve
selectiebalk. De op de betreffende
telefoon opgeslagen tekstberichten
worden weergegeven in een lijst.
Selecteer het gewenste bericht om de gehele tekst van een bericht weer te
geven.
Veelgestelde vragen85Veelgestelde
vragenVeelgestelde vragen ....................85Veelgestelde vragen
Telefoon? Hoe koppel ik mijn telefoon aan het
infotainmentsysteem?
! Druk voor het koppelen van een
telefoon op HOME, selecteer het
pictogram TELEFOON en selec‐
teer vervolgens Apparaat
verbinden . Volg de instructies op
uw apparaat en zorg dat Bluetooth
ingeschakeld is.
Gedetailleerde beschrijving 3 74.? Hoe kan ik mijn telefooncontacten
en recente gesprekken bekijken?
! Om de contactpersonen of oproe‐
penlijst te benaderen, druk op
HOME , selecteer het pictogram
TELEFOON en selecteer vervol‐
gens CONTACTEN of RECENT .
Zorg dat het telefoonboek en de
recente gesprekkenlijst op de tele‐ foon toegankelijk zijn. Afhankelijk
van de telefoon kan het enige
minuten duren voor het telefoon‐
boek en de recente gesprekkenlijst
geladen zijn.Gedetailleerde beschrijving 3 77.
Favorieten? Wat kan ik als favoriet opslaan?
! U kunt tot 60 favorieten van bijna
alle informatietypen opslaan, bijv.
bestemmingen, telefooncontac‐
ten, afspeellijsten, radiozenders,
etc.
Gedetailleerde beschrijving 3 20.? Hoe kan ik een nieuwe favoriet
opslaan?
! Activeer de betreffende toepas‐
sing en houd een favorieten-
schermtoets ingedrukt om op deze
locatie een nieuwe favoriet op te
slaan. Het opslaan wordt beves‐
tigd met een korte pieptoon. In
bepaalde gevallen moet u een
specifiek item selecteren.
Gedetailleerde beschrijving 3 20.
88TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 15
Adresboek .................................... 55
Algemene aanwijzingen ...38, 47, 73
Bluetooth-muziek ......................41
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 47
Radio ......................................... 33
Telefoonportal ........................... 73
USB ........................................... 41
Algemene informatie ..............41, 67
Cd.............................................. 38
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 45
Audio afspelen .............................. 42
Audiobestanden ........................... 41
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................28
Automatisch volume .....................28
Auto Set ........................................ 29
B
Balance......................................... 27
Basisbediening ............................. 15
Contacten .................................. 24
Favorieten ................................. 20
Interactieve selectiebalk ............17
Lettertekenherkenningsveld ......18
Startscherm ............................... 17
Toepassingenbalk .....................17Toetsenblok............................... 18
Toetsenbord .............................. 18
Bass.............................................. 27 Bediening...................................... 77 Aanraakscherm ......................... 15
Bluetooth-muziek ......................42
Cd.............................................. 39 Contacten .................................. 24
Favorieten ................................. 20
Infotainmentsysteem .................13
Navigatiesysteem ......................48
Radio ......................................... 33
Telefoon .................................... 77
Toetsenborden .......................... 18
USB ..................................... 42, 43
Bediening aanraakscherm ............15
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............17
Begeleiding .................................. 61
Beltoon ......................................... 77
Bestandsindelingen Audiobestanden ........................41
Filmbestanden........................... 41
Bluetooth-muziek ..........................41
Bluetooth-verbinding ....................74
89CCategorielijst ................................. 33
CD-speler ..................................... 38
Cd-speler activeren ......................39
Contacten ............................... 24, 55
Aanpassen ................................ 24
Opslaan ..................................... 24
Opvragen .................................. 24
D DAB .............................................. 36
DAB-koppeling.............................. 36 Datum ........................................... 29
Diakritische tekens .......................18
Digital Audio Broadcasting ...........36
Displaymodus ............................... 29
E EQ ................................................ 27
Equalizer....................................... 27
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...29
Fader ............................................ 27
Favorieten..................................... 20 Clusterdisplay............................ 20
Naam wijzigen ........................... 20
Opslaan ..................................... 20
Opvragen .................................. 20
Weergave .................................. 20
Wissen ...................................... 20Favorieten opslaan.......................20
Favorieten opvragen ....................20
Favorieten weergeven ..................20
Filmbestanden .............................. 41
Films ............................................. 43
Films afspelen .............................. 43
Frequentielijst ............................... 33
G Gebruik ................. 13, 33, 39, 48, 69
Aanraakscherm ......................... 15
Bluetooth-muziek ......................42
Cd.............................................. 39 Infotainmentsysteem .................13
Navigatiesysteem ......................48
Telefoon .................................... 77
USB ..................................... 42, 43
Geluidsinstellingen .......................27
H
Het infotainmentsysteem activeren.................................... 13
Het navigatiesysteem activeren ...48
Hoge ton ....................................... 27
Home-toets ................................... 17
I
Infotainmentsysteem inschakelen 13
Intellitext ....................................... 36
Interactieve selectiebalk ...............17
Invoer van de bestemming ..........55K
Kaarten ......................................... 48
Kalibratie van het aanraakscherm 29
Klokdisplay ................................... 29
Koppelen ...................................... 74
L L-Band .......................................... 36
Lettertekenherkenningsveld .........18
Lijst met afslagen.......................... 61
M
Maximaal inschakelvolume........... 28
Meldingen ..................................... 17
Middenbereik ................................ 27
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................83
Mute.............................................. 13
N Navigatie....................................... 61 Bestemmingsinvoer................... 55
Contacten ............................ 24, 55
Favorieten ................................. 20
Gesproken instructies ...............61
Huidige locatie........................... 48 Kaart manipuleren .....................48
Kaartupdate .............................. 47
Kaartvenster .............................. 48
Lijst met afslagen ......................61
Persoonlijke POI's .....................48
94InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............94
Antidiefstalfunctie ......................... 95
Overzicht bedieningselementen ..96
Gebruik ........................................ 99Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenlijsten
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche viaplanning brengt u veilig naar
uw bestemming en kan, desgewenst,
files of andere knelpunten omzeilen.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en het overzichtelijke
display kunt u het systeem gemakke‐
lijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Inleiding959Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding99GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 96
● het aanraakscherm 3 102
● audioknoppen op het stuurwiel 3 96
● de spraakherkenning 3 138
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kort op X om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Druk lang op X om het systeem uit te
schakelen.Automatisch uitschakelen
Wanneer het Infotainmentsysteem
met X is ingeschakeld terwijl het
contact is uitgeschakeld, dan wordt
het 10 minuten na de laatste invoer
automatisch weer uitgeschakeld.
Volume instellen Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 105.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 105 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 102.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐
teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
100Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 109
● Externe apparaten 3 117
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 118
● Filmfuncties 3 120
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 139.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 143.
Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om smartphone-specifieke apps weer
te geven op het Infotainmentsysteem.