
341-1. Voor een veilig gebruik
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Veiligheidsgordels
●Trek  de  schoudergordel  zo  ver
naar  buiten  dat  de  gordel  goed
tegen  de  schouder  aan  ligt  en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
●Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
●Stel  de  rugleuning  af.  Ga  zo
rechtop  mogelijk  in  de  stoel  zit-
ten  met  uw  rug  stevig  tegen  de
leuning.
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak  de  veiligheidsgordel  vast
door  de  gesp  in  de  gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort. 
De  veiligheidsgordel  kan  wor-
den  losgemaakt  door  de  ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden 
de veiligheidsgordel dragen. 
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgrendelknop
1
2
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 34  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

381-1. Voor een veilig gebruik
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
WAARSCHUWING
■Verstelbaar schouderbevestigingspunt
Zorg  ervoor  dat  de  gordel  goed  over  het  midden  van  de  schouder ligt.  De
gordel  mag  niet  tegen  de  nek  aanliggen,  maar  ook  niet  van  uw  schouder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. (→Blz. 35)
■Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
●Zorg  ervoor  dat  de  veiligheidsgordels  niet  beschadigd  raken  doordat  de
riem,  de  gesp  of  de  gordelsluiting  bekneld  raakt  tussen  het  portier  en  de
carrosserie.
●Controleer  het  veiligheidsgordelsysteem  regelmatig.  Let  op  beschadigin-
gen,  zoals  scheuren  en  rafels,  en  op  losse  onderdelen.  Gebruik een
beschadigde  veiligheidsgordel  niet,  maar  laat  hem  zo  snel  mogelijk  ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
●Controleer  of  de  gordel  en  de  gesp  vergrendeld  zijn  en  of  de  gordel  niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
●Laat  de  stoelen,  inclusief  de  veiligheidsgordels,  vervangen  als  de  auto
betrokken  is  geweest  bij  een  ernstig  ongeval,  ook  al  is  er  geen  zichtbare
schade.
●Probeer  de  veiligheidsgordels  niet  zelf  te  plaatsen,  verwijderen,  wijzigen,
demonteren  of  af  te  voeren.  Laat  reparaties  altijd  uitvoeren  door  een
erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  beho-
ren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundige.  Een  onjuiste  behandeling
van de gordelspanner kan de werking in negatieve zin beïnvloeden, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 38  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

661-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
◆Een baby- of kinderzitje plaatsen met behulp van 
een veiligheidsgordel
Plaats  het  baby-  of  kinderzitje  aan  de  hand  van  de  bijgesloten
handleiding.
Als  het  plaatsen  van  een  baby-  of  kinderzitje  op  de  voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, raadpleeg dan Blz. 59 voor het afstel-
len van de voorpassagiersstoel.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. (→Blz. 299)
Voer  de  veiligheidsgordel
door  het  baby-  of  kinderzitje
en  steek  de  gesp  in  de  gor-
delsluiting.  Controleer  of  de
gordel niet gedraaid is. Maak
de  veiligheidsgordel  goed
vast  aan  het  baby-  of  kinder-
zitje  aan  de  hand  van  de  bij-
gesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje niet
is  voorzien  van  een  vergren-
delsysteem  voor  de  veilig-
heidsgordel,  zet  het  zitje  dan
vast met een blokkeerclip.
Beweeg  het  baby-  of  kinderzitje  na  het  plaatsen  naar  achteren
en naar voren om te controleren of het goed vastzit. (→Blz. 67)
1
2
3
4
5
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 66  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

671-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
◆Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met 
een veiligheidsgordel
Druk  de  ontgrendelknop  op  de  gordelsluiting  in  en  laat  de  gordel
helemaal oprollen.
Bij  het  losmaken  van  de  gordelsluiting  komt  het  baby-  of  kinderzitje
mogelijk een stukje omhoog als gevolg van de terugwerking van de zit-
ting.  Maak de  gordelsluiting los terwijl  u  het baby- en  kinderzitje  tegen-
houdt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd de gordel vast, zodat het
oprollen rustig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk gebruikmaken van een blokkeer-
clip. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw
zitje  niet  over  een  blokkeerclip  beschikt,  kunt  u  deze  kopen  bij  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het  niet  in  acht  nemen  van  de  voorzorgsmaatregelen  kan  ernstig letsel  tot
gevolg hebben.
●Laat  kinderen  niet  met  de  veiligheidsgordel spelen.  Als  de  veiligheidsgor-
del  om  de  nek  van  het  kind  draait,  kan  het  kind  stikken  of  ernstig  letsel
oplopen. Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt,
knip de gordel dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer  als  er  een  zitkussen  geplaatst  is  altijd  of  de  schoudergordel
over  het  midden  van  de  schouder  van  het  kind  loopt.  De  gordel  mag  niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 67  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

1082-1. Plug-in hybridesysteem
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Tips voor het rijden met een plug-in 
hybrideauto
◆Effectief gebruik van de EV-modus en de HV-modus
Als  u  de  EV-modus  gebruikt  voor  het  rijden in  stedelijke  gebieden
en  de  HV-modus  voor  het  rijden  op  provinciale  wegen  en  snelwe-
gen, helpt dat brandstof en elektriciteit te besparen. (→Blz. 92)
◆Gebruik van de EV City-modus
In  de  EV  City-modus  wordt  het  motorvermogen  beperkt  en  het
gebruik  van  de  benzinemotor  geminimaliseerd.  Zo  kan  de  auto  in
stedelijke  gebieden  en  dergelijke  uitsluitend  worden  aangedreven
door de elektromotor (tractiemotor). (→Blz. 92)
◆Gebruik van de ECO-rijmodus
Bij  gebruik  van  de  ECO-rijmodus  kan  het  koppel  dat  correspon-
deert met de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelij-
ker  worden  afgegeven  dan  onder  normale  omstandigheden.
Bovendien  wordt  de  werking  van  de  airconditioning  (verwarmen/
koelen)  geminimaliseerd  zodat  er  minder  brandstof  en  elektriciteit
verbruikt wordt. (→Blz. 412)
◆Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust  rijden  is  mogelijk door  de  hybridesysteemindicator
binnen de Eco-zone te houden. (→Blz. 221)
◆Bediening selectiehendel
Zet  de  selectiehendel  in  stand  D  als  u  moet  wachten  bij  een  ver-
keerslicht  of  als  u  in  druk  verkeer  rijdt.  Selecteer  stand  P  wanneer
de auto geparkeerd wordt. Stand N heeft geen positief effect op het
brandstofverbruik.  In  stand  N  werkt  de  benzinemotor,  maar  kan  er
geen  elektriciteit  worden  opgewekt.  Ook  bij  gebruik  van  bijvoor-
beeld de airconditioning wordt het vermogen van het batterijpakket
(tractiebatterij) verbruikt.
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 108  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

2463. Instrumentenpaneel
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
*1: Als  het  instelscherm  is  uitgeschakeld,  wordt  het  weer  weergeven  door  op
 te drukken.
*2: Alleen auto's met linkse besturing
*3: Indien aanwezig
*4: De talen die kunnen worden weergegeven, zijn per regio verschillend.
“Language” 
(taal)*4
“English” (Engels)
Wijzigt  de  taal  die  op  het  scherm
wordt weergegeven.
“Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
 “ ” (Russisch)
“Calendar” 
(kalender)
Dag/maand/jaar
Wijzigt  de  datum  die  wordt  gebruikt
voor  het  registreren  van  de  elektrici-
teits-  en  brandstofverbruiksgege-
vens.
“History Reset” 
(resetten
geschiedenis)
“Eco-Diary 
(Daily)” 
(eco-logboek
(dagelijks))“Yes” (ja)Wist gegevens van “Eco-Diary 
(Daily)” (eco-logboek (dagelijks)). 
(→Blz. 234)
“No”
(nee)
“Eco-Diary 
(Monthly)” 
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” (ja)Wist gegevens van “Eco-Diary 
(Monthly)” (eco-logboek 
(maandelijks)). (→Blz. 234)
“No”
(nee)
“Electricity  Con-
sumption Reset” 
(resetten van 
elektriciteitsver-
bruik)“Yes” (ja)Wist  de  gegevens  van  het  totale
gemiddelde  elektriciteitsverbruik.
(→Blz. 212, 233)
“No” (nee)
“Initialization” 
(initialisatie)“Yes” (ja)Zet de instellingen van het 
instrumentenpaneel weer 
op de standaardinstellingen.
“No” (nee)
OnderwerpInstellingenResultaat van instelling
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 246  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

2814-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
4
Bediening van elk onderdeel
■Als op het multi-informatiedisplay “Smart Entry & Start System Malfunc-
tion  See  Owner’s  Manual”  (Storing  in  Smart  entry-systeem  met  start-
knop; raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren  door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Energiebesparende functie
De  energiebesparende  functie  wordt  geactiveerd  om  te  voorkomen dat  de
batterij  van  de  elektronische  sleutel  en  de  12V-accu  leeg  raken  wanneer  de
auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
●In  de  volgende  situaties  kan  het  enige  tijd  duren  voordat  de  portieren  met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op
een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het  Smart  entry-systeem  met  startknop  is  gedurende  5  dagen  of langer
niet gebruikt.
●Als  het  Smart  entry-systeem  met  startknop  gedurende  14  dagen  of  langer
niet  gebruikt  is,  kunnen  de  portieren  alleen  via  het  bestuurdersportier  wor-
den ontgrendeld. Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast
of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren
te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is ingeschakeld, loopt de batterij veel
minder snel  leeg omdat de  ontvangst van  radiogolven  door  de elektronische
sleutel wordt gestopt.
Druk    twee  keer  in  terwijl  u 
ingedrukt  houdt.  Ga  na  of  het  controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het  Smart  entry-systeem  met  startknop
kan  niet  worden  gebruikt  als  de  energie-
besparende  functie  voor  de  batterij  is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 281  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

2834-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
4
Bediening van elk onderdeel
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs  als  de  elektronische  sleutel  zich  binnen  het  detectiegebied  bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De  elektronische  sleutel  bevindt  zich  te  dicht  bij  de  ruit  of buitenportier-
greep,  te  dicht  bij  de  grond  of  te  hoog  als  de  portieren  worden  vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de vloer of in een por-
tiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de  portiervakken  liggen  wanneer  u  de  auto  verlaat.  Afhankelijk van  de  ont-
vangst  van  de  radiogolven  wordt  door  de  antenne  mogelijk  waargenomen
dat  de  sleutel  zich  buiten  de  auto  bevindt  en  kunnen  de  portieren  worden
vergrendeld  vanaf  de  buitenzijde,  waardoor  de  elektronische  sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden ontgrendeld en ver-
grendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem  mogelijk  worden  gestart  als  de  elektronische  sleutel zich  in  de
buurt van de ruit bevindt.
●De  portieren  worden  mogelijk  ontgrendeld  als  er  een  grote  hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regen-
bui  of  in  een  wasstraat,  wanneer  de  elektronische  sleutel  zich binnen  het
detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer 30 seconden auto-
matisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend en gesloten worden.)
●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen ter-
wijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat
de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunc-
tie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer  u  de  vergrendelsensor  aanraakt  terwijl  u  handschoenen  draagt,
kan  de  reactie  van  het  systeem  trager  zijn  of  worden  de  portieren  mogelijk
niet  ontgrendeld.  Trek  de  handschoenen  uit  en  raak  de  vergrendelsensor
opnieuw aan.
●Sommige  uitvoeringen:  Wanneer  de  vergrendelactie  is  uitgevoerd met  de
vergrendelsensor, worden maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesig-
nalen getoond. Vervolgens worden geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en  ontgrendeld.  Volg  in  dit  geval  de  correctieprocedure  hieronder  bij  het
wassen van de auto.
• Plaats  de  elektronische  sleutel  op  een  afstand  van  ten  minste 2  meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel  de  energiebesparende  functie  voor  de  elektronische  sleutel  in
om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. (→Blz. 281)
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 283  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM