Page 103 of 113

Radio103● Bij een slechte ontvangst wordthet volume automatisch lagergezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden
opgevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit
probleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐
gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verslechtert.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoektvoortdurend naar de best
ontvangbare FM-zenders. Als TP
3 100 geactiveerd is, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
als u niet wilt dat de DAB-
ontvangst door FM-verkeersmel‐
dingen wordt onderbroken.
Configureren DAB Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens DAB-instellingen .
De volgende opties zijn beschikbaar
in het configuratiemenu:
● Automatische groeplinks : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op
dezelfde service van een ander
DAB-ensemble (indien beschik‐
baar) als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
● Automatische links DAB-FM : is
deze functie geactiveerd, scha‐
kelt het systeem over naar de
betreffende FM-zender de
actieve DAB-service (indienbeschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de
radio te worden geïnterpreteerd.
● Dynamische geluidsaanpas. : is
deze functie geactiveerd, wordt
het dynamische bereik van het
DAB-signaal gereduceerd. Dat
betekent dat het volume van hard
geluid wel, maar dat van zacht
geluid niet wordt gereduceerd.
Daardoor kan het volume van het infotainmentsysteem zo wordenafgesteld dat zacht geluid goed
hoorbaar is zonder dat hard
geluid te hard klinkt.
● Frequentieband : na het selecte‐
ren van deze optie kan worden
bepaald welke DAB-frequentie‐
bereiken door het infotainment‐
systeem dienen te worden
ontvangen.
Page 104 of 113

104CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............104
Gebruik ...................................... 105Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio-
en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA
Mode 2, Form 1 en Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2
Romeo, Joliet.
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden
mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's. Zie hieronder.
Page 108 of 113

108USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............108
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 108Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de
bedieningselementen en menu’s van het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is in het
algemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 105.
Op de volgende pagina's worden alleen de afwijkende/aanvullende
bedieningsaspecten beschreven.Bediening van de displayschermen is
alleen beschreven voor USB-opslag‐
stations. Andere apparaten werken in
het algemeen hetzelfde.
Selecteren van tracks via het
USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te
openen.
Voor het achter elkaar afspelen van alle tracks: selecteer Alles afspelen.
Voor het weergeven van een menu
met de verschillende extra opties
voor het zoeken en selecteren van
tracks: selecteer Zoeken.
Het zoekproces op het USB-apparaat kan enkele minuten duren. Tijdens dit
proces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in
willekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen:
Herhalen op Aan zetten.
Page 110 of 113

110TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 88, 104, 107, 108
Antidiefstalfunctie ........................89
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 100
Autostore-lijsten ............................ 98
B BACK-knop ................................... 94
Basisbediening ............................. 94
Bijwerken zenderlijst .....................99
C Cd afspelen starten ....................105
CD-speler activeren.................................. 105
belangrijke informatie ..............104
gebruik .................................... 105
CD-speler activeren ....................105
CD-speler gebruiken................... 105
Configureren DAB ......................102
Configureren van RDS ...............100
D DAB ............................................ 102
De AUX-ingang gebruiken ..........107
De radio gebruiken .......................97
De radio inschakelen ....................97
De USB-poort gebruiken ............108
Digital Audio Broadcasting .........102E
EON ............................................ 100
F Favorietenlijst ............................... 98
Frequentiebereikmenu's ...............99
Frequentiebereik selecteren .........97
G
Gebruik ................... 93, 97, 105, 107
Geluidsinstellingen .......................96
H Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 93
I Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume................................. 96
maximaal opstartvolume ...........96
tooninstellingen ......................... 96
volume voor verkeersberichten. 96
volume: instellingen ..................96
Infotainmentsysteem gebruiken ...93
M
Menubediening ............................. 94
Multifunctionele toets ....................94
Mute.............................................. 93