Rijden en bediening149
●Druk alleen voor deactiveren van
het Traction Control-systeem
even op b: TC werkt niet maar
ESC blijft werken. Bij het deacti‐
veren van TC verschijnt er een
statusbericht op het Driver Infor‐
mation Center.
Als de auto na het deactiveren van
ESC de stabiliteitsdrempel bereikt,
activeert het systeem ESC opnieuw
voor de duur van de overschrijding
wanneer het rempedaal één keer
wordt ingetrapt.
U kunt de ESC weer activeren door
nogmaals op b te drukken. Wanneer
de TC voorheen was uitgeschakeld,
worden zowel TC als ESC opnieuw
geactiveerd. Er verschijnt er een
statusbericht op het Driver Informa‐
tion Center en t dooft wanneer TC en
ESC opnieuw worden geactiveerd.
De ESC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u de ontsteking de
volgende keer weer inschakelt.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het controlelampje b ononderbroken op
en verschijnt er een bericht of een
waarschuwingscode op het Driver
Information Center. Het systeem is
buiten werking.
Laat de oorzaak van de storing
onmiddellijk in een werkplaats verhel‐
pen.
Stadsmodus De stadsmodus is een functie voor
meer stuurbekrachtiging bij lagere
snelheden, zoals in stadsverkeer of
bij het inparkeren. De stuurbekrachti‐
ging wordt versterkt voor meer
comfort.Activering
Druk bij een draaiende motor op B.
Het systeem werkt vanaf stationair
draaien tot 35 km/u en in de achter‐
uitversnelling. Bij hogere snelheden
schakelt het systeem over op de
reguliere modus. Na het activeren
ervan werkt de stadsmodus automa‐
tisch bij een snelheid van minder dan 35 km/u.
Een brandende led in de stadsmodus
geeft aan dat het systeem actief is.
Ook verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center.
152Rijden en bedieningAutomatisch uitschakelen:● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingestelde
snelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt de cruisecontrol gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 30 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt nu over‐
genomen.Systeem uitschakelen
Druk op m; het controlelampje m op
de instrumentengroep dooft. De opslagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise‐
control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De maximumsnelheid kan worden
ingesteld op snelheden hoger dan
25 km/u tot maximaal 200 km/u.
De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bij
het afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.Functie activeren
Druk op L. Als de cruisecontrol
eerder geactiveerd was, wordt deze
uitgeschakeld als de snelheidsbe‐
grenzer wordt geactiveerd en het
controlelampje m dooft.
Ingestelde snelheidslimiet Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel kort naar SET/-:
de huidige snelheid wordt als snel‐
heidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet verschijnt op het Driver
Information Center.
249Brandstofkeuzeschakelaar ..........84
Brandstofmeter ............................ 84
Brandstof voor benzinemotoren 165
Brandstof voor rijden op lpg .......166
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................78
Buitenverlichting .........................114
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 76
Code ........................................... 102
Conformiteitsverklaring ...............237
Contactslotstanden ....................133
Controlelampen ............................ 83
Controlelampjes............................ 87
Controle over de auto ................132
Controles .................................... 173
Cruise control ...................... 94, 150
D Dagrijlicht ................................... 116
Dagteller ...................................... 83
Dakbelasting ................................. 72
Dakdrager .................................... 71
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of groot licht ..................114
Dodehoeksysteem ......................163
Draagsysteem achterzijde ............56Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............95
E Eerste hulp ................................... 71
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............80
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 187
Elektronische rijprogramma's ....144
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....92
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 148
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............92
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............125
Erkenning van software ..............240
Event Data Recorders (EDR) .....244
F
Fietsendrager ............................... 56
Flex-Fix-systeem .......................... 56
Frontaal airbagsysteem ...............45
G Geautomatiseerde versnellingsbak .......................141
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..243Geluidssignalen .........................104
Gereedschap ............................. 192
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................70
Gloeilamp vervangen ................178
Gordels ......................................... 39
Gordelverklikker ........................... 90
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Groot licht ............................ 94, 115
H
Halogeenkoplampen .................178
Handgeschakelde modus ..........144
Handgeschakelde versnellingsbak ......................140
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 145, 146
Handschoenenkastje ...................54
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 146
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 51
Inductief opladen ..........................81
Info-Display................................. 100
Info-Displays ................................. 95
Inhouden ................................... 233
251SSchakelen ..................................... 92
Service ....................................... 131
Service-display ............................ 86
Service-indicatie .......................... 91
Service-informatie ...................... 220
Sjorogen ...................................... 70
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................200
Snelheidsbegrenzer ...................152
Snelheidsmeter ............................ 83
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................175
Stadsmodus................................ 149
Startbeveiliging ......................27, 94
Starten en bedienen ...................133
Starthulp gebruiken ...................212
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 39
Stop/Start-systeem .....................135
Storing ....................................... 144
Storingsindicatielamp ..................91
Sturen ......................................... 133
Stuurbedieningsknoppen .............75
Stuurbekrachtiging........................ 92 Stuurwiel verstellen .......................9Stuurwielverstelling ...................... 75
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 166
Te laag brandstofpeil ...................94
Toerenteller ................................. 83
Traction Control .........................147
Trekken....................................... 213
Typeplaatje ................................ 225
U
Uitlaatfilter............................. 93, 139
Uitlaatgassen ............................. 138
Uitrol-brandstofafsluiter .............134
Uitstapverlichting .......................120
Uplevel-display ............................. 95
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 199
Vaste luchtroosters ....................130
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................39
Velgen en banden .....................193
Ventilatie ..................................... 122
Ventilatieopeningen ....................130
Verbanddoos ............................... 71
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16Versnellingsbakdisplay ..............141
Verstelbare luchtroosters ........... 130
Vertraagde uitschakeling stroom 133
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................75
Verwarming ................................. 39
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 122
Verwerking van sloopauto .........172
Verzorging .................................. 216
Verzorging exterieur ..................216
Verzorging interieur ...................219
Vloerafdekking bagageruimte ......68
Voertuiggewicht .........................232
Voertuigidentificatienummer ......224
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorruit ......................................... 30
Voorstoelen .................................. 35
W Waarschuwingslichten ..................83
Werkzaamheden uitvoeren .......173
Wieldoppen ................................ 200
Wiel verwisselen ........................204
Winterbanden ............................ 193
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis- en wasinstallatie achterruit ..77
Wis- en wasinstallatie voorruit .....76
Wisserblad vervangen ...............178