Inleiding91m VOL
Indrukken: Infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 11
Draaien: volume
aanpassen ............................ 11
2 MENU SELECT
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 13
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audio- of
navigatiemenu openen .........13
3 BACK
Menu: een niveau terug ........13
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........13
4 HOME
Ga naar startpagina ..............135H
Radio: vooruit zoeken ...........21
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 28
6 I
Radio: achteruit zoeken ........21
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............28
7 SRC (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
USB ....................................... 27
Bluetooth ............................... 27
AM ......................................... 21
FM ......................................... 21
DAB ....................................... 21
AUPEO ®
................................ 308 q
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 64
9 DEST
Navigatiebestemmin‐
genmenu openen ..................39
10 NAV
Kaart weergeven ..................36
Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem kan op
verschillende manieren worden
bediend.
Invoer kan plaatsvinden via: ● De centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 8
● Het aanraakscherm 3 13
● Bedieningsknoppen op het stuur 3 8
● Het spraakherkenningssysteem 3 52
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden alleen de meest recht‐
streekse manieren voor de menube‐
diening beschreven. In sommige
gevallen kunnen er andere opties
zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X VOL terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X VOL . De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐ steld:
● Het maximale inschakelvolume 3 17
● Het volume voor verkeersberich‐ ten 3 17
● Het volume van de navigatiebe‐ richten 3 36Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 17 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op q voor het dempen van de
audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai X VOL aan of druk weer op q.
Bedieningsstanden Audiospelers
Druk steeds op SRC om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, AUPEO, USB,
Bluetooth of DAB om te schakelen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● USB-poort 3 27
● Audio via Bluetooth 3 27
● AM-radio 3 21
● FM-radio 3 21
● DAB-radio 3 25
● AUPEO 3 30
Externe apparaten27Externe apparatenAlgemene informatie....................27
Audio afspelen ............................. 28
Afbeeldingen weergeven .............29
Apps gebruiken ............................ 30Algemene informatie
Er zit een aansluiting voor externe
apparaten in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon en droog.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-apparaat of smartphone
aansluiten. Het Infotainmentsysteem
kan muziekbestanden of afbeeldin‐ gen op randapparatuur weergeven.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het
Infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
28Externe apparatenEen apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 62.
Bestandsindelingen
Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐ teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden
ondersteund.
Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
kan worden veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen
zijn .jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.
De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote
De Gracenote database bevat infor‐ matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐ note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch
gecorrigeerd. Hierdoor kunnen
mediazoekresultaten beter worden.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens Instellingen .
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens Gracenote-opties .
Activeer de normailsatiefunctie van Gracenote.Audio afspelen
Afspelen starten Indien niet aangesloten, sluit het
apparaat aan 3 27.
Druk op HOME en selecteer dan
USB of Bluetooth .
Voorbeeld: hoofdmenu USB
Functietoetsen
De mediabestanden op de USB- en Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het Infotainmentsysteem
worden bediend.
Externe apparaten29Naar vorige of volgende track
springen
Druk één of meerdere keren op I of
H om naar de vorige of volgende
track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd I of H ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Audiomenu's
Selecteer voor het betreffende audi‐
omenu Instellingen .
Let op
Niet alle menuopties zijn beschik‐ baar in alle audiomenu's.Functie Willekeurige volgorde
Selecteer Menu om het USB- of Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Activeer Door elkaar voor het afspe‐
len van de tracks op het betreffende apparaat in willekeurige volgorde.
Deactiveer Door elkaar om naar de
normale afspeelvolgorde terug te
keren.
Zoeken
(alleen beschikbaar in USB-menu's)
Selecteer één van de menuopties,
bijv. Mappen , Afspeellijsten of
Albums , om naar een track in de
structuur te zoeken.
Zoek in de structuur totdat u de
gewenste track heeft gevonden.
Selecteer de track om het afspelen te
starten.
Specifieke afspeellijsten
In het systeem kunt u via de Grace‐
note functie nieuwe afspeellijsten
aanmaken. Gelijksoortige tracks
worden samen op een automatisch
door het systeem gegenereerde lijst
gezet.Selecteer de track rond welke u een
nieuwe afspeellijst wilt aanmaken.
Selecteer Vergelijkbare nummers
afspelen... in het betreffende audio‐
menu. Een nieuwe afspeellijst wordt
aangemaakt en in Afspeellijsten
opgeslagen.
Selecteer Afspeellijst verwijderen
voor het wissen van een door het systeem gegenereerde afspeellijst.
Er verschijnt een lijst met alle gege‐
nereerde afspeellijsten. Selecteer de
afspeellijst die u wenst te wissen. De
afspeellijst wordt gewist.
Afbeeldingen weergeven Afbeeldingen bekijkenSluit een USB-apparaat aan 3 27.
Druk op HOME en selecteer daarna
Afbeeldingen om het menu Foto-
viewer USB te openen.
Er verschijnt een lijst met alle afbeel‐
dingen en afbeeldingenmappen op
het USB-apparaat.
30Externe apparatenDoorzoek de afbeeldingen en
mappen totdat u de gewenste afbeel‐ ding hebt gevonden en selecteer
deze. De afbeelding wordt weergege‐
ven.
Functietoetsen
Toets Info
Selecteer Info onder aan het scherm
om informatie over de afbeelding op
het USB-apparaat weer te geven,
bijv. een naam of nummer. De betref‐
fende informatie verschijnt op het
afbeeldingsscherm.
Naar de vorige of volgende
afbeeldingen springen
Selecteer < of > onder aan het
scherm om de vorige of volgende
afbeelding weer te geven.
Diavoorstelling
Selecteer voor het starten van een
diavoorstelling van alle afbeeldingen
in de betreffende afbeeldingenmap
6 onder aan het scherm. De diavoor‐
stelling wordt gestart.
Wanneer de diavoorstelling begint,
verandert 6 in Q.
Selecteer Q om de diavoorstelling te
onderbreken.
Afbeelding draaien
Selecteer R onder aan het scherm
om de afbeelding te draaien.
Menu Afbeeldingen Selecteer voor weergeven van het
afbeeldingenmenu Menu onder aan
het scherm.Hoofdmenu afbeeldingenviewer
Selecteer Hoofdmenu foto-viewer om
een lijst met alle afbeeldingenmap‐ pen weer te geven, zie bovenstaand.
Timer diavoorstelling
Selecteer Timer Diashow voor het
aanpassen van de tijd gedurende
welke een afbeelding in een diavoor‐
stelling verschijnt. Het betreffende
submenu verschijnt. Selecteer de
gewenste optie.
Afbeeldingen in willekeurige volgorde Activeer Shuffle foto's voor het weer‐
geven van de afbeeldingen van een
diavoorstelling in willekeurige volg‐
orde.
Apps gebruiken Via smartphone kunt u de interactieve
radio-app AUPEO gebruiken.
Externe apparaten31Let op
Afhankelijk van de gekozen account
zijn er verschillende opties en func‐
ties beschikbaar:
● Normale account, gratis
● Premium account met extra func‐
ties, tarief verschuldigd aan
Aupeo
De smartphone verbinden
Verbind de smartphone als deze niet
met het Infotainmentsysteem verbon‐ den is:
● iPod ®
/iPhone ®
: verbind het appa‐
raat met de USB-poort 3 27.
● Android ™ phone: breng een
Bluetooth-verbinding tot stand
3 62.
De app downloaden Let op
Voordat een app met de bedienings‐
organen en menu's van het Infotain‐ mentsysteem kan worden gebruikt,
moet de betreffende app op de
smartphone worden geïnstalleerd.Download de app AUPEO op uw
smartphone vanuit de betreffende
app store.
De app starten
Druk op HOME en selecteer AUPEO
op het startscherm.
Er wordt verbinding met de app op de smartphone tot stand gebracht en het
hoofdmenu van de applicatie
verschijnt op het display van het Info‐
tainmentsysteem.
Functietoetsen
Gebruik om persoonlijke radioversies te maken de functietoetsen.
Selecteer v om naar een andere
song te gaan.
Selecteer om de songs persoonlijk te
beoordelen ❤ (leuk) of ⊘ (niet leuk).
Selecteer om een song aan de favor‐ ietenlijst toe te voegen f.
Zenderlijst AUPEO Druk op HOME en selecteer AUPEO.
Draai aan MENU SELECT om de
AUPEO Zenderlijst weer te geven.
Favorieten
Selecteer voor toegang tot de naar
uw smaak aangepaste zenders,
mixes en webradio's die u al als favor‐ ieten hebt geselecteerd Favorieten.
Selecteer de gewenste favoriet uit de
lijst.
Muziekselectie
In de andere submenu's vindt u
verschillende categorieën voor
muziekselectie.
74TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 39
Afbeeldingen ................................ 29
Afbeeldingen weergeven ..............29
Afbeeldingsbestanden ..................27
Afbeelding via USB activeren .......29
Algemene aanwijzingen .....6, 33, 61
Algemene informatie ..............27, 52
Bluetooth-muziek ......................27
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 33
Radio ......................................... 21
Telefoonportal ........................... 61
USB ........................................... 27
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps ............................................. 30
Apps gebruiken............................. 30
Audio afspelen .............................. 28
Audiobestanden ........................... 27
Audio via USB activeren ...............28
AUPEO ......................................... 30
Automatisch volume .....................17
B BACK-toets ................................... 13
Balance......................................... 16
Basisbediening ............................. 13
Bass.............................................. 16
Bediening...................................... 64 Bluetooth-muziek ......................28Infotainment-systeem ................11
Menu ......................................... 13
Navigatiesysteem ......................36
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 64
USB ..................................... 28, 29
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm................................. 18
Begeleiding .................................. 48
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............27
Audiobestanden ........................27
Bluetooth-muziek ..........................27
Bluetooth-verbinding ....................62
Broodkruimels............................... 48
C Categorielijst ................................. 21
D DAB .............................................. 25
Datum ........................................... 18
Digital Audio Broadcasting ...........25
E EQ ................................................ 16
Equalizer....................................... 16