35
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl).
U kunt bij stilstaande auto de eenheid
voor snelheid wijzigen via het
configuratiemenu.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Uitvoering met monochroom
display
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
De lichtsterkte van de verlichting van de
instrumenten en bedieningselementen kan
worden afgesteld. F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los als de laagste
stand van de lichtsterkte is bereikt
en druk nogmaals op de knop om
de lichtsterkte te verhogen.
Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel
Uitvoering met touchscreen
Hiermee kan de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of
uitgeschakeld. of
F
L
aat de knop los als de hoogste stand van
de lichtsterkte is bereikt en druk nogmaals
op de knop om de lichtsterkte te verlagen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
F
D
ruk op deze knop.
1
Instrumentenpaneel
37
Op 0 zetten van de dagteller
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers). Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentane
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens
het rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid(km/h of mph) Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Teller Stop & Start
F Druk langer dan twee seconden op de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar wanneer het
gewenste traject wordt weergegeven.
Trajecten "1 " en "2" zijn onafhankelijk en
kunnen op dezelfde manier worden gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen
en via traject " 2" maandelijkse berekeningen
worden uitgevoerd.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
1
Instrumentenpaneel
38
Monochroom display C
WeergaveToetsen
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt
het volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e informatie van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree set,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
uitrusting van de auto.
Druk op het bedieningspaneel van de autoradio op:
F d e toets " MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling
af te breken.
Hoofdmenu
F Druk op de toets MENU :
- "Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Verbindingen",
-
"
Persoonlijke instelling - configuratie",
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets " OK" te drukken.
Menu "Multimedia"
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u via dit menu de functies van
de radio (Zendervolgsysteem (RDS),
Volgsysteem digitale zender/FM,
Zenderinfo (TXT)) in- of uitschakelen
en kunt u kiezen op welke manier de
media moeten worden afgespeeld
(Normaal, Shuffle, Shuffle uitgebreid,
Herhaling).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Multimedia" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Telefoon"
Als de autoradio is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunt u
het gesprekkenlogboek weergeven
en de adresboeken van de telefoon
opvragen.
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Telefoon" de rubriek "Audio en telematica".
Instrumentenpaneel
39
Menu "Verbindingen"
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u via dit menu een Bluetooth-
apparaat aankoppelen (telefoon,
mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree,
audiobestanden afspelen).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Verbindingen" de rubriek "Audio en
telematica".
Menu "Persoonlijke
instelling - configuratie"
Als dit menu is geselecteerd, hebt u
toegang tot de volgende functies:
-
"
Parameters van de auto
instellen",
-
"Taalkeuze",
-
"
Configuratie display".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden
(afhankelijk van de uitvoering):
-
"
Toegang tot de auto" :
•
"Afstandsbd.".
Raadpleeg voor meer informatie over de
afstandsbediening en in het bijzonder over de
selectieve ontgrendeling van het bestuurdersportier
de rubriek "Toegang tot de auto".
- "Comfort" :
• " Ruitenw. aan bij achteruit".
Raadpleeg voor meer informatie over de
ruitenwissers de rubriek " Verlichting en
zic ht ".
•
"Parkeerhulp".
Raadpleeg voor meer informatie over de
parkeerhulp de rubriek "Rijden".
•
"
Detectie verslapping aandacht".
Raadpleeg voor meer informatie over de
detectie verslapping aandacht de rubriek
"Rijden".
-
"
Hulp bij het rijden" :
•
"
Autom. noodremfunctie".
Raadpleeg voor meer informatie over
Active Safety Brake de rubriek "Rijden".
•
"Snelheidsadviezen".
Raadpleeg voor meer informatie over de
snelheidslimietherkenning de rubriek
"Rijden".
•
"Bandenspanning".
Raadpleeg voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem en
in het bijzonder over het resetten er van de
rubriek "Rijden".
Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display en het
instrumentenpaneel worden geselecteerd uit
een lijst van talen.
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende instellingen:
-
"
Keuze van eenheden",
-
"
Datum en tijd instellen",
-
"
Instellingen display",
-
"Lichtsterkte".
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om de te
wijzigen instelling te selecteren. Bevestig
door op OK te drukken, wijzig de instelling
en bevestig opnieuw om de wijziging op te
slaan.
F
P
as de instellingen één voor één aan en
bevestig met de knop OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" en ver volgens
op de knop OK om het vakje OK te
selecteren en bevestig of druk op de knop
Terug om te annuleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.
1
Instrumentenpaneel
58
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het ver vangen van de batterij of in het geval
van een storing moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden.
Zonder centrale vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- storing van de centrale vergrendeling;
-
a
ccu losgekoppeld of ontladen.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de
voorzijde om de auto te ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F T rek aan de binnenportiergreep van het
portier.
Vergrendelen
Vervangen van de batterij
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat u de batterij
moet vervangen.
F
O
pen de portieren.
F
C
ontroleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is. Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in het
gat en beweeg, zonder de sleutel te draaien,
de pal zijwaarts richting de binnenzijde van
het portier.
F
V
er wijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
F
S
luit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR1620/3 V. Uitvoering met Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR2032/3 V.
F
W ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats een nieuwe batterij met de juiste
polariteit in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
Na het ver vangen van de batterij moet de
afstandsbediening worden gesynchroniseerd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het synchroniseren van
de afstandsbediening.
Toegang tot de auto
109
F Voor uitschakelen van de programmeer functie drukt u op de toets 4
tot de melding " OK" verschijnt.
Als tijdens deze handelingen de melding
" FA I L " verschijnt, is het signaal niet
ontvangen. Herhaal de procedure nadat u
de positie hebt gewijzigd.
Uitschakelen van de verwarming
F Druk op de toets 5 .
Wijzigen van het
ver warmingsniveau
Het systeem heeft 5 verwarmingsniveaus: C1
(laagste niveau) tot en met C5 (hoogste niveau).
F
D
ruk, nadat de het ver warmingsniveau is
weergegeven met toets 1 , gelijktijdig op de
toetsen 4 en 5 .
De letter " C" knippert.
Dit symbool zal verdwijnen.
Dit symbool blijft weergegeven
worden.
Dit verklikkerlampje gaat uit. F
W
ijzig het verwarmingsniveau door op de
toets 1 te drukken.
F
D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om het
geselecteerde niveau op te slaan. De letter " C" verschijnt.
De ingestelde waarde worden door
de nieuwe invoer overschreven.
De
geprogrammeerde tijden worden
opgeslagen tot de volgende wijziging.
Als de starttijd is geactiveerd, kan het
verwarmingsniveau niet worden gewijzigd.
Deactiveer dan eerst de starttijd.
Storingen
Als de programmeerbare extra verwarming niet
werkt, neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van de batterij
De afstandsbediening wordt gevoed door een
meegeleverde 6V-28L-batterij.
Als de batterij moet worden ver vangen, wordt
dit aangegeven op het display.
F
M
aak de behuizing los.
F
V
er vang de batterij; let daarbij op de
polariteit.
F
S
ynchroniseer de afstandsbediening.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van
de accukabels of het ver vangen van de
batterij van de afstandsbediening moet de
afstandsbediening worden gesynchroniseerd.
F
D
ruk binnen 5 seconden na het aanzetten
van het contact op de toets 4 en houd de
toets 1 seconde ingedrukt. Als het synchroniseren is gelukt, wordt de
melding " OK" weergegeven op het display
van de afstandsbediening.
Als het niet is gelukt, wordt de melding
" FA I L " weergegeven.
F
V
oer de handelingen nogmaals uit.Gooi lege batterijen niet weg,
maar lever ze in bij een speciaal
verzamelpunt.
3
Ergonomie en comfort
111
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt en is voorzien van een make-
upspiegel met verlichting.
Dashboardkastje
F Trek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
F
O
pen als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes. Hierin bevindt zich de schakelaar A voor het
uitschakelen van de passagiersairbag.
Het dashboardkastje biedt tevens toegang
tot de behuizing voor de patronen van de
parfumeur B.
Rijd nooit met een geopend dashboardkastje
als er iemand op de voorpassagiersstoel zit
- bij een noodstop of een aanrijding kan dit
leiden tot ernstig letsel!
Aansteker/12V-
aansluiting(en)
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik de aansteker direct terug.
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
F
O
m de aansteker te gebruiken deze
indrukken en enkele seconden wachten tot
de aansteker uit zichzelf naar buiten springt.
F
V
er wijder, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, de aansteker en sluit een
geschikte adapter aan.
3
Ergonomie en comfort
119
12V-aansluiting
F Open, wanneer u een 12V-apparaat (maximaal vermogen: 120 W) wilt aansluiten,
het kapje en sluit een geschikte adapter aan.
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
UitklaptafeltjesZonneschermen voor de zijruiten
Beweeg het zonnescherm altijd
voorzichtig omhoog of omlaag met de lip.
F
G
ebruiken: beweeg het tafeltje zo ver
mogelijk naar beneden, tot het in de laagste
stand vergrendeld is.
F
O
pbergen: klap het tafeltje omhoog, voorbij
het zware punt, tot in de hoogste stand.
Vergeet niet het tafeltje aan
passagierszijde in te klappen alvorens de
stoel in de "tafelstand" te zetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de voorstoelen en
in het bijzonder over het in de "tafelstand"
zetten van de rugleuning.
Plaats geen zware of harde voor werpen
op de tafel.
Ze kunnen bij een noodstop of een aanrijding
veranderen in gevaarlijke projectielen.
De zonneschermen voor de zijruiten van de 2e
zitrij beschermen het interieur tegen de zon.
F
T
rek aan het middelste lipje om het
zonnescherm uit te rollen.
F
B
evestig de klem van het zonnescherm aan
de haak.
3
Ergonomie en comfort