1933-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Als op het multi-informatiedisplay “Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Stori ng in Smart entry-systeem met st art-
knop; raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw aut o direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de
auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de po rtieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op
een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurder sportier wor-
den ontgrendeld. Pak in dat geval de greep van het bestuurdersp ortier vast
of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren
te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is ingeschakeld, loopt de batterij veel
minder snel leeg omdat de ontvangst van radiogolven door de elektronische
sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 193 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
2364-1. Voordat u gaat rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Rijden met de auto
→Blz. 259
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
( → Blz. 268)
Controleer of de schakelstandindicator D aangeeft.
Deactiveer de parkeerrem. (→ Blz. 275)
Laat het rempedaal geleidelijk o pkomen en trap langzaam het gas -
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Trap, terwijl de selec tiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de select iehendel in
stand P. ( →Blz. 269)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. ( →Blz. 275)
Zet de selectiehe ndel in stand P. (→Blz. 269)
Controleer of de positie-indicator P aangeeft.
Druk op de startknop om het hybridesysteem te stoppen.
Laat het rempedaal langzaam opkomen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elek tro-
nische sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken .
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
Starten van het hybridesysteem
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
Parkeren van de auto
1
2
3
1
2
1
2
3
4
5
6
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 236 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
259
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Startknop
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op
het multi-informatiedisplay weerge-
geven.
Wanneer stand N geselecteerd is,
kan het hybridesysteem niet wor-
den gestart. Zet de selectiehendel
in stand P wanneer u het hybride-
systeem start. ( →Blz. 269)
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand van het contact worden
gestart.
Controleer of het contro lelampje READY brandt.
Als het controlelampje READY eerst knippert en vervolgens blijf t branden
en de zoemer klinkt, dan start het hybridesysteem normaal.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Als het controlelampje READY brandt, kunt u wegrijden, zelfs als de ver-
brandingsmotor niet draait. (De benzinemotor start of stopt aut omatisch in
overeenstemming met de toestand van de auto.)
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektronis che
sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de stan d
van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 259 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
2604-2. Rijprocedures
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (→Blz. 275)
Zet de selectiehendel in
stand P. ( →Blz. 269)
Controleer of de schakelstandindi-
cator P aangeeft. ( →Blz. 268)
Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt.
Laat het rempedaal langzaam opkomen en controleer of er niets
meer wordt weergegeven op het display in het instrumentenpaneel .
De weergave van het instrumentenpaneel dooft nadat het hybridesysteem
is uitgeschakeld. (→Blz. 263)
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 260 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
2634-2. Rijprocedures
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Weergave instrumentenpaneel
Wanneer het contact UIT wordt gezet, zal elke weergave als volg t doven.
● De positie-indicator dooft na ongeveer 2 seconden.
● Het multi-informatiedisplay, de klok, enz. doven na ongeveer 30 seconden.
(Elke weergave dooft ook direct als een portier wordt vergrende ld voordat er
30 seconden zijn verstreken.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 646
WAARSCHUWING
■ Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesys teem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten
van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij erns tig letsel kan
ontstaan.
■ Uitschakelen van het hybri desysteem in noodgevallen
● Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wi lt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. ( →Blz. 585)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve i n geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrach-
tiging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan
dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit vei lig kan.
● Als de startknop wordt bediend terwijl de auto rijdt, verschijn t er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informatiedisplay en klinkt er ee n zoemer.
● Druk op de startknop om het hybridesysteem opnieuw te starten nadat dit
ten gevolge van een noodsituatie tijdens het rijden is uitgesch akeld. Wan-
neer u na het tot stilstand brengen van de auto het hybridesyst eem
opnieuw start, zet dan de selectiehendel in stand P en druk ver volgens de
startknop in.
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 263 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
4074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Voorwaarden starten werking
Wanneer het controlelampje OFF van het intelligen
te sonarsysteem
niet brandt of knippert ( →Blz. 412, 593) en aan alle onderstaande
voorwaarden wordt volda an, werkt het systeem.
Restrictieregeling vermogen hybridesysteem
●Het intelligente sonarsy steem is ingeschakeld.
● De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
● Er bevindt zich een obstakel in de rijrichting van de auto (2 -
4 m naar voren).
● Het systeem stelde vast dat er harder dan normaal moest wor-
den geremd om een aanrijding te voorkomen.
Remregeling
● De restrictieregeling van het v ermogen van het hybridesys-
teem wordt uitgevoerd.
● Het systeem stelde vast dat een noodstop noodzakelijk was
om een aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden beëindigen werking
In de volgende situaties st opt het systeem met werken.
Restrictieregeling vermogen hybridesysteem
●Het intelligente sonarsysteem is uitgezet (gestopt).
● De aanrijding kon worden vo orkomen met normaal remmen.
● Het obstakel bevindt zich niet langer in de rijrichting van de
auto (2 - 4 m naar voren).
Remregeling
●Het intelligente sonarsysteem is uitgezet (gestopt).
● Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de
remregeling tot stilstand is gebracht.
● Het rempedaal werd ingetrapt nadat de auto door de remrege-
ling tot stilstand is gebracht.
● Het obstakel bevindt zich niet langer in de rijrichting van de
auto (2 - 4 m naar voren).
Werkingsvoorwaarden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 407 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
4234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)
Neem een normale zithou-
ding aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te
gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het
gebied voor en rondom de
auto veilig is en rijd lang-
zaam vooruit terwijl u de rij-
snelheid regelt met het
rempedaal. Vervolgens klinkt
een hoog piepsignaal en
gaat tegelijkertijd een indica-
tor op het instrumentenpa-
neel branden, waarna de
ondersteuningsregeling start.
●Wanneer de automatische bediening van het stuurwiel begint,
worden de weergave van de automatische bediening van het
stuurwiel ( →Blz. 419) en de indicator die de mate van assis-
tentie aangeeft ( →Blz. 419) op het display weergegeven.
● Druk op de toets van de S-IPA om de ondersteuningsregeling
te stoppen.
● Wanneer de rijsnelheid te hoog is , klinkt er een schril piepsig-
naal en stopt de ondersteuningsregeling. ( →Blz. 420)
● Als na het starten van de ondersteuningsregeling de ruimte te
smal blijkt te zijn, klinkt er een schril piepsignaal en stopt de
ondersteuningsregeling.
Breng de auto tot stilstand
wanneer een gelijkmatig
piepsignaal te horen is en de
stopweergave ( →Blz. 419)
op het display wordt weerge-
geven.
Zet de selectiehe ndel in stand R.2
3
4
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 423 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM
4284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE)■
Overzicht van functies
Wanneer er een parkeerplaats kan worden gesignaleerd, wordt u
naar voren begeleid tot u de startpositie voor de ondersteuning
s-
regeling hebt bereikt. Vervolgens kan de modus fileparkeren wor -
den gebruikt. Bovendien wordt er afhankelijk van de parkeerplaa ts
en andere omstandigheden en indien nodig ondersteuning ver-
leend bij het maken van meerdere keermanoeuvres.
Blijf naar voren rijden en
houd daarbij de auto parallel
aan de stoeprand of de weg.
Stop op het punt waarbij het
midden van de beoogde par-
keerplaats vrijwel haaks op
de auto staat. Druk vervol-
gens 1 keer op de toets van
de S-IPA om de modus file-
parkeren te selecteren.
Rijd recht vooruit en blijf
daarbij parallel aan de weg of
stoeprand, zodat de parkeer-
plaats wordt gesignaleerd.
Er is een geluid te horen en
er wordt een display weerge-
geven om u te laten weten
wanneer de auto een positie
bereikt vanaf waar onder-
steuningsregeling kan wor-
den gebruikt om achteruit te
rijden. Wanneer vervolgens
de schakelstand wordt gewij-
zigd overeenkomstig de aan-
wijzingen van het systeem,
begint de automatische
bediening van het stuurwiel.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de weg (afstand tot de rand van
de weg tegenover de parkeerplaats) smal is of als er zich obsta kels voor
de auto bevinden, wordt er geen begeleiding gegeven.
Fileparkeren (modus fileparkeren)
1
2
3
PRIUS_OM_OM47B56E_(EE).book Page 428 Friday, July 29, 2016 1 1:35 AM