94
ion_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
De waarschuwing voor een te lage
bandenspanning is alleen betrouwbaar als het
systeem wordt gereset op het moment dat de
vier banden de juiste spanning hebben.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren of monteer na
een lekke band het wiel met de originele
velg, dat is voorzien van een sensor.
U kunt het systeem resetten via het display van
het instrumentenpaneel, bij aangezet contact
en stilstaande auto.
F
D
ruk op de knop A om de functie te
selecteren.
F
H
oud vervolgens de knop A minimaal
3 seconden ingedrukt om het
bandenspanningscontrolesysteem te
resetten.
Het knipperen van het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat het systeem
wordt gereset.
Als u vervolgens ongeveer 100 meter hebt
gereden, dooft het verklikkerlampje.
Storing
Als het verklikkerlampje "te lage bandenspanning"
knippert en vervolgens permanent brandt, duidt
dit op een storing in het systeem.
in dat geval wordt de bandenspanning niet
meer gecontroleerd.
Deze waarschuwing wordt ook weergegeven
als:
-
e
en of meer wielen niet zijn voorzien van
een sensor,
-
d
raadloze apparatuur die gebruikmaakt
van dezelfde golflengte zich in de buurt van
de auto bevindt,
-
s
neeuw of ijs zich heeft opgehoopt in de
wielkasten of op de velgen,
-
d
e spanning van de batterij van het
bandenspanningscontrolesysteem
onvoldoende is,
-
d
e identificatiecodes van de druksensoren
van de velgen niet zijn opgeslagen door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Alle reparaties aan een wiel dat met dit
systeem is uitgerust en het vervangen
van een band moeten worden
uitgevoerd door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de tweede in het systeem
opgeslagen set banden is gemonteerd,
wordt de waarschuwing voor een
storing weergegeven zolang de tweede
set niet in het configuratiemenu is
geselecteerd.
Rijden
95
ion_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Selecteren van de set
banden
Via het display van het instrumentenpaneel
kunt u, bij aangezet contact en stilstaande auto,
de desbetreffende set banden selecteren.
Controleer na de montage van de
nieuwe set banden of de banden de
juiste spanning hebben (vermeld op
de bandenspanningssticker). Breng de
banden indien nodig op de juiste spanning.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de identificatie van
de auto.
De spanning van de banden van de nieuwe
set wordt door het systeem automatisch
als referentiespanning opgeslagen (het
verklikkerlampje te lage bandenspanning
knippert tijdens deze bewerking).
Als u een tweede set banden in het systeem
hebt laten opslaan door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats, moet u
elke keer dat een set banden (winterbanden
bijvoorbeeld) is gewisseld, de set die zojuist
is gemonteerd in het configuratiemenu
selecteren.
F
D
ruk op de knop A om de functie te
selecteren.
F
H
oud vervolgens de knop A langer dan
10 seconden ingedrukt om in plaats van
de set banden nummer 1 de set banden
nummer 2 te selecteren, of omgekeerd.
6
Rijden
145
ion_nl_Chap10a_RDE2_ed01-2016
Autoradio / Bluetooth®
inhoud
Basisfuncties 1 46
Radio
14
7
Media
149
Telefoon
152
Audio-instellingen
155
Configuratie 156
Menustructuur/menustructuren display(s)
1
57
Veelgestelde vragen
1
58
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het systeem zichzelf, na het
inschakelen van de eco-mode, uit om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
na h
et losnemen van de accukabels moet een code ingevoerd
worden om de radio weer te kunnen gebruiken.
U kunt maximaal vijf pogingen doen om de code in te voeren. Bij
de laatste twee pogingen moet u 15
minuten wachten voordat u
een nieuwe poging kunt doen.
Aan het eind van dit document vindt u de sticker met de code:
.
Audio en telematica
147
ion_nl_Chap10a_RDE2_ed01-2016
Radio
Selecteren van een zender
Selecteren van een zenderBeheren van een lijstInvoeren van een frequentie
Druk een paar keer achter elkaar
op
SRC/TEL om het golfbereik FM1
of FM2 te kiezen.
Houd één van de toetsen ingedrukt
om de zender waar u naar luistert
in het geheugen op te slaan. De
naam van de zender verschijnt
op het display en er klinkt een
geluidssignaal ter bevestiging.
Druk op een van de toetsen om de
desbetreffende zender te selecteren. Selecteer "Radio"
.
Selecteer "Invoer freq." .
Druk op + ,
of druk op - om de gewenste frequentie
te selecteren.
Druk kort op een van de toetsen om
naar de volgende of vorige letter te
gaan.
Houd LIST
even ingedrukt om een
nieuwe lijst met voorkeuzezenders te
maken; de radio-ontvangst wordt dan
tijdelijk onderbroken. Druk op LIST voor een overzicht
van de opgeslagen zenders in
alfabetische volgorde.
Selecteer met een van de toetsen de
gewenste radiozender.
Bevestig met "OK" .
Bevestig met "OK".
De omgeving waarin u rijdt (bergen,
hoge gebouwen, bruggen, tunnels enz.)
kan leiden tot een slechte ontvangst,
ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft
niets te maken met een storing in de
radio. Druk op MENU
.
.
Audio en telematica
151
ion_nl_Chap10a_RDE2_ed01-2016
Gebruik uitsluitend USB-sticks met FAT32-
formaat (File Allocation Table).
Om problemen bij het gebruik van de apparatuur
te voorkomen is het raadzaam uitsluitend gebruik
te maken van originele Apple
® USB-kabels.
Op een CD kunt u maximaal 255 MP3 -bestanden
zetten, verdeeld over maximaal 192 afspeellijsten
op maximaal 8 niveaus. Wij raden echter aan om
ze over hooguit 2 niveaus te verdelen om de duur
van het lezen van de CD beperkt te houden.
Bij het lezen van de CD wordt de menustructuur
genegeerd.
Sluit geen externe harde schijf of USB-apparaten
die niet bestemd zijn voor audioweergave aan
op de USB-poort; hierdoor zou namelijk de
audio-installatie beschadigd kunnen raken.
Het gebruik van een USB-splitter kan
storingen in het systeem veroorzaken.
Bluetooth® streaming audio
Met streaming audio kunt u muziekbestanden
op uw telefoon via de luidsprekers van de
audio-installatie in de auto beluisteren.
Maak een verbinding met de telefoon: zie de
rubriek " Telefoon ".
Selecteer de telefoon die u wilt gebruiken in het
menu " Bluetooth: Audio ".
Het audiosysteem wordt automatisch
verbonden met de zojuist gekoppelde telefoon.
Via de toetsen op het bedieningspaneel van de radio en
de bediening op het stuur wiel kunt u op de gebruikelijke
wijze de muziekstukken aansturen**. De informatie over de
muziekstukken kan op het display worden weergegeven.
Kies Streaming-audio als geluidsbron
door op de toets SRC/TEL te
drukken*.
De kwaliteit van de weergave is afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal van de telefoon.
*
i
n s
ommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetsenbord worden
geactiveerd.
** Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Aansluiten van Apple®-spelers
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
Het bedienen van de randapparatuur gebeurt
via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
.
Audio en telematica
154
ion_nl_Chap10a_RDE2_ed01-2016
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het display.
U kunt ook op MENU drukken,
vervolgens "Telefoon" selecteren, dan
"Bellen" en ten slotte "Oproep info"
voor een overzicht van de gesprekken.
De lijst bevat alle verzonden en ontvangen
gesprekken die vanuit de auto met de
aangesloten telefoon zijn gevoerd.
U kunt ook rechtstreeks met de telefoon
bellen, zoek in dat geval altijd eerst een
veilige parkeerplaats op voordat u gaat
bellen.
Bellen
Laatst gekozen nummers*
Kies het gewenste nummer uit
de lijst: "Gemiste oproepen",
"Gekozen nummers" of
"Beantwoorde oproepen" .
Houd de toets SRC/TEL
ingedrukt tot
de lijst met gesprekken verschijnt.
Druk op SRC/TEL.
de toets SRC/TEL ingedrukt te
houden.
of
of
of
na
vigeren door de lijst met
gesprekken.
Bevestig met "OK" . Bevestig met "OK"
om het nummer
te bellen. Druk op een van deze toetsen om de
vorige of volgende pagina van de lijst
weer te geven.
*
A
fhankelijk van de specificaties van de
telefoon. selecteer "J A"
om het gesprek aan
te nemen,
selecteer "NEE" om het gesprek te
weigeren.
U kunt een gesprek ook weigeren
door de terugtoets
Audio en telematica
157
ion_nl_Chap10a_RDE2_ed01-2016
Menustructuur/menustructuren display(s)
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
4
4
Directory
Scrollende tekstDeutsch
it
aliano
Español
Português
Русский
Celsius English
ne
derlands
Français
Português-Brasil
Türkçe
Fahrenheit
Oproep info
Gemiste oproepen
Gekozen nummers
Ontvangen oproepen
Radio Telefoon
Bluetooth
Instelling
RDS
TXT
Invoer freq.
Media
Normaal
Alle random TA Bellen
Bluetooth beheer
Eenheid
Zoeken
Weergave Ta a l
Versie
Systeem
Status telefoon
11
1
1
22
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
2
MENU
Random
Herhaling
TA2
2
2
.
Audio en telematica
160
ion_nl_Chap10a_RDE2_ed01-2016
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door de
CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden
gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend. -
Controleer of de CD met de juiste zijde
boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze
zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te laten
afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag.
Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met het formaat
FAT32
(Files Allocation Table 28 bits).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten als
een verbinding met een andere
telefoon wordt verbroken.Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig
verbinding maken.Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
Audio en telematica