Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-16
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
4. Druk lang op de wielschakelaar om het scherm MENU af te sluiten of gebruik
de wielschakelaar om een andere mo-
dule te selecteren.
“YRC Setting”
Met deze module kunt u de vier YRC-modi
MODE-A, MODE-B, MODE-C en MODE-D
op maat instellen door de instellingsniveaus
(of eventueel de aan/uitstatus) van de
YRC-items PWR, TCS, SCS, LCS, QSS en
LIF aan te passen. Voor YZF-R1M kunt u
de aan elke YRC-modus gekoppelde
ERS-modus selecteren en tevens de instel-
lingsniveaus van de ERS-modi aanpassen. OPMERKING
TCS heeft 9 instellingsniveaus en ERS
heeft 6 modi.
Wanneer er meer selecties (instel-
lingsniveaus of modi) beschikbaar zijn dan in één keer op het scherm kunnen
worden weergegeven, verschijnt een
schuifbalk om aan te geven dat er ex-
tra selecties beschikbaar zijn door te
schuiven.
PWR
Selecteer PWR-1 voor de meest agressie-
ve gasrespons, PWR-2 en PWR-3 voor een
soepelere gasgreep/motorrespons en ge-
bruik PWR-4 op regenachtige dagen of
wanneer u minder mo torvermogen wenst. TCS
Dit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instelllingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole (systeeminterventie) er
wordt toegepast. Er zijn 9 instellingsniveaus
beschikbaar. Instellingsniveau 1 oefent de
minste algehele systeeminterventie uit, ter-
wijl instellingsniveau 9 de meeste algehele
tractiecontrole uitoefent.
OPMERKING
TCS kan alleen worden in- of uitge-
schakeld via het hoofdscherm met be-
hulp van de modusschakelaar.
Wanneer TCS is uitgeschakeld, wor-
den TCS, SCS, LCS en LIF ingesteld
op OFF en kunnen niet worden aange-
past. Wanneer TCS weer wordt inge-
schakeld, keren deze gerelateerde
tractiecontrolefuncties terug naar deeerdere instellingsniveaus.
1. PWR 1
2. PWR 2
3. PWR 3
4. PWR 4
5. Gasklepopening
6. Bediening gasgreep
5
64
3 2
1
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (voor modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-38).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
OPMERKINGAls er geen CCU is geïnstalleerd of als de
CCU niet goed is aangesloten, kan de mo-dule “Logging” niet worden geselecteerd.
2. Selecteer START om te beginnen met registratie.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stoppen, selecteert u STOP of zet u de machine
uit.
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
GPS
1. Registratie-indicator
GPS
1
Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU66533
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan. 4. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpa-
troon) 1. Verwijder stroomlijnpaneel A en pa- neel B. (Zie pagina 7-9.)
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
#4#3#2#1
FUEL TANK
THROTTLE BODY CHARCOAL
CANISTER
ATMOSPHERE
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
3
1
Periodiek onderhoud en afstelling
7-21
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.
Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandopper-
vlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigen-schappen verkrijgt.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door een bandenspecialist
om na te gaan of ze geschikt zijn voor ver-
der gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
Monteer altijd v
oor- en achterban-
den van hetzelfde merk en type.
Verschillende banden kunnen het
weggedrag van de machine veran-
deren, wat kan leiden tot een onge-
val.
Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.
Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om bij hoge rijsnelheden
een te lage bandspanning te voor-komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder
vermelde banden door Yamaha goedge-
keurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitgerust met speciale
banden die geschikt voor zeer hoge rij-
snelheden. Let op het volgende om deze
banden zo effectief mogelijk te kunnen
gebruiken.
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.
Gloednieuwe banden bieden op
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voorband: Maat:120/70 ZR17MC (58W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BATTLAX RA-
CING STREET RS10F
Achterband:
Maat:190/55 ZR17M/C (75W) (YZF-R1)
200/55 ZR17M/C (78W)
(YZF-R1M)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BATTLAX RA-
CING STREET RS10R
VOOR en ACHTER: Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
Periodiek onderhoud en afstelling
7-33
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
geraden om de accubak te verwijderen
of de IMU rechtstreeks te hanteren.
Verwijder of plaats geen vreemde
voorwerpen in of rond de accubak
en breng er geen wijzigingen in aan.
Stel de IMU niet bloot aan harde
schokken en ga voorzichtig te werk
bij hanteren van de accu.
Sluit het ontluchtingsgat van de
IMU niet af en re inig het niet metperslucht.
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-le acculader raakt de accu beschadigd. Om de accu op te bergen
1.
Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt gebruikt,
laad hem volledig bij en zet dan weg op
een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu verwijdert
de sleutel naar “OFF” en haal dan
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
9-1
1
2
3
4
5
6
7
8910
11
12
Specificaties
DAU70621
Afmetingen:Totale lengte:2055 mm (80.9 in)
Totale breedte: 690 mm (27.2 in)
Totale hoogte: 1150 mm (45.3 in)
Zadelhoogte:
855 mm (33.7 in) (YZF-R1)
860 mm (33.9 in) (YZF-R1M)
Wielbasis:
1405 mm (55.3 in)
Grondspeling: 130 mm (5.12 in)
Kleinste draaicirkel: 3.3 m (10.83 ft)Gewicht:Rijklaar gewicht:200 kg (441 lb) (YZF-R1)
201 kg (443 lb) (YZF-R1M)Motor:Verbrandingscyclus:
4-takt
Koelsysteem:
Vloeistofgekoeld
Kleppenmechanisme: DOHC
Cilinderopstelling: In lijn
Aantal cilinders:
4-cilinder
Slagvolume: 998 cm
3
Boring × slag:
79.0 × 50.9 mm (3.11 × 2.00 in)
Compressieverhouding:
13.0 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sumpMotorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type: Geheel synthetisch
SAE-viscositeitsklassen:
10W-40, 15W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: API service type SG of hoger, JASO
MA-norm
Hoeveelheid motorolie:
Olieverversing:3.90 L (4.12 US qt, 3.43 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement:
4.10 L (4.33 US qt, 3.61 Imp.qt)Hoeveelheid koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.25 L (2.38 US qt, 1.98 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Brandstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (gasohol [E10] ac-
ceptabel)
Inhoud brandstoftank:
17 L (4.5 US gal, 3.7 Imp. gal)
Hoeveelheid reservebrandstof: 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:2CR4Bougie(s):Fabrikant/model: NGK/LMAR9E-J
Elektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppeling:Type koppeling:Nat, meervoudige plaatAandrijflijn:Primaire reductieverhouding:
1.634 (67/41)
Eindoverbrenging: Ketting
Secundaire reduc tieverhouding:
2.563 (41/16)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.600 (39/15)
2e: 2.176 (37/17)