
Periodiek onderhoud en afstelling
6-34
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:50.0 A
Hulpzekering 1:
2.0 A
Hulpzekering 2: 2.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Aansluitzekering 2:
2.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 20.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U2PPD3D0.book 34 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分

Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de kuip-
ruit. Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de kuip-
ruit om zeker te zijn dat geen sporen achterblijven op de kuipruit. Als de
kuipruit krasjes vertoont, breng dan
na wassen een hoogwaardige po-
lish voor gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbar e plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de motor is afgekoeld.
LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het
zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
De kuipruit reinigenVermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuiprui-
ten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten ev eneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Na reiniging 1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
U2PPD3D0.book 2 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分

Specificaties
8-3
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
Parkeerlicht: LED
Kentekenverlichting:
5.0 W
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling:
LEDZekering:Hoofdzekering:50.0 A
Hulpzekering 1:
2.0 A
Hulpzekering 2: 2.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Aansluitzekering 2:
2.0 A Koplampzekering:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U2PPD3D0.book 3 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分

10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
910
11
12
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-26
ABS ..........................................................3-20
ABS-waarschuwingslampje .......................3-4
Accu .........................................................6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren........6-29BBagagebandhouders................................3-35
Banden.....................................................6-18
Bougies, controleren ................................6-10
Brandstof..................................................3-24
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ......5-3CClaxonschakelaar ....................................3-18
Contactslot/stuurslot ..................................3-2
Controlelampje grootlicht ...........................3-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes............................3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ...........3-3
Controlelampje startblokkering ..................3-5
Controlelampje tractieregeling ...................3-4DDe motor starten ........................................5-1
Diagnosestekker ........................................9-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ...........................3-18
D-mode (rijmodus ) ...................................3-17FFilterbus ...................................................6-11GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren...................................................6-27
Gegevensregistratie, voertuig ....................9-2 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................... 3-38
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires ........................................... 3-39
Gereedschapsset ...................................... 6-2
Gloeilamp kentek enverlichting,
vervangen ............................................. 6-36
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ............................................. 6-36
HHelmbevestiging ...................................... 3-30
Hoogte van het bestuurderszadel,
afstellen ................................................. 3-28IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................. 5-3KKabels, controleren en smeren................ 6-27
Klepspeling .............................................. 6-18
Koelvloeistof ............................................ 6-14
Koplampen .............................................. 6-35
Koplamphoogte, aanpassen .................... 3-32
Koppelingshendel .................................... 3-19
Kuipruit .................................................... 3-31LLuchtfilterelement .................................... 6-17MMatkleur, let op .......................................... 7-1
Menuschakelaar ...................................... 3-18
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ............................................. 6-29
Modelinformatiesticker............................... 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-11
Multifunctionele meter ............................... 3-5
OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Opbergcompartiment .............................. 3-31
Overloopslang brandstoftank .................. 3-26PPaneel, verwijderen en aanbrengen ......... 6-9
Parkeerlichten ......................................... 6-35
Parkeren.................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-37RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ............................................. 6-28
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren .................................................. 6-27
Remhendel .............................................. 3-20
Remlicht/achterlicht ................................. 6-35
Remlichtschakelaars ............................... 6-22
Rempedaal .............................................. 3-20
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-23
Remvloeistof, verversen.......................... 6-24
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-18SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-18
Schakelen ................................................. 5-2
Schakelpedaal......................................... 3-19
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-34
Selectieschakelaar .................................. 3-18
Serienummer motorblok ............................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ............. 6-5
Spanning aandrijfketting.......................... 6-25
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-4
Stand van het stuur, afstellen.................. 3-32
U2PPD3D0.book 1 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分