170Rijden en bedieningAuto's met Aan/Uit-knop
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Geautomatiseerde versnellingsbak:
rempedaal intrappen.
Geen gas geven.
Druk op Engine Start/Stop en laat
deze weer los: een automatische
regeling bedient de startmotor met
een kort interval totdat de motor
draait; zie automatische startmotorre‐
geling.
Voordat u de motor weer start of
uitschakelt terwijl de auto stilstaat,
drukt u nog een keer kort op
Engine Start/Stop .
Handgeschakelde versnellingsbak: tijdens een Autostop kunt u de motor
starten door het koppelingspedaal in
te trappen 3 171.
Automatische versnellingsbak of
geautomatiseerde versnellingsbak:
tijdens een Autostop kunt u de motor
starten door het rempedaal op te
laten komen 3 171.
Uitschakelen in noodsituatie
tijdens het rijden
Als de motor tijdens het rijden in een
noodsituatie moet worden uitgescha‐
keld, drukt u langer dan
twee seconden op Engine Start/Stop
of drukt u tweemaal kort binnen
vijf seconden.9 Gevaar
Het uitschakelen van de motor
tijdens het rijden kan het verlies
van vermogen voor de rem- of
stuurbekrachtiging veroorzaken.
Hulp- en airbagsystemen zijn
uitgeschakeld. De verlichting en
remlichten gaan uit. Schakel de
motor en het contact tijdens het
rijden alleen uit indien dat in een
noodgeval noodzakelijk is.
De auto starten bij lage
temperaturen
Het is mogelijk om de motor zonder
bijkomende verwarming te starten tot
-25 °C voor dieselmotoren en -30 °C
voor benzinemotoren. Motorolie met
de juiste viscositeit, de juiste brand‐
stof, uitgevoerd onderhoud en een
voldoende opgeladen accu zijn
vereist. Bij temperaturen onder
-30 °C moet de automatische versnel‐ lingsbak gedurende ca. vijf minuten
worden verwarmd. De keuzehendel
moet in stand P staan.
Automatische startmotorregeling
Deze functie regelt de startprocedure van de motor. De bestuurder hoeft de
sleutel niet op stand 3 te houden of
Engine Start/Stop niet ingedrukt te
houden. Het eenmaal actieve
Rijden en bediening175mogelijk. Trap tegelijkertijd het
rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
Bij auto's met een elektrische
handrem, trekt u minimaal
een seconde aan schakelaar
m tot het waarschuwings‐
lampje m constant brandt en
de elektrische handrem is inge‐ schakeld 3 115.
● Zet de motor af.
● Als de auto op een vlakke ondergrond of een helling
(omhoog) staat, schakel dan de eerste versnelling in of zet de
keuzehendel in stand P, voor‐
dat u de contactsleutel verwij‐
dert of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet. Op
een oplopende helling boven‐
dien de voorwielen van de
stoeprand wegdraaien.
Als de auto op een vlakke
ondergrond of een helling
(omlaag) staat, schakel dan de
achteruitversnelling in of zet de
keuzehendel in stand P, voor‐dat u de contactsleutel verwij‐
dert of bij auto's met een aan/
uit-knop het contact af zet.
Bovendien de voorwielen naar
de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ramen en het schuif‐ dak.
● Trek de sleutel uit het contact‐ slot of schakel bij auto's met
een aan/uit-knop het contact
uit. Stuurwiel verdraaien totdat
het stuurslot merkbaar
vergrendelt.
Bij auto's met automatische
versnellingsbak kan de sleutel
alleen worden verwijderd met de keuzehendel in stand P.
Voor auto's met geautomati‐
seerde versnellingsbak kan de
sleutel alleen uit het contactslot
worden verwijderd wanneer de handrem is aangetrokken.● Vergrendel de auto.
● Diefstalalarmsysteem inschake‐ len.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 244.Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Let op
Bij een ongeval waarbij airbags
worden geactiveerd, wordt de motor automatisch uitgeschakeld als de
auto binnen een bepaalde tijd tot stil‐
stand komt.
Verzorging van de auto265Duw de schroevendraaier door de
uitsparing in de adapter. Verwijder de
afdekking door aan de schroeven‐
draaier te trekken.Nr.Stroomkring1–2Verwarming en ventilatie, venti‐
lator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Aansteker, elektriciteitsaanslui‐
ting voor5–6Elektrisch bediende ruit, voor7ABS8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule 810Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule 413Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel15Carrosserieregelmodule 116Carrosserieregelmodule 717Carrosserieregelmodule 6Nr.Stroomkring18Carrosserieregelmodule 319Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling, achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot/stuurslot27Carrosserieregelmodule 228USB-aansluiting29–30Keuzehendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem/alarmsi‐
rene
Klantinformatie321Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐
den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist voor een veilige werking van uw auto, andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (rijhulpsystemen) of verzor‐ gen comfort- of Infotainmentfuncties.
Bedieningsgegevens in de auto
Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● informatie over de status van de auto (bijv. wieltoerental, rijsnel‐
heid, massatraagheid, dwarsver‐ snelling, "veiligheidsgordels
omgedaan"),
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor).
De meeste van deze gegevens zijn
vluchtig van aard en worden alleen in de auto zelf verwerkt, zodat ze niet
buiten de bedieningsperiode om
bewaard blijven.
Bovendien maken tal van regeleen‐ heden gebruik van een voorziening
voor gegevensopslag (waaronder de
autosleutel). Dit om tijdelijke of
permanente opslag mogelijk te
maken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten,
de onderhoudsvereisten en techni‐
sche gebeurtenissen en storingen.De volgende informatie wordt,
bijvoorbeeld, opgeslagen:
● bedieningsstatus van systeem‐ componenten (bijv. vloeistofpeil,
bandenspanning, accustatus),
● ladingsgraad van de hoogspan‐ ningsaccu, geschatte actieradius
(bij elektrische voertuigen),
● storingen en gebreken in belang‐
rijke systeemcomponenten (bijv.verlichting, remmen),
● systeemreacties in bepaalde rijs‐
ituaties (bijv. triggering van een
airbag, activering van de stabili‐ teitsregelingen),
● informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de auto
hebben geleid.
In speciale gevallen (bijv. als de auto
een storing heeft gedetecteerd),
moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van
aard zijn.
Wanneer u gebruikmaakt van dien‐
sten, zijn de bedieningsgegevens
samen met het chassisnummer uit te
lezen en indien nodig te gebruiken.
Personeel werkzaam binnen het
326TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 167
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............294, 299
Aanduidingen op banden ..........270
Aanhangerstabilisatie ................241
Aanhanger trekken ....................237
Aardgas .............................. 110, 233
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 243
Accu ........................................... 248
Achterlichten .............................. 253
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................223
Achteruitrijlichten .......................150
Actieve noodrem......................... 210
Adaptieve cruise control .....119, 198
AdBlue ................................ 117, 178
Afmetingen auto ........................308
Afslagverlichting ......................... 144
Afstand tot voorligger .................116
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 115
Airbag en gordelspanners .........114
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 155
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 164
Alarmknipperlichten ...................148Algemene informatie .................. 236
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 166
Andere auto slepen ...................288
Antiblokkeersysteem .................189
Antiblokkeersysteem (ABS) .......116
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 104
Autogegevens ............................ 299
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 143
Automatische versnellingsbak ...181
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 287
Auto stallen ................................. 243
Autostop ..................................... 171
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................277
Bandenspanning .......................270
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 117, 271
Bandenspanningswaarden ........310
Batterijspanning .........................130
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74
327Bekleding.................................... 291
Beladingsinformatie .....................92
Beslagen lampglazen ................150
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 195
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............151, 261
Blindehoeksysteem ....................221
BlueInjection ............................... 178
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................268
Boordinformatie .........................129
Brandstof .................................... 231
Brandstofkeuzeschakelaar ........110
Brandstofmeter .......................... 110
Brandstof voor benzinemotoren 231
Brandstof voor dieselmotoren ...233
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 233
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................99
Buitenverlichting .........................142
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 96
CNG.................................... 110, 233
Conformiteitsverklaring ...............312
Contactslotstanden ....................166Controlelampen ..................108, 113
Controle over de auto ................166
Controles .................................... 244
Cruise control ....................119, 195
D Dagrijlicht ................................... 144
Dagteller .................................... 109
Dak ............................................... 45
Dakbelasting ................................. 92
Dakdrager .................................... 92
DEF ............................................ 178
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 250
Dieseluitlaatvloeistof ...................178
Dimlicht of grootlicht ...................142
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........120
E Elektriciteitsstekker .....................103
Elektrisch bediende ruiten ...........42
Elektrische aansluitingen ...........101
Elektrische handrem ...........116, 189
Elektrische handrem defect ........116
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 261
Elektronische rijprogramma's ...
........................................ 183, 188Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ...117
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 193
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............117
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............157
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............316
Event Data Recorders (EDR) .....321
F
FlexOrganizer .............................. 86
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...207
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................185
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..320
Geluidssignalen .........................129
Gereedschap ............................. 268
Geurverspreider.......................... 103
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................90
Gloeilamp vervangen ................251
Gordels ......................................... 58
Gordelverklikker ......................... 114
328Gordijnairbagsysteem .................. 65
Grootlicht ........................... 118, 143
Grootlichtassistentie ...................119
H
Halogeenkoplampen .................251
Handbediende ruiten ...................42
Handgeschakelde modus ..........187
Handgeschakelde versnellingsbak ......................185
Handmatige dimfunctie ................41
Handmatige modus ...................183
Handmatige stoelverstelling .........50
Handrem ..................................... 189
Handschoenenkastje ...................74
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 191
Hoofdsteunen .............................. 47
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 162
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 70
Indicatie afstand tot voorligger ...209
Info-Display................................. 126 Info-Displays ............................... 120
Inhouden ................................... 309
Inklapbare spiegels .....................40
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 152Instrumentengroep ....................105
Instrumentenverlichting .............261
Interieurverlichting ......................150
K Katalysator ................................. 177
Kentekenverlichting ...................260
Keuzehendel ..................... 182, 186
Kilometerteller ............................ 109
Kindersloten ................................. 30 Kinderveiligheidssystemen ...........67
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................154
Klok............................................... 99
Koelvloeistof .............................. 246
Koelvloeistof en antivries ............294
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 112
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 144
Koplampverstelling ....................144
L
Laadsysteem ............................. 115
Lane keep assist ................116, 229
Led-koplampen ........................... 144
LED-koplampen .......................... 119
Leeslampen ............................... 151
Lekke band ................................. 280
Lichtschakelaar .......................... 142 Lichtsignaal ................................ 143Luchtinlaat ................................. 163
Luchtroosters .............................. 162
M
Massage ....................................... 57
Meters......................................... 108 Midlevel-display .......................... 120
Mistachterlicht .................... 119, 149
Mistlamp .................................... 119
Mistlampen ................................ 253
Mistlampen voor ........................149
Motorgegevens .......................... 302
Motor-ID...................................... 298
Motorkap .................................... 244
Motorolie .................... 245, 294, 299
Motoroliedruk ............................. 118
Motor starten ............................. 169
N
Nieuwe auto inrijden ..................166
O
Obstakeldetectiesystemen .........213
Olie, motor .......................... 294, 299
OnStar ........................................ 137
Ontlaadbeveiliging accu ............153
Opbergruimte................................ 74
Opbergruimte achter..................... 82
Opbergruimte voor........................ 75
Opbergvakken .............................. 74
330Uplevel-display........................... 120
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 126Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 276
Vaste luchtroosters ....................163
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................58
Veiligheidsnet .............................. 88
Velgen en banden .....................269
Ventilatie ............................... 56, 154
Verbanddoos ............................... 91
Vergrendelingssysteem ...............36
Verkeersbordherkenning ....120, 225
Verlichting middenconsole ........152
Verlichtingsfuncties..................... 152
Verlichting zonneklep ................151
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ......181, 186
Verstelbare luchtroosters ........... 162
Vertraagde uitschakeling stroom 169
Verwarmde spiegels ....................41
Verwarmd stuurwiel .....................96
Verwarming ........................... 56, 58
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 154
Verwerking van sloopauto .........244
Verzorging .................................. 289Verzorging exterieur ..................289
Verzorging interieur ...................291
Vloerafdekking bagageruimte ......84
Voertuiggewicht .........................306
Voertuigidentificatienummer ......297
Voertuigkrik................................. 268 Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............119
Voorruit ......................................... 42
Voorstoelen .................................. 49
Voorverwarming ........................117
W
Waarschuwingslampen ..............108
Werkzaamheden uitvoeren .......244
Wieldoppen ................................ 276
Wiel verwisselen ........................280
Winterbanden ............................ 269
Wis-/wasinstallatie .......................13
Wis- en wasinstallatie achterruit ..98
Wis- en wasinstallatie voorruit .....96
Wisserblad vervangen ...............250
Z
Zekeringen ................................. 261 Zekeringenkast in bagageruimte 266
Zekeringenkast in motorruimte ..262
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............264
Zitplaatsen achterin ......................57
Zonnedak ..................................... 45Zonnekleppen .............................. 44
Zijdelings airbagsysteem .............65
Zijmarkeringslichten.................... 142
Zijrichtingaanwijzers ..................259